sensagent's content
Lettris
Lettris is a curious tetris-clone game where all the bricks have the same square shape but different content. Each square carries a letter. To make squares disappear and save space for other squares you have to assemble English words (left, right, up, down) from the falling squares.
boggle
Boggle gives you 3 minutes to find as many words (3 letters or more) as you can in a grid of 16 letters. You can also try the grid of 16 letters. Letters must be adjacent and longer words score better. See if you can get into the grid Hall of Fame !
English dictionary
Main references
Most English definitions are provided by WordNet .
English thesaurus is mainly derived from The Integral Dictionary (TID).
English Encyclopedia is licensed by Wikipedia (GNU).
Translation
Change the target language to find translations.
Tips: browse the semantic fields (see From ideas to words) in two languages to learn more.
last searches on the dictionary :
computed in 0.031s
verhangen; verplaatsen; verschuiven; verzetten; verleggen[Classe]
kretanje, kretnxa, promena mesta — beweging, omzetting, stroming, translocatie, transpositie, verplaatsing - movement (en) - verhuisbedrijf, verhuizer - špediter — verhuizer - koji se može prevesti, pokretljiv, prenosiv — beweegbaar, vervoerbaar - movable (en)[Dérivé]
pomeriti se, promeniti polozxaj — omgooien[Cause]
ići, icxi, kretati se, putovati — bewegen, doorreizen, gaan, koersen, tijgen, voortbewegen[Domaine]
rondsturen, rondzenden, verspreiden - relocate (en) - dislocirati, iščašiti, isxcyasxiti — losschieten, losspringen, ontwrichten, ontzetten, verplaatsen - translirati — overbrengen, overzetten - poslati, rasporediti, stacionirati — detacheren, post vatten, stationeren - aanjagen, aanwakkeren, losmaken - dati, preneti, sprovesti — doorsluizen, overbrengen, overdragen, overrijden - uputiti — doorsluizen - mahati, mahnuti, vitalati — bloeien, floreren, krullen, zwaaien, zwaaien met - potegnuti, vucxi — trekken, voorttrekken - poneti, prenositi — aandragen, dragen, meedragen, transporteren, vervoeren - losrukken, rukken, scheuren, sjorren, sleuren, snokken - omwoelen, omwroeten, verfomfaaien - metnuti, polozxiti, postaviti, pozirati, smestiti — deponeren, doen, leggen, neerleggen, neerzetten, opstellen, poseren, steken, stoppen, zetten - prebaciti, uklxucyiti — koppelen - kretati napred, pokrenuti, pokretati — aandrijven, bewegen, stuwen, voortbewegen - pokrenuti — lanceren - uviti, zamotati — doorspoelen, inkapselen, inwalsen, omhullen, omsluieren, omwikkelen, rollen, strengelen, wikkelen, winden - razmotati rolnu, razmrsiti — afrollen, afwikkelen, afwinden, loswikkelen, loswinden, ontrollen, openrollen, uitrollen - uglaviti - work (en) - knoeien, leegstromen, morsen, storten, vergieten - prelivati se, prosuti — druppen, knoeien, morsen, spetteren, sputteren - zbaciti — afwerpen - rastaviti, razdvojiti, razmaknuti — afscheiden, afscheid nemen, afsplitsen, delen, scheiden, splitsen, uiteengaan, uiteenrukken, van elkaar scheiden, verdelen - iskoreniti — loswrikken, loswroeten, met wortel en al uittrekken, uitroeien, uitwieden, wieden - depress, press down (en) - dragen - flick, riffle, ruffle (en) - work (en) - terugnemen - centreren, concentreren - pump (en) - skanirati — scannen, zich laten scanderen - doen schudden, schokken - wiegen - kotrlxati se, valxati se, vrteti se - gurati, gurnuti — aanduwen, douwen, drukken, duwen, opschuiven, persen - drmati, uzdrmati - fluctuate (en) - pulse (en) - pomaći, pomerati — bewegen, losmaken, roeren, verliggen, verroeren - kliziti — glijden - mešati, mesxati — doorroeren, omscheppen, opgooien, opwerpen, roeren, tossen - play (en) - iskrenuti, izvrnuti, oboriti, prevrnuti — afgooien, omduwen, omgooien, omhalen, omkantelen, omkegelen, omkeilen, omkiepen, omkieperen, omklappen, omknikkeren, omrollen, omsmijten, omverduwen, omvergooien, omverhalen, omverkegelen, omverrennen, omverwerpen, omwentelen, omwerpen, omwippen - otpremati, transportovati, voziti — verladen - poslati, upraviti, usmeriti — afzenden, expediëren, gooien, opsturen, sturen, versturen, verwijzen, wegsturen - prevesti, transportovati — overbrengen, transporteren, vervoeren, voeren - saltate (en) - sniziti, spustiti — afhalen, afzinken, lager maken/worden, verlagen - opheffen - podignuti — beuren, heffen, lepelen, lichten, omhooghalen, omhoogtillen, opbeuren, ophalen, opheffen, ophogen, oplaten, oplichten, opnemen, oprichten, opspuiten, opsteken, optillen, opzetten, tillen, verheffen, verhogen, verzetten - ispustiti, prosuti — droppen, laten, laten vallen - potopiti, zariti - priblizxiti, primaknuti, prineti — voortbewegen - odagnati, oterati, rasterati — opjagen, verdrijven, verjagen, wegdrijven, wegjagen - prebaciti, preneti — optillen en wegdragen, overdoen, overhevelen, overplaatsen, overslaan, schuiven op, verplaatsen - displace (en) - bijeendrijven, opeendringen, samendrijven, samendringen, samendrommen, samenscholen - circulate (en) - kružiti, sxiriti — rondgaan - opjagen - voziti — rijden - race, rush (en) - whoosh, woosh (en) - izliti — gieten, inschenken, schenken, tappen - bring outside, exteriorize (en) - upstage (en) - zamahnuti — schommelen, slaan, slingeren, wiegen - draaien, ronddraaien, rondwentelen - draaien - een bocht maken - neprimetno gurnuti, odgurnuti — schuiven, slepen, verschuiven - run (en) - gieren - lepršati, mahnuti, mlatarati — klapperen - singsong (en) - gurnuti, izgurati — hectiek, verdringen - uništiti vodom — wegspoelen - rake (en) - blazen - drag (en) - draw, pull (en) - lateralize (en) - translate (en) - hit, strike (en) - preći iz ruke u ruku, promeniti vlasnika — van hand verwisselen - otpremiti, premestiti, prenositi - isključiti — royeren, uitstoten, uitwijzen, uitzetten, wegzenden - skrenuti — nemen - slip (en) - sling (en) - déplacer (fr)[Spéc.]
déplaçable (fr)[QuiPeutEtre]
prebacivanje, premeštanje, promena — opschuiving, verplaatsing, verschuiving[Nominalisation]
kretanje, kretnxa, promena mesta — beweging, omzetting, stroming, translocatie, transpositie, verplaatsing - movement (en) - verhuisbedrijf, verhuizer - špediter — verhuizer[Dérivé]
sxutnuti, voditi — doortrappen, poeieren, punteren, schieten, schoppen, trappen, treden - nositi, prenositi — dragen - preneti, prepisati — delegeren, overboeken, overbrengen, overdragen, overmaken, overschrijven, remitteren, storten - ići, icxi, kretati se, putovati — bewegen, doorreizen, gaan, koersen, tijgen, voortbewegen[Domaine]
bewegen (v.) • maknuti (v.) • micati (v.) • pomaknuti (v.) • pomeriti (v.) • premestiti (v.) • razmestiti (v.) • verhangen (v. trans.) • verleggen (v. trans.) • verplaatsen (v. trans.) • verroeren (v. trans.) • verschuiven (v. trans.) • verzetten (v. trans.)
-