aankomst, komst, overkomst - landing - het wegsturen, uitzenden - hangbrug, kabelbrug, kettingbrug, tuibrug, zweefbrug - aquaduct, brugkanaal - autobaan, autosnelweg, autostrade, autoweg, A-weg, rijksweg - weggedrag - endurance riding (en) - vliegreis, vlucht - inhalen - u-turn (en) - afbuiging, afdwaling, afwijking, uitstapje - keldergat, mangat - karavaan, speelgoedtrein, treinstel - bear (en) - aandragen, meedragen, transporteren, vervoeren - bewegen, doorreizen, koersen, tijgen, voortbewegen - bevaren, navigeren, varen - afglijden, glibberen, glijden, glippen, laten glijden, onderuitglijden, slippen, uitglijden, wegglijden - kantelen, kapseizen, kenteren, omslaan - autorijden, besturen, brengen, karren, omrijden, rijden, tuffen - transport (en) - aandragen, brengen, maken, nemen, opnemen - denken aan doen, doen denken, terugbezorgen, terugbrengen, terughalen, terugnemen, terugvoeren - geleiden - overstappen - toegang - airbus, luchtbus - luchtvaartuig, vliegtuig - aerodroom, aërodroom, landingsplaats, luchthaven, vliegveld - lijntoestel, lijnvliegtuig, passagiersvliegtuig - kist, toestel, vliegmachine, vliegtuig - zeppelin - air-to-air missile (en) - air-to-ground missile, air-to-surface missile (en) - ambulance, ziekenauto, ziekenwagen - amfibie-, amfibievliegtuig - ABM, antiballistic missile (en) - autostrada - autogiro - as, draagas, wielas - buggy, cart, go-cart, kinderwagen, schuivertje, skelter, trapauto, wandelwagen - baileybrug, hulpbrug, noodbrug - ballistische raket, ballistisch projectiel, ballistisch projektiel - kar, kruiwagen - combi, combinatiewagen, stationcar - bocht, mal, sjablone, sjabloon, tekenmal - Berlijn, limousine - brik, fiets, kar, karretje, rijwiel, tweewieler, velo - tandem - biplaan, dubbeldekker, tweedekker - blimp, braadworst, saucijs - cul-de-sac, patstelling - body, bodystocking, casco, romp - bibliobus - eg, handrem, knijprem - brugverbinding - broad gauge (en) - bulldozer - bumper car, Dodgem (en) - huurkoetsje, huurrijtuig - cantilever bridge (en) - rups, rupsband - tandradbaan - covered bridge (en) - oversteekplaats, voetgangersoversteekplaats, zebra, zebrapad, zebrastrepen - cul, cul de sac, dead end (en) - schijfrem - duikbommenwerper, stuka - tweebaansweg, vierbaans, vierbaansweg - dogcart (en) - basculebrug, hameibrug, hefbrug, klapbrug, klepbrug, ophaalbrug, valbrug, wipbrug - drone, pilotless aircraft, radio-controlled aircraft, UMA, uninhabited aerial vehicle, uninhabited air vehicle, unmanned aerial vehicle, unmanned aircraft, unmanned air vehicle (en) - trommelrem - kiepauto, kiepbak, kieper, kiepkar, kiepwagen - l - bedijking, binnendijk, dijkage, kademuur, polder, spoordijk, wal, walmuur - entree, gang, ingang, inrit, oprijlaan, oprit, toegang, toegangsdeur, toegangspoort - spatbord - gevechtstoestel, gevechtsvliegtuig, jachtvliegtuig, jager - fire engine, fire truck (en) - loopbrug, loopplank, valreep, vlonder, voetgangersbrug, vondel, vonder - fuel system (en) - romp, vliegtuigromp - poort, toegangspoort - glider, zweeftoestel, zweefvliegtuig - dashboardkastje, handschoenenkastje - grade separation (en) - geleide raket, geleidewapen - gurney (en) - handrem, knijprem, noodrem - stuur - bogie, steekwagen, truck - koplamp, koplicht, voorlicht - begrafenisauto, lijkauto, lijkkoets, lijkwagen - hoofdverkeersader, hoofdweg, verkeersader, verkeersweg, voorrangsweg - achterklep, kapoets, kapoetsmuts, kofferdeksel, kovel, monnikskap, motorkap, puntkap, rookverdrijver, vonkenvanger, zuurkast - heteluchtballon - scheurijzer - lange-afstandsraket, lange-afstandswapen - jeep, landrover, terreinvoertuig - betjah, fietstaxi, riksja - landauer - parkeerstrook, uitwijkhaven - bak, limousine, slee - transportwagen, truck, vrachtauto, vrachtwagen - Mackinac Bridge (en) - manhole cover (en) - metro, onderghrondse, ondergrondse, voetgangerstunnel - bromfiets, brommer, plof - minivan (en) - duig, gracht, kuil, ringgracht, slotgracht, vest, vestinggracht - monorail - bromfiets, brommer, plof, snorfiets, solex - derny, motor, motorfiets, motorrijwiel - motorrijtuig, motorvoertuig - A.T.B., all terrain bike, atb, crossfiets, mountainbike, terreinfiets - palankijn - corridor, doorgang, doortocht, gang, gangetje, passage - pickup, pickup truck (en) - arrestantenbus, arrestantenwagen, boevenwagen, celwagen, dievenwagen, gevangenwagen, overvalwagen, politiebusje - geschutpoort, geschutspoort, kajuitspoort, patrijspoort - spoorweg, spoorwegen - mass rapid transit, rapid transit (en) - two-seater - rolling stock (en) - ship canal, shipway (en) - bagagekarretje, boodschappenwagentje, caddie, karretje, trolley, winkelwagen, winkelwagentje - afsnijden, binnenpad, binnenweg, kophout, kopshout, kortere weg, sluiproute, sluipweg - Sno-cat (en) - sneeuwploeg, sneeuwruimer, sneeuwschuiver - sounding rocket (en) - ruimtesonde - overlaat, spui, verlaat - coupé, sportauto, sportcoupé, sportwagen - postkoets, relais - stoomwals - surrey (en) - rolbaan - jaagpad, trekpad, voetpad - landbouwtrekker, motortrekker, tractor, traktor, trekker, wieltrekker - rotary, rotator, verkeersplein - inslagzijde, tram, trambaan, tramlijn, tramweg - driewieler, kinderfiets - bogie, camion, transportwagen, truck, vrachtauto, vrachtwagen - twinjet (en) - landingsgestel, onderstel, onderwerk, wagenstel - eenwieler - viaduct, viadukt - wagen - weg - glasruit, raam, ruit, venster, vensterglas - luchtschip, zeppelin - grade (en) - preference (en) - maximumsnelheid, snelheidsbeperking - aanrijding, botsing - deraillement, ontsporing - rustperiode - file, filevorming, verkeersopstopping, verstopping - frontier (en) - danger (en) - hoek, kant, richting, weg, zijde - Erie Canal (en) - ing., ingenieur, machinist, machiniste, technicus, treinbestuurder - lifter, liftster - waterkering - kornak - inzitten, inzittende, motorcoureur, opvarende, reiziger, rijder, schepeling, weggebruiker - loper, voetganger, voetgangster, wandelaar - wandelaar - trucker, vrachtwagenchauffeur, vrachtwagenchauffeuse - voerman, wagenmenner - fog (en) - lading - wing loading (en) - freedom of the seas (en)[Domaine]