sensagent's content
Lettris
Lettris is a curious tetris-clone game where all the bricks have the same square shape but different content. Each square carries a letter. To make squares disappear and save space for other squares you have to assemble English words (left, right, up, down) from the falling squares.
boggle
Boggle gives you 3 minutes to find as many words (3 letters or more) as you can in a grid of 16 letters. You can also try the grid of 16 letters. Letters must be adjacent and longer words score better. See if you can get into the grid Hall of Fame !
English dictionary
Main references
Most English definitions are provided by WordNet .
English thesaurus is mainly derived from The Integral Dictionary (TID).
English Encyclopedia is licensed by Wikipedia (GNU).
Translation
Change the target language to find translations.
Tips: browse the semantic fields (see From ideas to words) in two languages to learn more.
last searches on the dictionary :
computed in 0.172s
bekwaam — sposoban - eigenlijk, in de grond, in wezen — temeljno, u biti, u stvari, zapravo - overvloedig, rijkelijk voorhanden — obilan - overvloedig, uitbundig — razigran, živahan - accessible (en) - aanspreekbaar, bereikbaar - naargelang, naarmate - conventioneel - beslist, duidelijk - specifiek — izričito, specifično - direct, direkt, doelgericht, rechtstreeks - analogisch — analogno - bovenal, meestal, vooral, voornamelijk — poglavito, uglavnom, većinom - geaffecteerd, geaffekteerd, gekunsteld, gemaakt, gezwollen, hoogdravend - bijzonder, eigenaardig, speciaal — neobičan - eens en voor altijd, overtuigend, voor eens en altijd — jednom zauvijek, odlučno, uvjerljivo - armzalig, beklagenswaard, beklagenswaardig, betreurenswaard, betreurenswaardig, deplorabel, erbarmelijk, jammerlijk, rampzalig, zielig — jadno, nesretno - doorgaans, gewoon, gewoonlijk, in de regel, normaal, normaliter — najčešće, normalno, obicno, obično, općenito, uobicajeno, u pravilu - onregelmatig — nepouzdano, nepredvidivo - abstract, abstrakt - materieel, stoffelijk — stvaran - grotesk, op belachelijke wijze, op groteske wijze — groteskno - huichelachtig, hypocriet, onoprecht, schijnheilig — dvoličan, licemjeran - afwisselend, beurtelings, verwisselend - billijk, correct, eerlijk, juist, rechtschapen, rechtvaardig - met name, opmerkelijk — osobito, posebno - adekwaat, adequaat, behoorlijk, betamelijk, convenabel, deugdelijk, fatsoenlijk, gepast, geschikt, gevoeglijk, juist, naar behoren, netjes, oorbaar, pasasend, passend — prikladno, primjereno - inappropriately, unsuitably (en) - gepast, geschikt, goed, juist, passend, toepasselijk — dostojan, odgovarajući, prikladan, primjeren, pristao - kwaadaardig, slecht — pakosno, zlo - van nabij — pažljivo, pomno - aantrekkelijk — privlačan, privlačna - betoverend, fascinerend — fascinantan, fasciniran, koji očarava, očaran, očaravajuć, privlačan - andersom, integendeel, in tegendeel — naprotiv, nasuprot - aantrekkelijk - innemend, sympathiek - radicaal, radikaal — korjenito, radikalno - uitzonderlijk — izvanredno, nevjerojatno - beschikbaar, verkrijgbaar — dostižan, nabavljiv - te koop — na prodaju, prodaje se - aardig — lijepo, ugodno - onverkrijgbaar, uitverkocht - regelmatig - abusievelijk, bij abuis, onjuist, per abuis, verkeerd — neispravno, pogrešno, zabunom - liberaal, royaal, royaal,, vrijgevig — liberalno, širokogrudno, velikodušno - inconveniently (en) - begrijpelijk, verstaanbaar — razumljivo - unintelligibly, ununderstandably (en) - unjustly (en) - gebruikelijk — uobičajeno - geestelijk — duhovno - langdradig, vervelend — dosadno, zamorno - heerlijk, prachtig, schitterend — izvrstan. vrlo ukusan, krasan, sjajan - pulchritudinous (en) - verrukkelijk — ljupka, očaravajuća - bewonderenswaard, bewonderenswaardig, prijzenswaardig — pohvalno - aangenaam, behaaglijk, fijn, gemoedelijk, genoeglijk, gezellig, plezierig, prettig — prijazno, privlačno, ugodan, ugodno - onaangenaam - maar net, net, nipt, nog net, op het kantje, op het nippertje — jedva jedvice, tijesno, za dlaku izmaći - vriendelijk - getrouw — tocno, vjerno - lekker, plezierig - vaag — blijedo, slabo - kronkelig, scheef — nepošteno - bijzonder, in het bijonder, in het bijzonder, speciaal, specialiter — konkretan, napose, naručito, osobito, pogotovo, posebno - inwendig, van binnen — interno, unutarnje - fosforescerend - vriendelijk — blago - oneerlijk — nepošteno - consequentially (en) - ongelofelijk, ongelooflijk, onwaarschijnlijk — neuvjerljivo, nevjerojatno, s malom vjerojatnošću - absurd, ongerijmd, onzinnig — besmisleno - laaghartig — nisko, podlo - afschuwelijk — odvratno - gemeen, laag, laaghartig, verachtelijk — nisko, podlo - diametraal - naar, onaangenaam, onaardig, onbehaaglijk, ongezellig, onplezierig, onprettig, onvriendelijk — antipatično, neugodno - eerloos, oneervol, roemloos, schandelijk — nečasno, sramotno - omkoopbaar, oneerlijk — neiskreno - geaffecteerd, geaffekteerd, huichelachtig, hypocriet, schijnheilig — licemjerno - getrouw, loyaal, trouw — odano - ontrouw, trouweloos — nelojalno - spookachtig — jezivo - effectually (en) - effectively, efficaciously (en) - ongelijk — nejednako, neujednačeno - verradelijk — izdajnički - faultily (en) - luisterrijk — blistavo - pijn aan de ogen doend — odvratno, ružno - loodrecht, verticaal, vertikaal — okomito, okomitost - eensluidend, gelijkluidend, identiek — identično - blank — svijetao - kleurig, kleurrijk — mnogobojan, obilno obojen, šaren, slikovit, uzbudljiv, živobojan - kleurloos — bez boja, bezbojan - verbijsterend - doorschijnend — providan, proziran - graad, kracht, macht, mogendheid, vermogen — energija, jakost, sila, snaga, velesila - drabbig, troebel - bedauwd, blauwgrijs, blauwzwart, duifgrijs, zeegroen - melkachtig — mliječan - onderdanig, onderworpen, serviel, slaafs — pokorno, ponizno, puzavo, ropski - perfidiously (en) - pertinently (en) - mooi — dražesno, lijepo - eerbaar, eervol, prijzenswaardig — dužno poštovanja - democratic, popular (en) - frequent (en) - general (en) - basis-, standaard- - bijzonder, uitzonderlijk — izvanredan, nevjerojatan, osobit, poseban - neobičan - ongewoon - gebruikelijk, gewoon — obično - gebruikelijk, gewend, gewone, gewoon, gewoonlijke, vast — redovan, stalan, uobicajen, uobičajen - gewoon — običan, priprost, prost - afzonderlijk, individueel, individuele — pojedinačan, pojedini - bepaald — osobit - c.q., resp., respectief, respectievelijk, respektief — odnosni - verschillend - stilzwijgend - definitief, onveranderbaar - onwaardig — nedostojno - nuttig - op een walgelijke manier — odvratno, strašno - wholeheartedly (en) - speciaal — posebno, u osobitu svrhu - immediately (en) - acuut, dadelijk, direct, direkt, meteen, ogenblikkelijk, onmiddellijk, onverwijld, pal, subiet - direct, direkt, linea recta, rechtdoor, rechtstreeks — ravno - conventioneel, konventioneel — prihvaćen, uobičajen - bizar, gek, grillig — bizaran, čudan - fysiek, lichamelijk, materieel, stoffelijk — materijalan - onjuist — neispravan, pogrešan - geloofwaardig — vjerojatan - ongelofelijk, ongelooflijk, ongeloofwaardig — nevjerojatan - bezwaarlijk, hachelijk, lastig, moeilijk, zwaar — naporan, neugodan, problematično dijete, teško, težak - netelig — osjetljiv, škakljiv - serious (en) - lastig, onwelkom — zabrinjavajući - easy (en) - elementair, zuiver — čist, elementaran, osnovan, puki - glad — laskav, sladak - direct (en) - scherp - aantrekkelijk, doelmatig, doeltreffend, effectief, efficiënt, werkzaam — djelotvoran, efektan, efikasan, učinkovit - gesloten — napet, tijesan, uzak - gelijk waarolig - gelijkzijdig — istostraničan - basis- — elementaran, temeljan - crinkled, crinkly, rippled, wavelike, wavy (en) - impliciet, onuitgesproken, stilzwijgend - binnenlands, intern, inwendig — unutarnji, unutrašnji - binnen-, binnenst — unutarnji, unutrašnji - buitenste, uiterlijk — izvanjski, vanjski - niet vertrouwd - functioneel — funkcionalan - algemeen — općenit - specifiek — naročit, specifičan - fiks, flink, genereus, goedgeefs, gul, knap, mild, mooi, royaal, vrijgevig — darežljiv, izdašan, rasipan, velikodušan, velikodušan prilican - gul, kwistig, onbekrompen, onbeperkt - armzalig, kwaadaardig — bijedan, malen, neugodan - parsimonious, penurious (en) - blij, gezond, heilzaam, lekker — dobre volje, koji čini dobro, od koristi, sretan, u dobroj formi, ugodan, ukusan, uslužan, zadovoljan, zdrav - aanvaardbaar — prihvatljiv - gelegen komend, geschikt — podesan, prikladan, primjeren, zgodan - beroerd — loš - negative (en) - aardig, goed, logisch, vriendelijk — dobar, ljubazan, razuman - donker, duister — zao - demonisch, diabolisch, duivels, gemeen, satanisch, schandelijk, vreselijk — bezbožan, neljudski, okrutan, paklenski, strašan, zao - devilish, diabolic, diabolical, mephistophelean, mephistophelian (en) - begenadigd, gelukkig, gelukzalig, gezegend — radostan - laag - human (en) - humaan, menselijk — covjecan, human, meka srca - beestachtig, bestiaal, bruut, grof, hardhandig — okrutan, zvjerski - klein, minuscuul, nietig — mal, malen, neznatan - aanmerkelijk, beduidend, belangrijk, considerabel, gewichtig, groot, relevant, veelbetekenend — bitan, ozbiljan, važan, značajan - groot - belangrijkst, fundamenteel, hoofd-, sleutel- — bitan, glavni, ključan, osnovan, središnji, temeljni - belangrijkst, hoofd{#169}, hoog, voornaamste — glavni, visokog ranga, vrhovni, znacajan - historisch — povijesni - echt menend - strategisch - waardevol — vrijedan - futiel - belangwekkend, interessant, wetenswaardig — zanimljiv - aangrijpend, boeiend, grijpend, intrigerend, roerend — koji obuzima pozornost, zagonetan, zanimljiv - afstompend, geestdodend, langdradig, monotoon, saai, vervelend — dosadan, koji ubija dušu, nezanimljiv, prepun podataka, težak, zamoran - dik, groot, kolossal, lang, omvangrijk — odmjeren za čovjeka, širok, velik - ruim - lijvig — velik - ruim, veelomvattend — prostran, širok, udoban - kolossaal, reuzehoog, torenhoog, verbijsterend — čudesan, divovski, golem, izvanredan - dubbel — dupli, dvostruki - enorm, hemelsbreed, huizehoog, levensgroot, reusachtig — enorman, golem - gigantisch, reusachtig, reuzen- — divovski - reusachtig — golem - enorm, immens, uitgestrekt — golem, neizmjeran, ogroman - geweldig, gigantisch, kolossaal, reusachtig, zeer groot — golem, velik - klein, micro-, minuscuul, piepklein, tenger, uiterst klein — malen, malena i graciozna, mali broj, mikro-, sićušan, sitan, vrlo malen - gering, miniem, minuscule, minuscuul, minuskuul, nietig, onbeduidend, onbeduidende — beznačajan, neznatan, vrlo malen - mild — umjeren - intensief - ernstig — opasan, ozbiljan - strong (en) - buitensporig, hoog, overmatig — prekomjeran, pretjeran, pretjerano visok - buitensporig, exorbitant — iznuđivački, lihvarski, neumjeren, pretjeran - extreem, extremistisch, radicaal, ultra{#169} — korjenite, radikalne, ultra - moreel — moral - bandeloos, lichtzinnig, liederlijk, losbandig, ontaard, ontuchtig, vrijgevochten — izopačen, izrođen, nemoralan, pokvaren, raskalašen, razuzdan - natural (en) - afschuwelijk, afstotelijk, afstotend, weerzinwekkend — mrzak, odbojan, odvratan - vies, walgelijk — neugodan, odvratan, prljav - oud - fris, nieuw — još nepoznat, nerabljen, novonastao - recent (en) - unused (en) - virgin (en) - bejaard, oud — ostario, stariji, u dobi - meerderjarig, mondig - emeritus, rustend - jeugdig, jong — mladolik - in de puberteit, tiener, tiener{#169} — adolescent, adolescentan, tinejdžer, tinejdžerski - meisjesachtig, mesjesachtig — djevojački - klein - gewoon — uobičajeno - gemiddels, matig, middelmatig — osrednji, prihvatljiv, prosječan, umjeren - common (en) - alledaags — svakodnevan, uobičajen - buitengewoon, enorm, fantastisch, geweldig, wonderbaarlijk — čaroban, čudesan, divan, fantastičan, golem, ogroman, potpun, prekrasan, sjajan - origineel — originalan - verrassend - groundbreaking, innovational, innovative (en) - afgezaagd, banaal, versleten — banalan, izlizan, otrcan - aanvaardbaar, toelaatbaar — dopustiv - aangenaam, prettig — ugodan, zabavan - afdoend, positief — nedvojben, pozitiv, pozitivan, pozitivno - negative (en) - neutral (en) - krachtig, sterk — jako, moćan - dwang- - potent, strong (en) - krachtig - machteloos — nemoćan, slab - bevallig, gepast, geschikt — doličan, dolično, dražestan, ljepuškast, priličan, pristao, pristojno - preuts — iron.kao stara frajla, pedantan, preozbiljan, ukočen, uskogrudan - puur, zuiver — bez vode - degelijk, gezond — čil, zdrav - ongerechtvaardigd - regelmatig - daags, dag-, dagelijks, elke dag, iedere dag, per dag — svakodnevni - official, prescribed (en) - dezelfde, gelijkend, hetzelfde — isti, jednak, nepromijenjen, sličan - different (en) - verschillend — različit - gelijkend, gelijksoortig — naličan, sličan - onbevredigend, onvoldoende — nezadovoljavajuć - veelbetekenend — koji ima neko značenje, smisao, značajan - nietig, nietsbetekenend, onaanzienlijk, onbeduidend, onbelangrijk, onbelangrijke, onbenullig, onbetekenend, weinigzeggend — beznačajan - eenvoudig, elementair, essentieel, fundamenteel, grond-, wezenlijk - ingewikkeld - complex, gecompliceerd, gekompliceerd, ingewikkeld — kompliciran, složen, upleten, zamršen - composite (en) - kruiperig, vleierig - na pravom mjestu, pravilan, pravocrtan, ravan - knoestig — kvrgav - tortuous, twisting, twisty, voluminous, winding (en) - harde wind, machtig, sterk — jak, moćan, oštar, snažan - weak (en) - genoeg, voldoende — dostatan, dovoljan, dovoljno - ontoereikend, onvoldoende — nedostatan, nedostatno - krap — nedovoljan, oskudan - superieur - excellent, prima, uitmuntend, uitstekend, voortreffelijk — izvrstan, odličan - goed, prima, voortreffelijk — divan, ispravan, izvrstan, kvalitetan, odobravajuć, poželjan, sjajan, zadovoljavajući - goedkoop, rot - zakelijk — poslovni - middelmatig — osrednji - doorzichtig, ragdun, transparant — lagan, prozračan - dienstig, nuttig, zinvol — od koristi, uslužan - ijdel, nutteloos, vergeefs — uzaludan - veelkleurig — raznobojan, šaren - regelbaar — promjenjiv - herhalend - halfwarm, lauw, lauwwarm — bez oduševljenja, mlačan, mlak - beperkt, nauw, smal — ograničen, oskudan, uzak - cilindervormig, cilindrisch, rolvormig - sustainable (en) - altruïsme, onzelfzuchtigheid — altruizam - oplettendheid — pažljivost, zamišljenost - bescheidenheid, discretie, diskretie, geheimhouding, levenskunst, savoir-vivre, tact — nježan i siguran postupak, takt, taktičnost - finesse, gevoeligheid, teerheid — obzirnost, osjetljivost, spretnost, taktičnost - deugdzaamheid — moralnost - deugdzaamheid - billijkheid, gerechtigheid, recht, rechtvaardigheid — opravdanost, pravda, pravednost, pravo - gelijk, het rechte eind, rechtsgoed — ispravno - flinkheid, kracht, robustheid, robuustheid — izdržljivost, mišićavost, otpornost, smjelost, snaga, zdravlje - grit, lef, moed, split, strooizand, zand, zandgrond, zandkorrel, zandvlakte - uithoudingsvermogen — izdržljivost, snaga - achilleshiel — Ahilova peta - gang, gangetje, rijsnelheid, snelheid, tempo, vaarsnelheid, vaart, vaartje - acceleratie, acceleratievermogen, versnelling — akceleracija, ubrzanje[Domaine]
-