sensagent's content
- definitions
- synonyms
- antonyms
- encyclopedia
Lettris
Lettris is a curious tetris-clone game where all the bricks have the same square shape but different content. Each square carries a letter. To make squares disappear and save space for other squares you have to assemble English words (left, right, up, down) from the falling squares.
boggle
Boggle gives you 3 minutes to find as many words (3 letters or more) as you can in a grid of 16 letters. You can also try the grid of 16 letters. Letters must be adjacent and longer words score better. See if you can get into the grid Hall of Fame !
English dictionary
Main references
Most English definitions are provided by WordNet .
English thesaurus is mainly derived from The Integral Dictionary (TID).
English Encyclopedia is licensed by Wikipedia (GNU).
Translation
Change the target language to find translations.
Tips: browse the semantic fields (see From ideas to words) in two languages to learn more.
last searches on the dictionary :
computed in 0.047s
analogical dictionary
verhangen; verplaatsen; verschuiven; verzetten; verleggen[Classe]
beweging, omzetting, stroming, translocatie, transpositie, verplaatsing — gibanje, premik, premikanje - premik, premikanje - verhuisbedrijf, verhuizer - verhuizer — ki se ukvarja s selitvami, odstranjevalec, predlagatelj - beweegbaar, vervoerbaar — gibljiv, premestljiv, premičen, prenesljiv, prenosen, prevozen - gibljiv, premičen[Dérivé]
rondsturen, rondzenden, verspreiden — mobilizirati - relocate (en) - losschieten, losspringen, ontwrichten, ontzetten, verplaatsen — izpahniti, premakniti, zviniti - overbrengen, overzetten — narediti translacijo, premakniti, prevesti - detacheren, post vatten, stationeren — biti, dati, namestiti, poslati, postaviti - aanjagen, aanwakkeren, losmaken — motiti, razburjati, vznemiriti - doorsluizen, overbrengen, overdragen, overrijden — naprej podati, poslati, prenašati, prenesti, prepeljati, transportirati, voziti - doorsluizen - bloeien, floreren, krullen, zwaaien, zwaaien met — vihteti, zamahniti - trekken, voorttrekken — potegniti, vleči - aandragen, dragen, meedragen, transporteren, vervoeren — biti, imeti, nositi, prenašati, prenesti, prepeljati, prevažati, transportirati - losrukken, rukken, scheuren, sjorren, sleuren, snokken — potegniti - omwoelen, omwroeten, verfomfaaien - deponeren, doen, leggen, neerleggen, neerzetten, opstellen, poseren, steken, stoppen, zetten — biti, dati, iti, namestiti, nastaviti, položiti, postaviti, pozirati, predložiti, staviti - koppelen — biti, delovati, vklopiti, zakleniti - aandrijven, bewegen, stuwen, voortbewegen — gnati, goniti, poganjati, pognati, priganjati, sprožiti, zagnati - lanceren — aktivirati se, odpreti pot - doorspoelen, inkapselen, inwalsen, omhullen, omsluieren, omwikkelen, rollen, strengelen, wikkelen, winden — naviti, oviti se, zamotati, zaviti, zviti - afrollen, afwikkelen, afwinden, loswikkelen, loswinden, ontrollen, openrollen, uitrollen — odmotati, odviti, razmotati, razširiti se, razviti - prisiliti, stlačiti se - delati - knoeien, leegstromen, morsen, storten, vergieten — bruhati, odvreči - druppen, knoeien, morsen, spetteren, sputteren — pljuskati, razlivati se - afwerpen — vreči iz sedla - afscheiden, afscheid nemen, afsplitsen, delen, scheiden, splitsen, uiteengaan, uiteenrukken, van elkaar scheiden, verdelen — deliti, ločiti, razdeliti, razdružiti, razdvojiti - loswrikken, loswroeten, met wortel en al uittrekken, uitroeien, uitwieden, wieden — izkoreniniti, izpuliti, iztrebiti - depress, press down (en) - dragen — dvigniti, nositi - flick, riffle, ruffle (en) - delati - terugnemen - centreren, concentreren - pump (en) - scannen, zich laten scanderen — skenirati - doen schudden, schokken - wiegen - obračati se - aanduwen, douwen, drukken, duwen, opschuiven, persen — poriniti, potisniti, prisiliti - zibati - fluctuate (en) - biti - bewegen, losmaken, roeren, verliggen, verroeren — izbiti, premakniti, premestiti, premikati - glijden — drseti - doorroeren, omscheppen, opgooien, opwerpen, roeren, tossen — mešati - play (en) - afgooien, omduwen, omgooien, omhalen, omkantelen, omkegelen, omkeilen, omkiepen, omkieperen, omklappen, omknikkeren, omrollen, omsmijten, omverduwen, omvergooien, omverhalen, omverkegelen, omverrennen, omverwerpen, omwentelen, omwerpen, omwippen — prevrniti - verladen — biti, poslati, prenesti, prepeljevati, prevažati, transportirati, voziti - afzenden, expediëren, gooien, opsturen, sturen, versturen, verwijzen, wegsturen — biti, poslati, posredovati, usmeriti - overbrengen, transporteren, vervoeren, voeren — prenesti, prepeljati, prepeljavati, prepeljevati, prevažati, prevoziti, transportirati, voziti - saltate (en) - afhalen, afzinken, lager maken/worden, verlagen — spustiti, znižati - opheffen — dvigniti - beuren, heffen, lepelen, lichten, omhooghalen, omhoogtillen, opbeuren, ophalen, opheffen, ophogen, oplaten, oplichten, opnemen, oprichten, opspuiten, opsteken, optillen, opzetten, tillen, verheffen, verhogen, verzetten — dvigati, dvigniti, dvigovati, povišati, povzdigniti - droppen, laten, laten vallen — pasti, spustiti - pasti, potopiti, zasaditi - voortbewegen — pomakniti naprej, premikati naprej - opjagen, verdrijven, verjagen, wegdrijven, wegjagen — nagnati, napoditi, odganjati, odgnati, poditi, pognati, preganjati, pregnati, preplašiti, prepoditi, razpršiti, spoditi, zapoditi - optillen en wegdragen, overdoen, overhevelen, overplaatsen, overslaan, schuiven op, verplaatsen — preložiti, premakniti, premestiti, premikati, prenesti - premikati - bijeendrijven, opeendringen, samendrijven, samendringen, samendrommen, samenscholen — pasti - circulate (en) - rondgaan — krožiti - opjagen - rijden — furati, goniti, peljati, vozariti, voziti - drveti - whoosh, woosh (en) - gieten, inschenken, schenken, tappen — vliti - bring outside, exteriorize (en) - upstage (en) - schommelen, slaan, slingeren, wiegen - draaien, ronddraaien, rondwentelen - draaien - een bocht maken - schuiven, slepen, verschuiven — drseti, zdrsniti - biti, teči - gieren - klapperen — biti, plahutati - singsong (en) - hectiek, verdringen — pritiskati, suniti - wegspoelen — odplaviti - grabiti - blazen — odpihniti - drag (en) - biti, potegniti - lateralize (en) - translate (en) - biti, udariti, zadeti - van hand verwisselen — zamenjati lastnika - prenesti - royeren, uitstoten, uitwijzen, uitzetten, wegzenden — izgnati, izključiti - nemen — biti, goniti, peljati, voziti, vzeti - slip (en) - sling (en) - déplacer (fr)[Spéc.]
déplaçable (fr)[QuiPeutEtre]
opschuiving, verplaatsing, verschuiving — premik[Nominalisation]
beweging, omzetting, stroming, translocatie, transpositie, verplaatsing — gibanje, premik, premikanje - premik, premikanje - verhuisbedrijf, verhuizer - verhuizer — ki se ukvarja s selitvami, odstranjevalec, predlagatelj[Dérivé]
doortrappen, poeieren, punteren, schieten, schoppen, trappen, treden - dragen — nositi - delegeren, overboeken, overbrengen, overdragen, overmaken, overschrijven, remitteren, storten — prenesti, prepisati - bewegen, doorreizen, gaan, koersen, tijgen, voortbewegen — biti, gibati, gibati se, iti, kreniti, oditi, potovati, premakniti se, premikati, premikati se, voziti se[Domaine]
bewegen (v.) • gibati (v.) • odstaviti (v.) • premakniti (v.) • premestiti (v.) • premikati (v.) • prestaviti (v.) • verhangen (v. trans.) • verleggen (v. trans.) • verplaatsen (v. trans.) • verroeren (v. trans.) • verschuiven (v. trans.) • verzetten (v. trans.)