sensagent's content
- definitions
- synonyms
- antonyms
- encyclopedia
Lettris
Lettris is a curious tetris-clone game where all the bricks have the same square shape but different content. Each square carries a letter. To make squares disappear and save space for other squares you have to assemble English words (left, right, up, down) from the falling squares.
boggle
Boggle gives you 3 minutes to find as many words (3 letters or more) as you can in a grid of 16 letters. You can also try the grid of 16 letters. Letters must be adjacent and longer words score better. See if you can get into the grid Hall of Fame !
English dictionary
Main references
Most English definitions are provided by WordNet .
English thesaurus is mainly derived from The Integral Dictionary (TID).
English Encyclopedia is licensed by Wikipedia (GNU).
Translation
Change the target language to find translations.
Tips: browse the semantic fields (see From ideas to words) in two languages to learn more.
last searches on the dictionary :
computed in 0.032s
analogical dictionary
abbigliare, cingere, coprirsi, indossare, mettere, porre — aandoen, aantrekken, omdoen, omhangen, omslaan, opzetten, voorbinden, voordoen, zich - extra, supplementare — extra - extra - che porta gli occhiali, occhialuto — gebrild - aggiungere, aumentare, unire — aanbouwen, bijdoen, bijdragen, bijhalen, bijvoegen, bijzetten, opvoeren, toevoegen, voegen - promozione — promotie, promotieartikel, promotie-artikel, reclameartikel - impianto, insediamento, istallazione, stanziamento — afstelling, afstemming, instelling, opzetting - dichtstoppen, stoppen - contaminazione, inquinamento, polluzione — verontreiniging, vervuiling, vuil - consegna, mandata, partita, spedizione — consignatiegoederen, handeltje, partij - immissione, inserimento, inserzione, introduzione, l'inserire, preludio, premessa, presentazione — aanloop, het indoen, het invoegen, het invoeren, inlassing, insertie, introductie, introduktie, invoeging, invoering, inworp, tussenvoeging - cannulation, cannulisation, cannulization, canulation, canulisation, canulization, intubation (en) - imballaggio, pugilato — emballage, het inpakken, verpakking - intramuscular injection (en) - trasfusione, trasfusione di sangue — bloedtransfusie, transfusie - lasciare — achterlaten, overlaten - diffusione, propagazione, stesa — distributie, spreiding, verbreiding, verspreiding - dispersione — het verspreiden - deposito, deposizione, testimonianza, versamento — depot - deposito, immagazzinaggimento, immagazzinaggio, immagazzinamento, magazzinaggio, stoccaggio — depot, opslaan, opslag, repositie - inclusione — insluiting - annexatie, incorporatie, inlijving - chemioterapia — chemoterapie, chemotherapie - irradiazione, radioterapia — bestraling, bestralingsterapie, bestralingstherapie, irradiatie, radioterapie, radiotherapie, röntgenbestraling - applicazione, candidatura, monta - unzione — zalving - fumigazione — uitroking - lubrificazione — geil, smering - esposizione, posa — belichting - numismatica — muntenkabinet, munt- en penningkunde, numismatiek, penningkabinet, penningkunde - impiccagione - mascheramento, monta, protezione — bevolkingsonderzoek, dekking, doorlichting - assetto, collocamento, collocazione, orientamento, orientazione, postazione, ubicazione — ligging, oriëntatie, oriëntering, plaatsing, placement, tafelschikking - erogazione, fornitura, il provvedere, scorta, somministrazione — aanbod, bevoorrading, energiebron, verschaffing - logistica — logistiek - packaging (en) - ammobiliato — gemeubeld, gemeubileerd - mobilitazione — mobilisatie - armamento, equipaggiamento — bewapening, oorlogsmateriaal, wapenleverantie, wapenlevering - riarmamento, riarmo — herbewapening - quarantine (en) - isolamento — afgrendeling, afzondering, isolatie, isolering, vereenzaming - ansimare — puffen - concentration (en) - emendamento, emendazione, rettifica — amendement, wetswijziging - accaparrare, ostruire, otturare, stoppare, tamponare, tappare, turare — afdichten, dichten, dichtmaken, dichtstoppen, stoppen, tamponneren - sospendere — uithangen, zweven - confezionare, incassare — inpakken, laden, pakken - impacchettare, preconfezionare — in dozen doen, verpakken - caricare — belasten, bevrachten, drukken, inladen, laden, opladen - riporre, stivare — beladen, laden, wegbergen - collocare, depositare, mettere, mettersi in posa, porre, posare, posizionare, presentare, situare — deponeren, doen, leggen, neerleggen, opstellen, plaatsen, poseren, steken, stellen, stoppen, voorleggen, zetten - giustapporre — naast elkaar leggen, naast elkaar plaatsen - perdere, smarrire — kwijtmaken, kwijtraken, misleggen, verliezen, zoekmaken - conficcare, incastonare, interrare, piantare — enten, implanteren, inenten, inplanten, planten, vastleggen, vestigen - impiantare, incastonare, piantare — aanplanten, aanpoten, afleggen, beplanten, inplanten, planten, poten - impiantare, insediare, installare, istallare, mettere su — bevestiging, installeren, monteren, opstellen - fissare — vaststellen - incastonare — bezetten, incrusteren, invatten - abbellire, addobbare, rendere piú bello — mooi maken, opsmukken, verfraaien - esporre — belichten - bewieroken - accumulare, ammonticchiare, ammucchiare, immagazzinare, memorizzare — bergen, hamsteren, instuwen, laten, opbergen, opslaan, stockeren, stouwen, wegbergen, weghangen, wegleggen, wegzetten - abbarcare, accumulare, accumularsi, agglomerare, ammassare, ammucchiare, andare a prendere, conglobare, conglomerare, cumulare, immagazzinare, mettere insieme, raccogliere, raccogliersi, radunare, riscuotere, riunire, riunirsi, scuotere — bijeenbrengen, bijeengaren, bijeenkrijgen, laten oplopen, lezen, ophalen, ophopen, oppotten, opsparen, opstapelen, paren, potten, rapen, samenbrengen, verenigen, vergaderen, vergaren, vermenigvuldigen, verzamelen - conferire, dare, fare prendere — aanbrengen - depositare, rinunciare, rinunziare — deponeren, storten - arredare, dare, dotare, erogare, fornire, ottenere, procacciare, procurare, provvedere, rifornire — aanbrengen, aanvoeren, bezorgen, fourneren, leveren, onderhouden, schaffen, toereiken, toevoeren, verschaffen, verstrekken, voorzien, voorzien van - approvvigionare, provvedere di vettovaglie, rifornire, vettovagliare — bevoorraden, provianderen, ravitailleren - armare, attrezzare, equipaggiare — equiperen, geoutilleerd, inrichten, outilleren, toebereiden, toerusten, uitrusten, uitrusting, verdediging, verweer, voorzien van - imbottire, installare, tappezzare — overtrekken, stofferen - equipaggiare — uitdossen, uitrusten, voorzien - aggiunta, ammennicolo - configurational (en) - acconciatura, capigliatura, messa in piega, pettinatura, piega, taglio di capelli — coiffure, coupe, frisuur, haardracht, haarsnit, haarstijl, kapsel - funerale, inumazione, sepoltura, seppellimento, sotterramento — begrafenis, bijzetting, graflegging - deposito — alluvium, sedimentatie - carbonatie - deposit, deposition (en) - affluenza, afflusso, concorso — aandrang, samenstroming, toeloop, toevloed - azotofissazione - assorbimento — absorptie, inzuiging, opneming, opslorping, opslurping, opzuiging - embolia, embolismo, inserimento, inserzione, intercalazione, interposizione — embolie, inlassing, tussenvoeging[Domaine]