sensagent's content

  • definitions
  • synonyms
  • antonyms
  • encyclopedia

Lettris

Lettris is a curious tetris-clone game where all the bricks have the same square shape but different content. Each square carries a letter. To make squares disappear and save space for other squares you have to assemble English words (left, right, up, down) from the falling squares.

boggle

Boggle gives you 3 minutes to find as many words (3 letters or more) as you can in a grid of 16 letters. You can also try the grid of 16 letters. Letters must be adjacent and longer words score better. See if you can get into the grid Hall of Fame !

English dictionary
Main references

Most English definitions are provided by WordNet .
English thesaurus is mainly derived from The Integral Dictionary (TID).
English Encyclopedia is licensed by Wikipedia (GNU).

Translation

Change the target language to find translations.
Tips: browse the semantic fields (see From ideas to words) in two languages to learn more.

last searches on the dictionary :

computed in 0.046s


 » 

analogical dictionary

concretiseren, invullenconcrétiser - doorhebbenpiger - ervaren, levenéprouver, expérimenter - vergeten, zich vergetenoublier - gelijkstellenidentifier - knobbelen, napluizen, navlooien, op het idee komen, oplossen, uitdenken, uitdokteren, uitkienen, uitknobbelen, uitmikken, uitpluizen, uitplussen, uitpuzzelen, uitvissen, uitvlooien, uitvogelen, uitvorsen, uitzoeken, vorsen, vorsendcomprendre, dénouer, élucider, imaginer, résoudre, saisir - analyseren, anatomiseren, ontledenanalyser - taalkundig ontledenanalyser - categoriseren, categorizeren, indelen, kategoriseren, onderbrengen, rubricerencatégoriser, classer par catégories - achternarijden, achternazitten, checken, controleren, kontroleren, nachecken, nagaan, nakijken, natrekken, nazien, nazitten, reviseren, verifiëren, zoekenauditer, revoir - authentiseren, legaliseren, legitimeren, waarmerken, wettigenauthentifier, authentiquer - evalueren, koersen, meten, nabespreken, ramen, schatten, waarderenapprécier, estimer, évaluer, expertiser, priser - verstoffelijkenréifier - appreciëren, eerbiedigen, hoogachten, naar waarde schatten, ordenen, rangschikken, respecteren, schikken, structureren, waarderenapprécier, avoir de l'estime pour, avoir de la considération pour, estimer, valoriser - schatten, waarderenestimer - décider - mikken, nastreven, ogenaspirer à - bedoelen, menenvouloir dire - van plan zijn - calculer - aansluiten, associa aren, associëren, betrekken, combineren, in verband brengen, relateren, schakelen, verbindenassocier, relier - constater - centreren, concentreren, in het midden plaatsen, toeleggen, zijncentrer, focaliser - toespitsenconcentrer, focaliser - berusten, neerleggen, resigneren, schikken, verzoenen - afwegenconsidérer, prendre en considération, réfléchir - beraadslagen, doordenken, overwegen, peinzencogiter, considérer, délibérer, discuter, réfléchir, se demander, soulever - argwaan hebben jegens, verdenkensoupçonner - behoefte, dienen, hebben, hoeven, moeten, zullenavoir besoin, avoir besoin de, désirer, souhaiter - introspectief, zelfonderzoekendintrospectif, introverti - imagineren, indenken, nagaan, verbeelden, voorstellenconcevoir - heet worden, opwindendéchaîner, enflammer - bouillir, être furieux - depreciëren, geringschatten, minachten, neerkijken, neerzien, spugen, verachten, verfoeien, versmadendédaigner, mépriser - achten, hoogachten, hoogschatten, koesteren, liefhebbenchérir, nourrir, tenir à - aanbidden, adoreren, dol zijn op, dwepen, verafgoden, vergoddelijken, weglopenadorer - aanbidden, achten, bewonderen, hoogachten, prijzen, vereren, vrezen, waarderenavoir de l'estime, estimer, vénérer - afschrikken, alarmeren, ontstellen, schrik aanjagen, shockerenépouvanter, horrifier - nerveus maken, onzeker maken, van streek brengendéconcerter, perturber - mourir - snakkenavoir une envie folle de - afschrikken, intimideren, ontmoedigendécourager, intimider, intimiderdémonterdécourager - woedend makencourroucer, enrager, exaspérer, faire enrager, irriter, rendre furieux - binnendringen, donderen, donderjagen, donderstenen, donderstralen, du(i)veljagen, duvelen, duveljagen, dwarszitten, ergeren, etteren, gallen, irriteren, klieren, klooien, kloothannesen, kloten, lastig vallen, lazerstralen, mogen vragen, plagen, rotzooien, sodemieteren, storen, stoten, vallen, vervelenagacer, déranger, embêter, ennuyer, gêner, harceler, importuner, prendre à rebrousse-poil, tracasser, vexer - beschamen, van zijn stuk brengendéconcerter, déconfire, embarrasser - verbijsterendéconcerter - in geldverlegenheid brengen, ontwapenen, verwarrenembarrasser, gêner - in de steek laten, teleurstellen, verijdelendécevoir, laisser tomber - humiliëren, kleineren, omlaaghalen, vernederen, verootmoedigenabaisser, baisser, humilier, mortifier, rabaisser - opgetogen makenenivrer, exalter - aanmoedigen, bemoedigen, bevorderen, een hart onder de riem steken, moed geven, moed inspreken, toejuichenencourager - abattre - gunnendésirer - begeren, blieven, hongeren, toewensen, verlangen, wensen, willendésirer, espérer, souhaiter, vouloir - brûler - indachtig, zich bewust vanattentif, conscient, être attentif à qqch, soucieux, vigilant - trouver - cognitiefcognitif - aandacht, oplettendheidattention[Domaine]

-