sensagent's content
Lettris
Lettris is a curious tetris-clone game where all the bricks have the same square shape but different content. Each square carries a letter. To make squares disappear and save space for other squares you have to assemble English words (left, right, up, down) from the falling squares.
boggle
Boggle gives you 3 minutes to find as many words (3 letters or more) as you can in a grid of 16 letters. You can also try the grid of 16 letters. Letters must be adjacent and longer words score better. See if you can get into the grid Hall of Fame !
English dictionary
Main references
Most English definitions are provided by WordNet .
English thesaurus is mainly derived from The Integral Dictionary (TID).
English Encyclopedia is licensed by Wikipedia (GNU).
Translation
Change the target language to find translations.
Tips: browse the semantic fields (see From ideas to words) in two languages to learn more.
last searches on the dictionary :
computed in 0.203s
bekwaam — kadar, sposoban, vešt - eigenlijk, in de grond, in wezen — bazicyno, fundamentalno, osnovno, u osnovi, u suštini, uvodno - overvloedig, rijkelijk voorhanden — izobilan, obilan - overvloedig, uitbundig — obilan, poletan, preobilan, rasipan - accessible (en) - aanspreekbaar, bereikbaar — pristupačan - naargelang, naarmate — čim, dok, kad, kako, tek što - conventioneel — konvencionalno - beslist, duidelijk - specifiek — naročito, posebno, specifično - direct, direkt, doelgericht, rechtstreeks — direktno - analogisch - bovenal, meestal, vooral, voornamelijk — pre svega, prevashodno, uglavnom - geaffecteerd, geaffekteerd, gekunsteld, gemaakt, gezwollen, hoogdravend — naduven, pompezan - bijzonder, eigenaardig, speciaal — neobično - eens en voor altijd, overtuigend, voor eens en altijd — jednom zauvek, ubedljivo, zauvek - armzalig, beklagenswaard, beklagenswaardig, betreurenswaard, betreurenswaardig, deplorabel, erbarmelijk, jammerlijk, rampzalig, zielig — napušteno, tužno - doorgaans, gewoon, gewoonlijk, in de regel, normaal, normaliter — obično, ponajviše, po pravilu, uobičajeno - onregelmatig — haotično - abstract, abstrakt - materieel, stoffelijk — materijalan, materijalni - grotesk, op belachelijke wijze, op groteske wijze — groteskno - huichelachtig, hypocriet, onoprecht, schijnheilig — dvoličan, hipokritski, licemeran - afwisselend, beurtelings, verwisselend — alternativno, naizmenično - billijk, correct, eerlijk, juist, rechtschapen, rechtvaardig — odgovarajući - met name, opmerkelijk — naročito, uočljivo, značajno, znatno - adekwaat, adequaat, behoorlijk, betamelijk, convenabel, deugdelijk, fatsoenlijk, gepast, geschikt, gevoeglijk, juist, naar behoren, netjes, oorbaar, pasasend, passend — prigodno, prikladno - inappropriately, unsuitably (en) - gepast, geschikt, goed, juist, passend, toepasselijk — odgovarajući, pravi, prigodan, prikladan - kwaadaardig, slecht — grešno, zlo - van nabij — izuzetno - aantrekkelijk — prijatan, primamljiv, privlačan - betoverend, fascinerend — fascinantan, koji začarava, očaravajući, začaravajući - andersom, integendeel, in tegendeel — nasuprot tome - aantrekkelijk — privlačan - innemend, sympathiek — dopadljiv, privlačan - radicaal, radikaal — iz korena, radikalno, skroz - uitzonderlijk — izuzetno - beschikbaar, verkrijgbaar — koji se može dobiti, raspoloživ - te koop — na prodaju - aardig — fino - onverkrijgbaar, uitverkocht — nedobavljiv, van domašaja - regelmatig - abusievelijk, bij abuis, onjuist, per abuis, verkeerd — pogrešno - liberaal, royaal, royaal,, vrijgevig — darežljivo, liberalno - inconveniently (en) - begrijpelijk, verstaanbaar — razgovetno, razumljivo - unintelligibly, ununderstandably (en) - unjustly (en) - gebruikelijk — uobičajeno - geestelijk — duhovno - langdradig, vervelend — zamorno - heerlijk, prachtig, schitterend — divan, predivan, sjajan, ukusan, velelepan - pulchritudinous (en) - verrukkelijk — koji otima, zanosan - bewonderenswaard, bewonderenswaardig, prijzenswaardig — dostojno hvale - aangenaam, behaaglijk, fijn, gemoedelijk, genoeglijk, gezellig, plezierig, prettig — prijatno, ugodno, zadovoljno - onaangenaam - maar net, net, nipt, nog net, op het kantje, op het nippertje — tesno, usko, za dlaku - vriendelijk - getrouw — verno - lekker, plezierig - vaag — slabo - kronkelig, scheef — nepošteno - bijzonder, in het bijonder, in het bijzonder, speciaal, specialiter — naročito, posebno - inwendig, van binnen — unutrašnje - fosforescerend — fosforescentni - vriendelijk — dobroćudno - oneerlijk — nepravedno - consequentially (en) - ongelofelijk, ongelooflijk, onwaarschijnlijk — neverovatno, za neverovanje - absurd, ongerijmd, onzinnig — apsurdno, besmisleno - laaghartig — sramno - afschuwelijk — gnusno - gemeen, laag, laaghartig, verachtelijk — vredno prezira - diametraal — dijametralno - naar, onaangenaam, onaardig, onbehaaglijk, ongezellig, onplezierig, onprettig, onvriendelijk — neprijatno - eerloos, oneervol, roemloos, schandelijk — sramno, sramotno - omkoopbaar, oneerlijk — nepošteno - geaffecteerd, geaffekteerd, huichelachtig, hypocriet, schijnheilig — licemerno - getrouw, loyaal, trouw — lojalno - ontrouw, trouweloos — nelojalno - spookachtig — jezivo - effectually (en) - effectively, efficaciously (en) - ongelijk — nejednako - verradelijk — izdajnički - faultily (en) - luisterrijk — sjajno - pijn aan de ogen doend — užasno - loodrecht, verticaal, vertikaal — uspravno, vertikalno - eensluidend, gelijkluidend, identiek — identično - blank — beo - kleurig, kleurrijk — kolorističan, mnogobojan, raznobojan, živopisan - kleurloos — bezbojan - verbijsterend — koji zbunjuje, zbunjujući - doorschijnend — delimično providan, prozračan - graad, kracht, macht, mogendheid, vermogen — fizicyka snaga, jacyina, sila, snaga - drabbig, troebel — mutan - bedauwd, blauwgrijs, blauwzwart, duifgrijs, zeegroen — zelenkastoplav - melkachtig — mlečan, mlečni - onderdanig, onderworpen, serviel, slaafs — ponizno, snishodljivo - perfidiously (en) - pertinently (en) - mooi — lepo - eerbaar, eervol, prijzenswaardig — vredno hvale - democratic, popular (en) - frequent (en) - general (en) - basis-, standaard- - bijzonder, uitzonderlijk — izuzetan, poseban - redak - ongewoon - gebruikelijk, gewoon — uobičajen - gebruikelijk, gewend, gewone, gewoon, gewoonlijke, vast — naviknut, uobičajen - gewoon — običan - afzonderlijk, individueel, individuele — pojedinačan - bepaald — pojedinačan - c.q., resp., respectief, respectievelijk, respektief — dotični, odnosni, pojedinačan, svoj - verschillend - stilzwijgend - definitief, onveranderbaar - onwaardig — nedostojno - nuttig - op een walgelijke manier — grozno - wholeheartedly (en) - speciaal — posebno - immediately (en) - acuut, dadelijk, direct, direkt, meteen, ogenblikkelijk, onmiddellijk, onverwijld, pal, subiet - direct, direkt, linea recta, rechtdoor, rechtstreeks — direktno - conventioneel, konventioneel — konvencionalan - bizar, gek, grillig — bizaran, ekscentricyan, nastran - fysiek, lichamelijk, materieel, stoffelijk — fizicyki, materijalni, telesni - onjuist — pogrešan - geloofwaardig — istinit, pouzdan, verodostojan, verovatan - ongelofelijk, ongelooflijk, ongeloofwaardig — neverovatan - bezwaarlijk, hachelijk, lastig, moeilijk, zwaar — oštar, svojeglav, težak, tezxak - netelig — delikatan, golicav, škakljiv, tugaljiv, zamršen - serious (en) - lastig, onwelkom — mučan, nedisciplinovan, nezgodan, problematičan, zabrinjavajući - lak - elementair, zuiver — osnovni, prost - glad — uglađen - direct (en) - scherp - aantrekkelijk, doelmatig, doeltreffend, effectief, efficiënt, werkzaam — delotvoran, efektan, efikasan, uspešan - gesloten — uzak - gelijk waarolig — na jednakom odstojanju - gelijkzijdig — jednakostran, jednakostranični - basis- — bazicyan, osnovni, pocyetnicyki, uvodni - crinkled, crinkly, rippled, wavelike, wavy (en) - impliciet, onuitgesproken, stilzwijgend — prećutan - binnenlands, intern, inwendig — unutrašnji - binnen-, binnenst — unutrašnji - buitenste, uiterlijk — spoljašnji, spoljni - niet vertrouwd - functioneel — funkcionalan - algemeen — opšti - specifiek — poseban - fiks, flink, genereus, goedgeefs, gul, knap, mild, mooi, royaal, vrijgevig — darežljiv, pozamašan, raskošan, širokogrud, velikodušan - gul, kwistig, onbekrompen, onbeperkt — darežljiv, velikodušan - armzalig, kwaadaardig — loš, skroman - parsimonious, penurious (en) - blij, gezond, heilzaam, lekker — blagotvoran, čedno, dobar, dobro, godno, pogodan, prijatan, ugodno, zdrav - aanvaardbaar — prijatan - gelegen komend, geschikt — zgodan - beroerd — užasan - negative (en) - aardig, goed, logisch, vriendelijk — blagodaran, blagodarna, blagodarnost, dobar, dobra, dobrotstvo, ljubazan, razuman - donker, duister — zlo - demonisch, diabolisch, duivels, gemeen, satanisch, schandelijk, vreselijk — demonski, lukav, nerazuman, podmukao, sraman - devilish, diabolic, diabolical, mephistophelean, mephistophelian (en) - begenadigd, gelukkig, gelukzalig, gezegend — blažen - laag — nizak - human (en) - humaan, menselijk — human - beestachtig, bestiaal, bruut, grof, hardhandig — brutalan, životinjski, zverski - klein, minuscuul, nietig — mal, malen, mali, sitan - aanmerkelijk, beduidend, belangrijk, considerabel, gewichtig, groot, relevant, veelbetekenend — bitan, važan, vazxan, značajan - groot - belangrijkst, fundamenteel, hoofd-, sleutel- — centralni, fundamentalan, kardinalan, ključni - belangrijkst, hoofd{#169}, hoog, voornaamste — glavni, najvažniji, vrhovni - historisch — istorijski - echt menend - strategisch - waardevol — dragocen - futiel — beznačajan, trivijalan - belangwekkend, interessant, wetenswaardig — zanimljiv, zanimlxiv - aangrijpend, boeiend, grijpend, intrigerend, roerend — apsorpcioni, intrigantan, koji drži pažnju - afstompend, geestdodend, langdradig, monotoon, saai, vervelend — dosadan, zaglupljujući, zamoran - dik, groot, kolossal, lang, omvangrijk — prikladan za čoveka, velik, veliki, visok - ruim — širok - lijvig — glomazan, kabast, težak, veliki - ruim, veelomvattend — komotan, obiman, prostoran, prostran - kolossaal, reuzehoog, torenhoog, verbijsterend — čudesan, gorostasan, ogroman, zapanjujući - dubbel — dupli - enorm, hemelsbreed, huizehoog, levensgroot, reusachtig — ogroman - gigantisch, reusachtig, reuzen- — džinovski, ogroman - reusachtig — gigantski, mamutski - enorm, immens, uitgestrekt — ogroman - geweldig, gigantisch, kolossaal, reusachtig, zeer groot — ogroman, silan, vrlo velik - klein, micro-, minuscuul, piepklein, tenger, uiterst klein — mikro-, patuljast, sićušan, sitan - gering, miniem, minuscule, minuscuul, minuskuul, nietig, onbeduidend, onbeduidende — nominalan, razlomački - mild — blag - intensief — intenzivan - ernstig — grozan, ozbiljan, uzxasan - strong (en) - buitensporig, hoog, overmatig — nerazuman, neuredan, prekomeran, preteran - buitensporig, exorbitant — astronomski, lihvarski, preteran, zelenaški - extreem, extremistisch, radicaal, ultra{#169} — ekstermistički, ekstreman, krajnji, preteran, radikalan, ultra, ultra- - moreel — moralan - bandeloos, lichtzinnig, liederlijk, losbandig, ontaard, ontuchtig, vrijgevochten — izopačen, nemoralan, razuzdan, razvratan - natural (en) - afschuwelijk, afstotelijk, afstotend, weerzinwekkend — mrzak, nespojiv, odbojan, odvratan - vies, walgelijk — gadan, odvratan - oud — стар - fris, nieuw — nov - recent (en) - unused (en) - virgin (en) - bejaard, oud — postariji, star, u godinama - meerderjarig, mondig - emeritus, rustend - jeugdig, jong — mlad, mlado, mladoliko - in de puberteit, tiener, tiener{#169} — mladićstvo, omladina, pubertetski, tinejdžerski - meisjesachtig, mesjesachtig — devojački - klein - gewoon — običan - gemiddels, matig, middelmatig — osrednji, umeren, zadovoljavajući - common (en) - alledaags — uobičajen - buitengewoon, enorm, fantastisch, geweldig, wonderbaarlijk — čudan, čudesan, izvanredno, ogroman, predivan, prekrasan, sjajan, veliki - origineel — originalan - verrassend — nov, svezx - groundbreaking, innovational, innovative (en) - afgezaagd, banaal, versleten — banalan, otrcan - aanvaardbaar, toelaatbaar — dopustljiv, prihvatljiv - aangenaam, prettig — prijatan, ugodan - afdoend, positief — pozitivan, pozitivan broj, siguran - negative (en) - neutral (en) - krachtig, sterk — goroloman, jak, silan, snažan - dwang- — prinudan - potent, strong (en) - krachtig - machteloos — nemoćan, nemocxan - bevallig, gepast, geschikt — prikladan, pristojan, privlačan - preuts — korektan, moralno strog, puritanski - puur, zuiver — čist - degelijk, gezond — razborit, razuman, zdrav - ongerechtvaardigd — neopravdan - regelmatig - daags, dag-, dagelijks, elke dag, iedere dag, per dag — svakodnevni - official, prescribed (en) - dezelfde, gelijkend, hetzelfde — isti, isto, nalik - razlicyit - verschillend — različit - gelijkend, gelijksoortig — sličan, slicyan - onbevredigend, onvoldoende — nezadovoljavajući - veelbetekenend — značajan, znacyajan - nietig, nietsbetekenend, onaanzienlijk, onbeduidend, onbelangrijk, onbelangrijke, onbenullig, onbetekenend, weinigzeggend — beznačajan, beznacyajan - eenvoudig, elementair, essentieel, fundamenteel, grond-, wezenlijk — elementaran, fundamentalan, osnovni - ingewikkeld - complex, gecompliceerd, gekompliceerd, ingewikkeld — komplikovan, složen, zamršen - composite (en) - kruiperig, vleierig — ulizički - prav - knoestig — čvornovat, kvrgav - tortuous, twisting, twisty, voluminous, winding (en) - harde wind, machtig, sterk — jak, snažan - weak (en) - genoeg, voldoende — dovoljan, dovoljno - ontoereikend, onvoldoende — nedovoljan, nedovoljno, neprikladan - krap — mali, oskudan, škrt - superieur - excellent, prima, uitmuntend, uitstekend, voortreffelijk — odličan, prvoklasan, vrli - goed, prima, voortreffelijk — lep, pohvalan, sjajan - goedkoop, rot — sirast - zakelijk — poslovni - middelmatig — osrednji - doorzichtig, ragdun, transparant — paučinast, providan - dienstig, nuttig, zinvol — koristan, od pomoći - ijdel, nutteloos, vergeefs — uzaludan - veelkleurig — išaran, raznobojan, šaren, šarolik - regelbaar — promenljiv, varirajući - herhalend — iterativan, učestan - halfwarm, lauw, lauwwarm — mlak - beperkt, nauw, smal — oskudan, uzak, уски - cilindervormig, cilindrisch, rolvormig - sustainable (en) - altruïsme, onzelfzuchtigheid — altruizam, nesebičnost - oplettendheid — zamišljenost - bescheidenheid, discretie, diskretie, geheimhouding, levenskunst, savoir-vivre, tact — osećanje mere, takt, taktičnost - finesse, gevoeligheid, teerheid — finesa, prefinjenost, veština - deugdzaamheid — moralnost - deugdzaamheid — vrlina - billijkheid, gerechtigheid, recht, rechtvaardigheid — pravda, pravednost, pravicynost - gelijk, het rechte eind, rechtsgoed — pravo - flinkheid, kracht, robustheid, robuustheid — glasnost, izdržljivost, odlučnost, otpornost, smelost, snažnost - grit, lef, moed, split, strooizand, zand, zandgrond, zandkorrel, zandvlakte — creva - uithoudingsvermogen — izdržljivost - achilleshiel - gang, gangetje, rijsnelheid, snelheid, tempo, vaarsnelheid, vaart, vaartje — brzina, hitrost - acceleratie, acceleratievermogen, versnelling[Domaine]
-