ondeugend — άτακτα, σκανταλιάρικα - in een ommezien, in een wip, onmiddellijk — ακαριαία, στιγμιαία - bruusk, onbezonnen, overhaast, plots, plotseling — απότομα, ξαφνικά - breach of trust (en) - naar verwachting, op tijd stipt, terecht — ακριβώς στην ώρα μου, κανονικά, όπως αναμενόταν - verantwoordelijk — υπεύθυνα - zoals gewoonlijk - astigmatisch — αστιγματικόσ - onherroepelijk - te betalen — πληρωτέος - artificieel, kunst-, kunstmatig — τεχνητά - illegaal, ongeoorloofd, onwettelijk, onwettig, wederrechtelijk, wetteloos — παράνομα, παρανομώσ - confidentieel, in vertrouwen, konfidentieel, vertrouwelijk — εμπιστευτικά - ongrondwettig — αντισυνταγματικόσ - rationeel — λογικά - overbodig - απαλλαγή, εξαίρεση - unjustly (en) - onafwendbaar, onontkoombaar, onvermijdbaar, onvermijdelijk — αναποφευκτώσ - gebruikelijk — κατά το έθιμο, συνήθωσ - inexorably (en) - uit eigen beweging — εθελοντικά - onwillekeurig — ακούσια - ongeoorloofd, onrechtmatig, onwettig — παρανομώσ - oneerlijk — άδικα - obligaat, obligatoir, obligatorisch, verplicht, voorgeschreven — υποχρεωτικά - mogelijk, potentieel — ενδεχομένως, πιθανά - omkoopbaar, oneerlijk — ανέντιμα - geaffecteerd, geaffekteerd, huichelachtig, hypocriet, schijnheilig — υποκριτικά - billijk, redelijk, schappelijk, schikkelijk — δίκαια - onbillijk, oneerlijk, onrechtvaardig, onredelijk, onterecht, unfair - verradelijk — επικίνδυνα, προδοτικώσ, ύπουλα - laatste — τελικός - bedrieglijk, frauduleus - onpartijdig — αμερόληπτα - verstandig — γνωστικά, συνετά, φρόνιμα - perfidiously (en) - grammaticaal, grammaticaal zuiver, grammatikaal — γραμματικά - blamelessly, faultlessly, impeccably, irreproachably (en) - proef{#169}, provisioneel, tijdelijk — δοκιμαστικός, προσωρινός - job (en) - ongelijk — αδίκημα, ζημιά - jeugdcriminaliteit — εγκληματικότητα ανήλικων - achteloosheid, nalatigheid, omissie, onachtzaamheid, onverzorgdheid, onvoorzichtigheid, onzorgvuldigheid, roekeloosheid, slordigheid, veronachtzaming, verwaarlozing — αβλεψία, ακηδία, αμέλεια, απερισκεψία, απροσεξία, ολιγωρία - ontwijking — αποφυγή, διαφυγή - belastingfraude, belastingontduiking — φοροδιαφυγή - damage, legal injury, wrong (en) - erfzonde — προπατορικό αμάρτημα - doodzonde — θανάσιμο αμάρτημα - criminaliteit, euveldaad, misdaad, misdadigheid, misdrijf, wanbedrijf — έγκλημα, εγκληματική ενέργεια - felonie, misdaad, misdrijf, vergrijp — έγκλημα, αδίκημα, αξιόποινη πράξη, κακούργημα, σοβαρό αδίκημα - inbreuk, overtreding - begaan, plegen — διάπραξη - seksuele mishandeling — σεξουαλική κακοποίηση - oorlogsmisdaad — έγκλημα πολέμου - echtbreuk, losbandigheid, ontrouw, overspel, overspelig, slippertje, voorhuwelijkse seks — μοιχεία, συνουσία - bloedschande, incest — αιμομιξία - in operation, operating, operational (en) - facultatief — προαιρετικός - de rigueur (en) - bad, defective (en) - achterstelling, discriminatie, favoritisme, nepotisme, onderscheid, vriendjespolitiek — διάκριση - ageism, agism (en) - heterosexism (en) - favoritisme, nepotisme, vriendjespolitiek — νεποτισμόσ, οικογενειοκρατία, φιλοσυγγενεία - racisme, rassehaat, rassendiscriminatie, rassenhaat, rassenideologie, rassenleer, rassenongelijkheid, rassentheorie, rassenwaan, rassewaan — ρατσισμός - seksisme - seksisme - διεξαγωγή δίκης, πορεία αγωγής - overeenstemming — ευπείθεια, συμμορφία, συμμόρφωση - τυπικότητα - line (en) - eerbiediging, inachtneming, nakoming, naleving, observantie, opvolging - behoefte, dienen, hebben, hoeven, moeten, zullen — χρειάζομαι - legaal, wettelijk, wettig — έννομος, σύννομος - άνομος, έκνομος - buitengerechtelijk, extrajudicieel — εξωδικόσ - morganatisch — μοργανατικόσ - ongehuwd, ongetrouwd — ανύπαντρος - civil (en) - nutteloos, onnodig, overbodig, zinloos — άσκοπος, ανώφελος, αχρείαστος, μη αναγκαίος, που θα μπορούσε να είχε αποφευχθεί - normaal — ομαλός - verplicht - unpardonable (en) - aanvaardbaar, toelaatbaar — αποδεκτός - stipt — ακριβής - timely (en) - verlaat, verlaten — αργοπορημένος - qualified (en) - official, prescribed (en) - accountable (en) - sound (en) - beatified, blessed (en) - Blessed (en) - standaard{#169} — καθιερωμένος, κανονικός, συνηθισμένος - exterritoriaal - binding (en) - bestraffen, compenseren, goedmaken, schadeloosstellen, vergoeden, verzoenen — αποζημιώνω, αποκαθιστώ, επανορθώνω - clear, pass (en) - slagen — περνώ - overtreden, schenden, verbreken — καταπατώ, παραβαίνω, παραβιάζω - een inbraak plegen, inbreken — κλέπτω διά ρήξεωσ - αισχροκερδώ, κλέβω - bedonderen, bedriegen, beduvelen, belazeren, besjoemelen, besodemieteren, illusioneren, in de maling nemen, kloten, naaien, oetsen, verlakken, vernachelen, verneuken, verneuriën, voorspiegelen, wijsmaken — εξαπατώ, ξεγελώ, παραπλανώ - corrumperen, perverteren, verliederlijken — διαστρέφω, διαφθείρω, εξαχρειώνω - aanpassen, accommoderen, assimileren, conformeren, inlossen, nakomen, passen bij, plooien, richten, schikken, voegen — αρμόζω, εναρμονίζομαι, πειθαρχώ, ταιριάζω - burger-, stad-, stads-, stedelijk — αστικός - επιδέχομαι, επιτρέπω - multicultureel, multiculturele - kortsluiting — βραχυκυκλώνω, βραχυκύκλωμα - responsabiliteit, verantwoording — ευθύνη, καθήκον, υπευθυνότητα - aansprakelijkheid, responsabiliteit, toerekeningsvatbaarheid, verantwoordelijkheid — ευθύνη - legaliteit, legitimiteit, rechtmatigheid, rechtsgeldigheid, rechtskracht, wettelijkheid, wettigheid — νομιμότητα - geldigheid, gelding, validiteit — δύναμη - effect, force (en) - gerechtvaardigdheid, legaliteit, legitimiteit, rechtmatigheid, wettelijkheid, wettigheid — νομιμοφροσύνη - deugdzaamheid — αρετή, ηθική ανωτερότητα - deugdzaamheid — αρετή - kuisheid — αγνότητα, αρετή - honor, honour, pureness, purity (en) - billijkheid, gerechtigheid, recht, rechtvaardigheid — δίκαιο, δικαιοσύνη, δοκαιοσύνη - gelijk, het rechte eind, rechtsgoed — δίκαιο, δίκιο - integriteit — ακεραιότητα, εντιμότητα - entree, terechtkunnen, toegang — άδεια εισόδου, δικαίωμα εισόδου, είσοδος - εξουσιοδότηση - recht — δικαίωμα - right to life (en) - gewetensvrijheid, vrijheid van gedachte - gelijkberechtiging, gelijkgerechtigdheid, rechtsgelijkheid - burgerrecht, burgerrechten, grondrecht — αστικές ελευθερίες, πολιτικά δικαιώματα - geloofsvrijheid, godsdienstvrijheid — ανεξιθρησκεία - freedom of speech (en) - persvrijheid, vrijheid van drukpers - freedom of assembly (en) - kiesrecht, stemrecht — δικαίωμα ψήφου, ψήφος - equal opportunity (en) - autoriteit, bevoegdheid, dominantie, gezag, machtiging, overheersing, overmacht, recht, zeggenschap — αρχή, εξουσία - competentie, jurisdictie, rechtsbevoegdheid, rechtsmacht, ressort — δικαιοδοσία - vrije wil — ελευθερία βούλησης - achterlijkheid — καθυστέρηση ανάπτυξης, οπισθοδρομικότητα - praktijk — έξη, συνήθεια - gewoonten, zeden — ήθη - συμπεριφορά - courtly love (en) - het weglaten, weglating — παράλειψη - uitzondering, uitzonderingsgeval - gewijsde - richtlijn, vuistregel — κατευθυντήρια γραμμή - oerbeginsel — βάση, βασικές γνώσεις - essential condition, sine qua non (en) - objectiviteit, onpartijdigheid — αμεροληψία, αντικειμενικότητα - ανιδιοτέλια, ανυστεροβουλία - conformisme — κομφορμισμός, κονφορμισμός - order, parliamentary law, parliamentary procedure, rules of order (en) - beginsel - caveat emptor (en) - code, erecode, etiket, etiquette, gedragscode, manier, manieren, omgangsvorm, omgangsvormen, vorm, vormen — εθιμοτυπία, ηθική, πρωτόκολλο - ceremonieel, protocol - communications protocol, protocol (en) - file transfer protocol, FTP (en) - HTTP, hypertext transfer protocol (en) - MIDI, MIDI standard, musical instrument digital interface, Musical Instrument Digital Interface Standard (en) - TCP, transmission control protocol (en) - dubbele moraal - vermaning — προειδοποίηση - aanschouwingsles — παράδειγμα - Kabbala — καβαλισμός - κοινό μυστικό - έγκριση, έπαινος, επιδοκιμασία, σύσταση - aantekening — άδεια εκτυπώσεωσ, επίσημη έγκριση - goedkeuring — έγκριση - drukfeil, drukfout, erratum, foutdruk, misdruk, misstelling, schrijffout, typograaf, verbetering, zetfout — λάθος, παρόραμα, τυπογραφικό λάθος - lapsus, vergissing, verspreking — μικρολάθος, παραδρομή - spoonerism, spoonerisme — παραδρομή γλώσσασ - verkeerde uitspraak — εσφαλμένη παραπομπή, εσφαλμένη προφορά, κακή προφορά, λαθεμένη προφορά - malentendu, misinterpretatie, misverstand — κακή ερμηνεία, παρεξήγηση - ban, embargo - criterium, graadmeter, legger, maatstaf, norm, normering, pootaardappel, poter, standaard, toetssteen — κριτήριο, μέτρο σύγκρισης - defect — βλάβη, δυσλειτουργία, κακή λειτουργία - kismet — κισμέτ, μοίρα - aberratie, abnormaliteit, afwijking, anomalie, deviatie, ecart — απόκλιση, παρέκκλιση - interruptie, onderbreking — διακοπή, παρέμβαση, παρεμβολή - stroomonderbreking, stroomstoring, stroomuitval — διακοπή ρεύματος - disturbance, perturbation (en) - τυπικότητα - zelfwerkzaamheid — ανεξαρτησία - eis, hoofdzaak, iets noodzakelijks, levensbehoefte, vereiste, vordering — ανάγκη, αναγκαιότητα, το βασικό στοιχείο - schaarsheid - criterium, graadmeter, maatstaf, norm, normering, standaard - rechtstoestand — νομική υπόσταση - rechtsorde, rechtsregel, rechtsstelsel - αναμάρτητο - schuld — αξιόμεμπτο, υπαιτιότητα - criminaliteit, kriminaliteit, misdaad, misdadigheid — εγκληματικότητα - ακαδημαϊκή ελευθερία - autarchie, autarkie, autonomie, zelfbestuur, zelfvoorziening — αυτάρκεια - freedom of the seas (en) - mondigheid, onafhankelijkheid, zelfstandigheid, zelfwerkzaamheid — ανεξαρτησία, αυτονομία - vrijpostigheid — υπερβολικό θάρρος - vrijheid — προσωπική ελευθερία - constraint, restraint (en) - afzondering, eenzaamheid, geheimzinnigheid, isolement, privacy, privéleven, privé-leven, privésfeer, privé-sfeer, teruggetrokkenheid - confidentie, vertrouwelijkheid — εχεμύθεια, μυστικότητα - afdwaling, defect, feil, fout, gebrek, gebrekkigheid, imperfectie, lapsus, onjuistheid, onvolkomenheid, onvolmaaktheid, tekort, tekortkoming, weeffout — έλλειψη, αδυναμία, ελάττωμα, ψεγάδι - μικροβλάβη - afwijking, dwaling — διαστροφή, εκτροπή, ηθική παρεκτροπή, παρέκκλιση - abnormaliteit, anomalie, onregelmatigheid[Domaine]