sensagent's content
- definitions
- synonyms
- antonyms
- encyclopedia
Lettris
Lettris is a curious tetris-clone game where all the bricks have the same square shape but different content. Each square carries a letter. To make squares disappear and save space for other squares you have to assemble English words (left, right, up, down) from the falling squares.
boggle
Boggle gives you 3 minutes to find as many words (3 letters or more) as you can in a grid of 16 letters. You can also try the grid of 16 letters. Letters must be adjacent and longer words score better. See if you can get into the grid Hall of Fame !
English dictionary
Main references
Most English definitions are provided by WordNet .
English thesaurus is mainly derived from The Integral Dictionary (TID).
English Encyclopedia is licensed by Wikipedia (GNU).
Translation
Change the target language to find translations.
Tips: browse the semantic fields (see From ideas to words) in two languages to learn more.
last searches on the dictionary :
computed in 0.016s
analogical dictionary
prétendument, soi-disant - de l'aveu général — toegegeven - avec raison, bien, convenablement, correctement, exactement, juste — correct, goed, juist, keurig, korrekt, net, op de juiste/gepaste manier, terecht, vlakbij - antisémite - équitable, impartial, neutre — neutraal, onbevooroordeeld, onpartijdig, onvooringenomen - chrétien — christelijk, christen - diviseur, factieux, fractionnel — onenigheid brengend, tweedracht zaaiend - considérer comme admis, considérer comme normal, faire l'hypothèse, poser, supposer — aannemen, als vanzelfsprekend aannemen, assumeren, onderstellen, poneren, postuleren, presumeren, stellen, supponeren, uitgaan van, veronderstellen, zich weinig aan iets gelegen laten liggen, zonder meer aannemen - croire — aannemen, geloven - accepter — aannemen, aanvaarden, geloven, honoreren - avoir confiance, se confier, se fier — afgaan, betrouwen, bouwen, geloven, leunen, rekenen, steunen, verlaten, vertrouwen - croire, penser, réfléchir — denken, menen, vinden, zeggen - considérer, réfléchir, voir — aanmerken, aanschouwen, aanzien, achten, beschouwen, beschouwen als, bevinden, houden, inzien, oordelen, schatten, zien - avoir pour opinion, croire, estimer, juger, penser, réputer, tenir, tenir pour, trouver, voir comme — aanrekenen, aanzien, achten, houden, verslijten, vinden - calculer, compter sur, estimer, évaluer, juger, s'en remettre à, se fier à, tenir compte de — berekenen, uitwerken, wedden - attribuer, imputer — aanwrijven, hechten, toedichten, toekennen, toerekenen, toeschrijven - abjurer, démordre, renier, renoncer, rétracter — afstand doen van, afzien van, afzweren, eraan geven - admettre, avouer, reconnaître, reconnaître que — bekennen, erkennen, toegeven - conjecturer — bevroeden, denken, geloven, menen, vermoeden - à la hausse, haussier — oplopend - comme un ours, rude — lomp, nors - de droite — rechts - adopter, épouser - autotélique - confiance - pensée duale - jugement, opinion — beoordeling, verstand - conclusion, décision — beslissing, besluit, conclusie, constatering, decisie, determinatie, vaststelling - idée, impression — idee, impressie, indruk - conviction — overtuiging - confiance, foi — betrouwen, vertrouwen - opinion, pensée, point de vue — convictie, denkbeeld, dunk, gevoelen, gezindheid, het denken, inzicht, oordeel, opvatting, overtuiging, standpunt, stellingname - croyance, croyance religieuse, foi, religion — erezaak, geloof, geloofsovertuiging, gewetenszaak, godsdienst, kloosterleven, religie - vox populi — communis opinio, publieke opinie, volksstem - croyance — aanvaarding, acceptatie, geloof - paternalisme — betutteling, bevoogding, paternalisme - point de vue, position - homophobie - orientation — introductiedag, oorsprong - façon de voir, manière de voir, perspective — beeld, kijk, perspectieftekening, uitzicht, voorstelling - optique, point de vue, position — beschouwing, blik, gezichtspunt, kijk, optiek, optisch, standpunt, uitgangspunt, visie, zienswijs, zienswijze - aspect, point de vue, visage — aanzicht, aspect, aspekt, facet, kant, oogpunt - conception du monde, vue du monde — wereldbeeld - avis, opinion — gedachte, mening, opinie, visie, zienswijze - conjecture, spéculation, supposition — conjectuur, denk, gissing, giswerk, gok, onderstelling, raden, speculatie, vermoeden, veronderstelling - position — standpunt - Anabaptisme, anabaptiste — anabaptist, wederdoper - mennoniste, mennonite, mennonitisme, Mennonitisme — doopsgezinde, doper, menist, mennoniet - Amish - goï, goïm, goy, goye, goyim — goj - mahométan, musulman, musulmane — islamiet, islamitische, mohammedaan, mohammedaanse, moslem, moslemse, moslim, moslimse, muzelman - abolitionniste — abolitionist - anar, anarchiste, nihiliste — anarchist, anarchiste, nihilist, revolutionair - démocrate — democraat, democrate, demokraat, demokrate, populist - dissident, objecteur — andersdenkende, concurrent, dissident, mededinger, medestrever, medestrijder - bon vivant, fine bouche, fin gourmet, gastronome, gourmet — bon-vivant, culi, epicurist, fijnproefster, fijnproever, gastronome, gastronoom, genotzoeker, gourmand, gourmet, hedonist, kenner, lekkerbek, levensgenieter, levenskunstenaar, luchthart-treurniet, lucullus, pallieter, smulpaap, sybariet, vrijbuiter, zonneklopper - ïenne, païen — christenhond, goddeloze, heiden, heidendom, paganist - hippie, hippy — damslaper, hippie - Huguenot — hugenoot, refugié - libertaire - miso, misogyne — misogaam, misogijn, misogyn, vrouwenhater - nationaliste, patriote — nationalist, patriot, vaderlander - sponsor — doopmoeder, meter, peetmoeder, peettante, petemoei, steun, stut - broyeur de noir, pessimiste — doemdenker, doemdenkster, pessimist, pessimiste, zuurkijker, zwartkijker, zwartkijkster - tête-ronde - sadomaso, sadomasochiste — sadomasochist, sadomasochiste - scissionniste, sécessionniste — separatist - skin, skinhead, skin-head — skin, skinhead - collectiviste, gauchiste — lid van de linkervleugel, linksbuiten - suffragette — suffragette[Domaine]