sensagent's content
Lettris
Lettris is a curious tetris-clone game where all the bricks have the same square shape but different content. Each square carries a letter. To make squares disappear and save space for other squares you have to assemble English words (left, right, up, down) from the falling squares.
boggle
Boggle gives you 3 minutes to find as many words (3 letters or more) as you can in a grid of 16 letters. You can also try the grid of 16 letters. Letters must be adjacent and longer words score better. See if you can get into the grid Hall of Fame !
English dictionary
Main references
Most English definitions are provided by WordNet .
English thesaurus is mainly derived from The Integral Dictionary (TID).
English Encyclopedia is licensed by Wikipedia (GNU).
Translation
Change the target language to find translations.
Tips: browse the semantic fields (see From ideas to words) in two languages to learn more.
last searches on the dictionary :
computed in 0.0s
cession — afstand, cessie - remise — inbezitstelling, overhandiging - extradition — uitlevering - réforme agraire, réforme foncière - distribution, livraison — aflevering, bestelling, bezorging, leverantie, levering, traditie, verschaffing, voorziening - allocation, attribution, répartition — allocatie, stadstuin, toekenning, toewijzing, verkaveling, verlening, volkstuin - reclassement, redistribution — herverdeling, herverkaveling - new deal - rationnement — rantsoenering - assurance-invalidité — arbeidsongeschiktheidsverzekering, invaliditeitsverzekering - rendre hommage à — geven - envoyer, faire parvenir — afzenden, expediëren, opsturen, sturen, versturen, verzenden, wegsturen - mutation — containeroverslag, giro-overschrijving, overboeking, overhandiging, overheveling, overschrijving, storting, transfer - cession des droits immobiliers, transmission — overdrachtsrecht - délivrance, remise, transmission — aflevering, bezorging - dépôt — bewaargeving, bewaarstelling - lend-lease, programme lend-lease — bruikleen - financé - spijzen, spijzigen - gisement, gîte — accommodatie - servir — bedienen, opdienen, opdissen, opdoen, opscheppen, op tafel zetten, serveren, voorschotelen, voorzetten - fournir, pourvoir, sans arrêt fournir — bezorgen, toevoeren, voeren, voorzien, voorzien in - allaiter, donner la tetée — borstvoeding geven, de borst geven, sabbelen, voeden, zabbelen, zogen, zuigen - give (en) - refuser — weigeren - laisser, laisser en héritage, laisser pour héritage, léguer, oublier — achterlaten, laten, legateren, legeren, nalaten, vermaken - donner, faire passer, passer, remettre, rendre, retourner, transmettre — aangeven, aanreiken, afdragen, doorgeven, doorgeven aan, geven, geven aan, opbrengen, overbrengen, overgeven aan, overhandigen, overleveren, teruggeven aan, toesteken, verder geven aan - contribuer, participer — bijdragen, contribueren - dédommager, licencier, rembourser, valoir — betalen en ontslaan, bezoldigen, bijleggen, bonificeren, compenseren, gesalarieerd, goedmaken, retribueren, salariëren, vergoeden - accorder, concéder, octroyer — geven, overeenstemmen, verlenen, voteren - offrir, proposer — aanbieden, bieden, brengen, indienen, lenen, offreren, opdragen, opofferen, presenteren, vertonen, voorstellen - contribuer, donner, souscrire — aanbrengen, bijdragen, contribueren, geldelijk steunen, geven, inbrengen, opleveren - donner - abdiquer, renoncer à — abdiceren, abdiqueren, afstaan, aftreden, afzweren - aide au tiers-monde, aide aux pays en voie de développement — ontwikkelingshulp, ontwikkelingssamenwerking, ontwikkelingswerk - prime — aanmoedigingspremie, bonus, incentive, opleg, premie, prestatiedrang, spaarpremie, starterspremie, startpremie, startsubsidie, supplement, toeslag - débours, dépense, dépenses, mise de fonds — onkosten, onkostenvergoeding, uitgaaf, uitgave, verblijfsvergoeding - pension alimentaire — alimentatie, onderhoudskosten[Domaine]
-