sensagent's content
Lettris
Lettris is a curious tetris-clone game where all the bricks have the same square shape but different content. Each square carries a letter. To make squares disappear and save space for other squares you have to assemble English words (left, right, up, down) from the falling squares.
boggle
Boggle gives you 3 minutes to find as many words (3 letters or more) as you can in a grid of 16 letters. You can also try the grid of 16 letters. Letters must be adjacent and longer words score better. See if you can get into the grid Hall of Fame !
English dictionary
Main references
Most English definitions are provided by WordNet .
English thesaurus is mainly derived from The Integral Dictionary (TID).
English Encyclopedia is licensed by Wikipedia (GNU).
Translation
Change the target language to find translations.
Tips: browse the semantic fields (see From ideas to words) in two languages to learn more.
last searches on the dictionary :
computed in 0.062s
dzianina, robienie na drutach, trykot, trykotaż — jersey, ribtricot, tricot - ciągliwość, giętkość, kowalność, plastyczność, rozciągliwość — kneedbaarheid, plasticiteit - blokkeren - intrigeren, kuipen, ontwerpen, ontwikkelen, plannen, programmeren, projecteren, uitstippelen - breekgeld - automatiseren, automatizeren - zanieczyszczać — contamineren, verontreinigen, vervuilen - oliwienie, smarowanie — geil, smering - produkcja — fabricage, fabrikaat, productieproces, produktieproces - standaryzacja — graduatie, ijking, maatverdeling, schaal, schaalverdeling - podstrojenie, strojenie — stemming - poprawa, zmiana — depot, notificatie, orgelspel, registratie - włączać, włączyć — aandoen, aandraaien, aanknippen, aanzetten, inschakelen - wyłączać, wyłączyć — afzetten, uitdoen, uitdraaien, uitknippen, uitschakelen, uitzetten - być na chodzie, chodzić, działać, funkcjonować, obsługiwać działać — draaien, functioneren, funktioneren, goed werken/lopen, in bedrijf zijn, in orde zijn, lopen, werken - produkować — fabriceren, vervaardigen - montować, składać, zbierać, zwoływać, złożyć — assemblage, assembleren, componeren, construeren, in elkaar zetten, installatie, montage, monteren, opbouwen, samenroepen, samenstellen, samenvoegen - egzaminować, poddać próbie — doorvragen, examineren, ondervragen, overhoren, proberen, test, testen, toetsen, uitproberen, uittesten - folia aluminiowa — aluminiumfolie, bladaluminium - automat, robot — robot - balbriggan (en) - browar — bierbrouwerij, brouwerij - gonje, jute, jutezak - krzywka, mimośród — askam - batyst — batist - catalytic converter (en) - chambray (en) - kaasdoek, kaaslinnen - chino (en) - kompresor, pompa pneumatyczna — aanjager, compressor, luchtpomp, perspomp - drijfstang - konwertor, przetwornik, transformator, zmiennik — omvormer - taśma produkcyjna — band, bandtransporteur, lopende band, sorteerband, transportbaan, transportband - bawełna — katoen, katoenplant, katoentje - kreton — cretonne - cylinder — cilinder, cylinder - dawis, szlupbelka — davit, sloepdavits - ręcznik, ścierka do naczyń — afdroogdoek, afwasborstel, afwaskwast, bordendoek, droogdoek, handdoek, keukendoek, poetsdoek, poetslap, schoteldoek, theedoek, vaatdoek, vaatkwast, vadoek, vatenkwast, wisdoek - gorzelnia — branderij, destilleerderij, distilleerderij, distilleerinrichting, stokerij - czop, płetwa, zacios — zwaluwstaart - laken, materiaal, stof, stofdoek, stofvod, textiel, textielindustrie, textielnijverheid, textielvezel, weefsel - fairlead (en) - peilglas, proefglas, spoorbreedte, spoorwijdte - chusteczka — snotlap, tissue, zakdoek - haak, haakje - huck, huckaback (en) - Jacquard, Jacquard loom (en) - breimachine - laundry detergent (en) - imitatieleer, kunstleder, kunstleer, leerdoek, namaakleer, simileder, skai - longyi, lungi, lungyi (en) - Madras — katoendoek, Madras - grota — grootzeil, schoverzeil - mechanizm — mechaniek, mechanisme, opwindmechanisme - melkmachine - moher — mohair - muślinowy — mousseline, neteldoek - sieć — gaasweefsel, glasgordijn, maaswerk, net, netwerk, raster, vangnet, vitrage - olieraffinaderij, petroleumraffinaderij, raffinaderij - obicie, wypełnienie, wyściełanie — invullen, opvulling, opvulsel, plaatshouder, vulling, vulsel, vulstof - paisley - keukenrol - perkal - trzon tłokowy — zuigerstang - kopalnia — afgraving, groeve, mijn, orkestbak, steengroeve - bedrijf, fabriek, fabrieksgebouw, opstal - popelina — popeline - linia montażowa — ketting, lijn, lopende band, machinestraat, montageband, productielijn, produktielijn - blok — katrol, katrolblok - kurkvijl - sztuczny jedwab — kunstzijde, rayon - rafineria — raffinaderij - satyna — satinet - atłas — atlas, satijn - gabardyna, gabardynowy — serge - przyrząd do ostrzenia, temperówka — potloodslijper, puntenslijper, punteslijper, scherper, slijper - blindaż, płótno pościelowe — bekleding, lakenstof - sheet metal (en) - silesia (en) - spandex (en) - motyl, spinaker — spinnaker - spinmachine - spinnewiel - stuurrad - joint hinge, strap hinge (en) - monster, staal - tafta — florentine, taf, tafzijde - brezent — geteerd zeildoek, zeil - pled, szkocka krata — plaid, reisdeken, ruitje, ruitjesstof, Schots ruitpatroon, tartan - badstof, frotté, frottéweefsel, lussenweefsel - textile machine (en) - tinplate, tin plate (en) - bramzeil - marsel, topsel, żagiel gniezdny — bovenzeil, marszeil, topzeil - tiul — tule - kleefband, klitband, klitteband, klittenband - caliper square, calliper square, slide caliper, sliding caliper, sliding caliper gage, sliding calipers, sliding calliper gauge, sliding callipers, tooth vernier, vernier caliper, vernier micrometer (en) - Viyella (en) - winiarnia, wytwórnia win — wijnzak - wykończenie — afwerking, nabewerking - elastyczność — elasticiteit, rek, rekbaarheid, spankracht, veerkracht - ciągliwość, kowalność — kneedbaarheid, plasticiteit - poprawa, regulacja, ustawienie, zmiana — aanpassing, bijregeling, regeling - industrie, industrietak, nijverheid - banking industry, banking system (en) - chemische industrie - coal industry (en) - electronics industry (en) - film, filmindustrie, filmwereld - wapenindustrie - olie-industrie, petroleumindustrie - plastics industry (en) - dienstensector, dienstensektor, tertiaire sector, tertiaire sektor - tobacco industry (en) - toy business, toy industry (en) - dzielnica przemysłowa — bedrijvenpark, industriegebied, industriepark, industrieterrein, industriezone - baas (en) - kowal — smid - górnik — houwer, koempel, kompel, mijnwerker - szewc — schoenlapper, schoenmaakster, schoenmaker - destylator — brander, destillateur, destilleerder, distillateur, distilleerder, stoker, stookster - szklarz — glazenmaker, polijststeen - producent — fabrikant, industrieel, productiechef, productieleider, productmanager, product manager, produktiechef, produktieleider, produktmanager, programmamaker - górnik — houwer, koempel, kompel, mijnwerker, mineur - blacharz — blikslager - kołodziej — wagenmaker - Ford, John Ford (en) - wulkanizacja, wulkanizowanie — vulcanisatie - surowiec — basisproduct, grondstof - vlasvezel - surowa bawełna, wata — katoentje - blusschuim, isolatieschuim, schuimplastic, spuitschuim - oliwa, smar — gel, glijmiddel, glijpasta, olie, smeermiddel, smeerolie - hennepvezel - juta — jute - kunstvezel - natural fiber, natural fibre (en) - słoma — stro, strohalm, strootje - rafia, raphia — raffia - guma — caoutchouc, gomelastiek, gummi, rubber - kunstrubber - neopreen - ebonit, wulkanit — eboniet - wol[Domaine]
-