sensagent's content
Lettris
Lettris is a curious tetris-clone game where all the bricks have the same square shape but different content. Each square carries a letter. To make squares disappear and save space for other squares you have to assemble English words (left, right, up, down) from the falling squares.
boggle
Boggle gives you 3 minutes to find as many words (3 letters or more) as you can in a grid of 16 letters. You can also try the grid of 16 letters. Letters must be adjacent and longer words score better. See if you can get into the grid Hall of Fame !
English dictionary
Main references
Most English definitions are provided by WordNet .
English thesaurus is mainly derived from The Integral Dictionary (TID).
English Encyclopedia is licensed by Wikipedia (GNU).
Translation
Change the target language to find translations.
Tips: browse the semantic fields (see From ideas to words) in two languages to learn more.
last searches on the dictionary :
computed in 0.063s
δράση, πράξη — actie, daad, handeling, verrichting - δράση, ενέργεια, πράξη — actie, aktie, handeling, rechtshandeling, verrichting - δρόμος, κατεύθυνση, πέρασμα, ροή, τρόπος, τρόπος ενέργειας — koers, loop, manier - performance (en) - τετελεσμένο γεγονόσ — fait accompli, voldongen feit - καρποφορία, πραγματοποίηση, συνειδητοποίηση — besef, bewustwording, vervulling, verwezenlijking - ολοκλήρωση — bevrediging, satisfactie, vervulling - επίτευξη, πραγματοποίηση - επίτηδες, εσκεμμένωσ — bewust, doelbewust, doelgericht, expres, gericht, met opzet, met voorbedachte rade, moedwillig, opzettelijk, uit moedwil, vrijwillig, welbewust, weloverwogen - απόδοση, επίδοση, πράξη — concretisering, effectuering, implementatie, implementering, opbouw, prestatie, realisatie, realisering, tenuitvoerlegging, totstandbrenging, totstandkoming, uitvoer, uitvoering, verwerkelijking, verwezenlijking, volbrenging - παγιώνω — consolideren, sterker worden - βήμα, ενέργεια, μέτρο — maatregel, pas, sprong, stap, voetstap - αξιοποιώ, εκμεταλλεύομαι - ενεργοποιώ, θέτω σε λειτουργία — aanwakkeren, activeren, opwekken, opwinden, prikkelen, prikkelend - διορθώνω, επανορθώνω — corrigeren, rechtzetten, verbeteren - καταχρώμαι - βελτιώνω, διορθώνω, διορθώνω κπ., επανορθώνω, επισκευάζω, θεραπεύω, κάνω κπ. καλά — beredderen, beter maken, corrigeren, gladstrijken, rechtzetten, redderen, verbeteren - κύκνειο άσμα — slotwerk, zwanenzang, zwanezang - οριοθετώ, περιορίζω — bedwingen, begrenzen, beperken, indammen, inkrimpen, inperken, limiteren, terugdringen - οριοθετώ, περιορίζω, σημειώνω — afbakenen, afgrenzen, afpalen, afperken, afzetten, bebakenen, demarqueren, omschrijven, uitzetten - bevriezen, blokkeren, immobiliseren, inactiveren - έχω, προσαρμόζομαι, συνηθίζω σε κτ. — gewennen, wennen - κάνω - als feuilleton publiceren, als serie publiceren - ενδύομαι κομψώσ, ενδύω κομψώσ, στολίζομαι, στολίζω — tooien - κουρδίζω, χορδίζω — aanpassen, stemmen - αφοσιώνομαι, εμμένω, επιμένω, μπορώ — doorbijten, doordouwen, doorzetten, standhouden, volharden, volhouden - : τελειώνω, καταλήγω, τελειώνω, τερματίζομαι, τερματίζω — afsluiten, beëindigen, besluiten, eindigen, ophouden, stoppen, termineren - καταπνίγω, συνθλίβω — onderdrukken - καθιστώ προσωπικόν, προσωποποιώ — persoonlijk opvatten - απασχόληση, ασχολία, δραστηριότητα, ενασχόληση — actief, activiteit, aktiviteit, bedrijvigheid, bezigheid, drukte, occupatie, werking, werkzaamheden, werkzaamheid - compliceren - επιχείρηση — operatie - ετοιμάζομαι — aangorden, gereedmaken, installeren, instrueren, klaarmaken, opmaken, prepareren, voorbereiden, warmdraaien - διαδρομή, πορεία, τροχιά, τρόπος ζωής — leefpatroon, leefwijze, levenspatroon, levenswijs, levenswijze, weg - διευρύνω, επεκτείνω — diversifiëren - γεμίζω, γεμίζω μέχρι επάνω — aanvullen, bijladen, bijvullen, dempen, dichtgooien, navullen, opstoppen, opvullen, plempen, toegooien, volgieten, vol maken, volpompen, volschenken, vullen - οριστικοποιώ — afbouwen, afdoen, afhandelen, afwerken, afwikkelen, definitief regelen - in overeenstemming brengen - afstemmen, harmoniëren, in harmonie brengen - διεκπεραιώνω, ολοκληρώνω — aftimmeren, opdweilen, verzetten - επεξεργάζομαι — behandelen, bewerken - καθαρίζω — opschonen, schonen - απαθανατίζω — vereeuwigen - απασχόληση, δουλειά, εργασία, προϊόν εργασίας, πόστο — arbeid, emplooi, werk - εργασίες, εφαρμογή, ισχύς, λειτουργία — bediening, procedure, werking, werkwijze - service (en) - δουλειά, εργασία, κάματος — geploeter, gezwoeg, Labour - άσκηση, επώδυνη προσπάθεια, κόπος, μόχθος, χρήση — inspanning, krachtsinspanning, uitoefening - handenarbeid, handwerk, mankracht, menskracht - αμελώ, παραβλέπω, παραλείπω, παραμελώ — door de vingers zien, nalaten, ontgaan, over het hoofd zien, overslaan, overspringen, skippen, vergeten, voorbijzien - αποκλείω, εξαιρώ, παρακάμπτω, παραλείπω — buitensluiten, uitgesloten, uitsluiten, uitzonderen, weglaten - δίνω οδηγίες, καθορίζω — afperken, constitueren, vastleggen - aanvaarden, accepteren, doorslikken, nemen, pikken, slikken, vreten - αγγαρεία — arbeid, corvee, job, karwei, klus, taak, werk, werklast, werkstuk - λειτούργημα — emplooi, functie, rol - τόπος — ligging - βούλομαι, επιθυμώ, θέλω, ποθώ — wensen, willen - υποχρέωση — aanstellingsbrief, benoeming, benoemingsbrief, boodschap, missie, zending - αποστολή, θέλημα — boodschap, missie, opdracht - παγιδεύω και βγάζω κπ. από το παιχνίδι — erin laten lopen - απόπειρα, απόπειρα L, δοκιμή, κόπος, προσπάθεια — inspanning, krachtsinspanning, poging, try - give (en) - έργο, εργάτες, εργατικό δυναμικό — arbeidskrachten, expeditie, lijkbezorging, onderneming, opdracht, opgaaf, opgave, project, taak, uitvaartverzorging, werklast - διαγράφω, σβήνω — afstrepen, doorhalen, doorstrepen, schrappen, uitschrijven, wegstrepen - αποφεύγω — mijden, ontwijken, vermijden - απαρνιέμαι, αποκηρύσσω, αποκηρύττω, αρνούμαι — loochenen, ontkennen, verloochenen, verzaken - αφιερώνω, αφοσιώνομαι, δίνω — aanbevelen, bekleden, bevelen, heiligen, inzetten, toevertrouwen, toewijden, verbinden, wijden - παραβλέπω, συγχωρώ — door de vingers zien, een oogje dichtknijpen voor, ekskuseren, excuseren, vergeven, vergoelijken, verontschuldigen, verschonen - military mission, mission (en) - εξακολούθηση — bestendiging, hervatting, vervolgblad, voortzetting - επανάληψη — reduplicatie, verdubbeling - διαδικασία — bereidingswijze, procedure, proces, receptuur, verwerking, werkwijze - transvestie, transvestitisme, travestie - money laundering (en) - ομάδα δράσης — actie - give, pay (en) - αναγνωρίζω ήττα, αποτυγχάνω — abandonneren, loslaten, opgeven, prijsgeven, terzijde geschoven worden, uitval, uitvallen, verlaten - διαχείριση — adm., administratie, regulatie - κυριαρχώ, κυριεύω, ξεπερνώ, υπερνικώ, υπερπηδώ — meester worden, overwinnen, overzwemmen, temmen, verwerken - ετοιμασία, προετοιμασία, προπαρασκευή — voorbereiding - beperking - διασφαλίζω, προστατεύω — beschermen, beveiligen, indekken - αγωγή, ανατροφή, πράξεις — doen en laten, gedrag, gedraging, houding, optreden, procesvoering - ικανοποιώ, φουσκώνω — beantwoorden aan, verzadigen - απέχω, αποφεύγω, δε συμμετέχω, εγκρατεύομαι — abstineren, desisteren, onthouden, zich onthouden - εκούσιος, εκ προθέσεως, εσκεμμένος, σκόπιμος — opzettelijk - μαζεύω — bijeenbrengen, bijeengaren, bijeenkrijgen, bijeenrapen, collectioneren, lezen, paren, rapen, samenbrengen, samenkrimpen, sparen, verenigen, vergaderen, vergaren, verkrampen, verzamelen, zich samentrekken - εμφυτεύω, ενθέτω, μπήγω, μπαίνω — binnengaan, inleiden - afrukken, aftrekken, bevlekken, bevredigen, geilpompen, masturberen, onaneren, rukken, zichzelf bevredigen - έχω, εξουσιάζω, κατακρατώ - introduce (en) - κάνω — maken - αναπτύσσομαι, αναπτύσσω - εισάγω, πρωτοεφαρμόζω, πρωτοπορώ, πρωτοχρησιμοποιώ — als eerste doen - κάνω, προκαλώ, προξενώ — bewerkstelligen, teweegbrengen, veroorzaken - αρχίζω, ιδρύω — instellen, oprichten - επεξεργάζομαι, κατεργάζομαι — bewerken - παίζω — spelen - παίζομαι, παίζω μουσικό όργανο — opzetten, spelen - παίζω — acteren, optreden, spelen, uitspelen - παίζω — concerteren, musiceren, spelen - καλλιεργώ — kweken, planten, telen, verbouwen - χωρίζω — compartimenteren, delen, onderverdelen, scheiden, splitsen, subcategoriseren, verdelen - blootstellen, onderwerpen - βάζω, καθορίζω, ορίζω — constitueren, grondvesten, instellen, institueren, oprichten, stichten, vestigen - βάζω κπ. να δουλεύει, δουλεύω, εργάζομαι — bezighouden, dienen, doen, functioneren, occuperen, opereren, ophouden, werken - τροφοδοτώ, τροφοδοτώ με καύσιμα — opstoken - αποπειρώμαι, δοκιμάζω, επιδιώκω, επιζητώ, επιχειρώ, θέτω σε δοκιμασία, προσπαθώ — beproeven, pogen, trachten, uitproberen, zien, zoeken - πασχίζω, προσπαθώ — beproeven, mikken, nastreven, ogen, streven, trachten - αναβάλλω — aanhouden, een andere keer uitstellen tot, opschuiven, uitnodiging voor een ander moment, uitstellen, verdagen, verschuiven, vertraagd, vertragen, verzetten - ακολουθώ, μιμούμαι, υιοθετώ — het voorbeeld volgen, naspelen - προοδεύω, προχωρώ, συνεχίζομαι, συνεχίζω, συνεχίζω να κάνω κτ., συνεχίζω παρά τις δυσκολίες — aanhouden, continueren, cultiveren, doorbijten, doordouwen, doordrammen, doordrijven, doorgaan, doorgaan met, doorlopen, doorzetten, houden, lopen, onderhouden, standhouden, verdergaan, verder gaan, volhouden, voortduren, voortgaan met, voortzetten, vorderen - doorgaan met - behavioral, behavioural (en) - σε καλή λειτουργική κατάσταση — operationeel - έργο — creatie, schepping, werk, werkstuk - επιθυμία, θέληση — willekeur, wilsuiting - φορά — keer, maal - advent[Domaine]
-