sensagent's content

  • definitions
  • synonyms
  • antonyms
  • encyclopedia

Lettris

Lettris is a curious tetris-clone game where all the bricks have the same square shape but different content. Each square carries a letter. To make squares disappear and save space for other squares you have to assemble English words (left, right, up, down) from the falling squares.

boggle

Boggle gives you 3 minutes to find as many words (3 letters or more) as you can in a grid of 16 letters. You can also try the grid of 16 letters. Letters must be adjacent and longer words score better. See if you can get into the grid Hall of Fame !

English dictionary
Main references

Most English definitions are provided by WordNet .
English thesaurus is mainly derived from The Integral Dictionary (TID).
English Encyclopedia is licensed by Wikipedia (GNU).

Translation

Change the target language to find translations.
Tips: browse the semantic fields (see From ideas to words) in two languages to learn more.

last searches on the dictionary :

computed in 0.063s


 » 

analogical dictionary

factotum (en)[Domaine]

instance (en)[Domaine]

eruitzien, ogen, tonen, zienparecer - lijden aan, opvreten, pijn hebben, vergaandoler, padecer de, sentir dolor, sufrir, sufrir de, tener dolor - goed gaan, goed staan, het goed doencaer bien, estar bien, estar bueno, estar en plena forma, ir bien, sentar bien - suffer (en) - zich voelenencontrarse, sentirse - blijven, uitblijven, wegblijvenmantenerse, quedarse - doorgaan - fonkelen, sprankelenlucirse - epateren, in verwarring brengen, puzzelen, verbazen, verbijsteren, verwarren, verwonderenasombrar, aturdir, confundir, dejar perplejo, desconcentrar, desconcertar, desorientar, embrollar, enredar, ofuscar, pasmar, turbar - plaatsen, zich bevinden - point (en) - behoefte, behoeven, disfunctioneren, hoeven, mankeren, nodig hebben, schelen, vereisenhacer falta, necesitar, precisar, querer, requerir - compact, pack (en) - liggen, liggend, rustenapoyar, apoyarse - cut (en) - enfadarse, indignarse, rabiar - rondhangenir de aquí para allá, merodear - aandoen, dunken, eruitzien, er uitzien, lijken, ogen, optreden, ruiken, schijnen, toelijken, toeschijnen, tonen, verschijnen, voorkomen, zienaparecer, comparecer, parecer, parece ser que - blijkenparecer - danken, schuldig zijndeber - aanbehoren, behoren tot, toebehoren, toebehoren aan, van, zijn vanpertenecer, pertenecer a, ser de, ser propiedad de - dekkencubrir, llegar para - vertegenwoordigen - account (en) - cut across (en) - beginnen - beginnen - aanliggen, liggen, staan - definirse, delimitar, especificar - gaanestar, ser - betekenisvol zijn, kloppentener sentido - bestaan, bestaan uit, gelijkstaancomponerse de, consistir en, constar de - blijken, leiden, resulteren, uitdraaien, uitlopen, uitmonden, uitpakken, uitvallen, vallendemostrar, probar, resultar - account for (en) - achterblijven, overblijven, overschieten, resten, resteren - bijstaan, gereedstaan, klaarstaan, plakkenadherirse a, mantenerse fiel - echtbreken, fröbelen, knutselen, lanterfanten, leeglopen, lummelen, rondbanjeren, rondhangen, rondlummelen, rotzooien, slungelen, straatslijpen, treuzelen, vreemdgaancorrer por, dar vueltas, deambular, demorarse, entretenerse, haraganear, holgazanear, perder el tiempo, pulular, quedarse, rezagarse - bedragen, belopen, gelijkstaan met, komen opascender a, elevarse a, equivaler, hacer, ser, subir a, sumar, venir a ser lo mismo - belangrijk zijn, er iets toe doen, ertoe doen, er toe doen, er wel toe doen, gelden, iets kunnen schelen, iets uitmaken, meespelen, meespreken, relevant zijn, schelen, spelen, tellen, ter zake doen, uitmaken, van belang zijn, van betekenis zijn, verrekken, verrotten, wel kunnen schelen, wel uitmakencontar, importar, importar a, ser de importancia, ser importante, ser relevante, tener importancia, tener relevancia - rate (en) - recht hebben op, toekomen, verdienen, waard zijnameritar, merecer, ser digno de, valer - lonen, renderen - shine (en) - fall (en) - afhangen van, berustendepender, depender de - ten grondslag liggen aanestar debajo de - stink (en) - tegengesteld zijnapretar - body forth, embody, incarnate, substantiate (en) - plaats hebben voortener cabida - bedragen, belopen, komen, maken, worden, zijnvaler - metenmedir - gonzen, gonzen van de activiteiten, roezemoezen, roezenbullir, en actividad estar, zumbar - overvloedig aanwezig zijn, overvloedig zijnabundar - afwijken, niet goed bekomenno estar calificado, no estar preparado, sentar mal - aangapen, gapenmirar boquiabierto - de neiging hebben, de neiging hebben om, de neiging hebben tot, plegen, tenderen, zwementender a, tener tendencia a - go, run (en) - meespelenconstar, figurar - press (en) - razen, woedenarrasar, bramar, desarollarse ferozmente, enfurecerse, hacer estragos - betreffen, samenhangen met, verband houden met, verbonden zijn metcon relación a, estar conectado con, estar relacionado, guardar relación con, interrelacionarse, relacionar con - bronstig zijnestar en celo - stagnate (en) - stagnerenestancarse - handig zijn, van pas komenser útil, servir - squat (en) - hoodoo (en) - dreigen, ophanden zijn, op handen zijn, op komst zijnamenazar, ser inminente - variërenvariar - aanblijven, blijven, overblijvencontinuar, permanecer, quedar, quedarse, seguir - venderse - translate (en) - bijdraaiendirigir - dirigirse, ir a, marchar - vergelijkencompararse, poderse comparar - komen, staan, vallen - encounter, run into (en) - gravitate (en) - betalen, verdienen - diverge (en) - uitblinkenbrillar, destacar, sobresalir - iridesce (en) - schuilen, schuilgaan - staanalzar, estar de pie, levantar, poner de pie - hang (en) - litter (en) - gelegen komen, passen, staan, treffen, van pas komen, verhoudenllegar oportunamente, ser conveniente, ser oportuno, venir a propósito, venir bien, venir de primera - eindigen - passen, sluiten, zittencaber, quedar, ser apropiado - blootstaan, openstaan, vaceren, vrijstaan - ontspannen - behoren, horen, ressorteren, vallen - behoren, betamen, horen, passen - afbuigen, buigen, kronkelenhacer curva, serpentear, torcerse, zigzaguear - emburujarse, hacer un revoltillo, mezclar, mezclarse - beloven, toezeggen, voorspellen - aguantar, coger, llevar, soportar - lavarse, limpiarse - trekkenatraer, llevar - wassenlavar, lavarse - balanceren - ser proceder de - act (en) - test (en) - seem (en) - voldoen aansatisfacer - beat (en) - hold (en) - contain (en) - connect (en) - sell (en) - sell (en) - doden - make (en) - adorn, beautify, deck, decorate, embellish, grace (en) - consist (en) - work (en) - lubricate (en) - breathe (en) - trim (en) - swing (en) - osculate (en) - retard (en) - transplant (en) - adherirse - bezwaar makenobjetar - stick (en) - recognize (en) - distribute (en) - put out (en) - behoren, behoren tot, deel uitmaken van, deel zijn van, horen, lid zijn van, ressorteren, thuishoren, thuishoren bij, toebehoren, toehoren, vallen, zijnformar parte de, pertenecer a, ser miembro - versieren - suck (en) - count (en) - bake, broil (en) - drown, swim (en) - duizelendar vueltas - belong (en)[Spéc.]

bestaan (v.) • bevinden (v. trans.) • estar (v.) • ser (v.) • steken (v.) • uitmaken (v. trans.) • verkeren (v.) • vormen (v. trans.) • zijn (v.) • zitten (v. intr.)

-