sensagent's content

  • definitions
  • synonyms
  • antonyms
  • encyclopedia

Lettris

Lettris is a curious tetris-clone game where all the bricks have the same square shape but different content. Each square carries a letter. To make squares disappear and save space for other squares you have to assemble English words (left, right, up, down) from the falling squares.

boggle

Boggle gives you 3 minutes to find as many words (3 letters or more) as you can in a grid of 16 letters. You can also try the grid of 16 letters. Letters must be adjacent and longer words score better. See if you can get into the grid Hall of Fame !

English dictionary
Main references

Most English definitions are provided by WordNet .
English thesaurus is mainly derived from The Integral Dictionary (TID).
English Encyclopedia is licensed by Wikipedia (GNU).

Translation

Change the target language to find translations.
Tips: browse the semantic fields (see From ideas to words) in two languages to learn more.

last searches on the dictionary :

computed in 0.016s


 » 

analogical dictionary

uitschietengayri ihtiyari hareket etmek, irade dışı hareket etmek, istemdışı hareket etmek - quicken (en) - stretch, stretch out (en) - klakken, klikken, klikklakken, knippen - bükmek - om zich heen grijpen, verspreid worden, voortwoekeren, zich uitbreiden, zich verbreiden, zich verspreiden - zich uitstrekkenuzanmak - potter, potter around, putter, putter around (en) - dansen...dansı yapmak, dansetmek, dans etmek, raks etmek - terugvallengeri/arkada kalmak - hit the deck, hit the dirt (en) - gravitate (en) - fly (en) - inschikken, opschikken, opschuiven, opzij gaan, verschikken, voorrang gevenilerlemek, yol vermek - cut to (en) - stampenbaş kıç vurmak, yalpalamak - hobbelen, schokken, voortschokkensarsmak, sarsıla sarsıla gitmek - wegduikenbaşını eğmek, eğilmek - dobberenaşağı yukarı inip çıkmak, batıp çıkmak - wallow, welter (en) - aftroggelen, kronkelen, spartelen, trappelendebelenmek, kıvranmak - wankelensallanmak - sashay, sidle (en) - schuchter lopen, zich een weg banenkendine yol açıp ilerlemek, yanaşmak, yan yan gitmek - rollen, slingeren, strijkençalımla geçmek, süzülmek, yalamak - süpürmek - wiebelensallamak - chop (en) - reciprocate (en) - zwaaienileri geri gitmek - nod (en) - beat, pulsate, quiver (en) - kloppen, slaan, stampenatmak, çarpmak - wankelensendelemek - bokken, liftensıçrayarak kıç atmak - geren, glooien, kantelen, neigen, omrollen, wentelenargolu konuşmak, dilenmek, eğmek, ikiyüzlülük etmek, meyil vermek, yan yatırmak, yapmacıklı konuşmak - wankelensendelemek, yalpalamak - door, karnen, woelen, zieden - doorslippen, sluipensessizce gidivermek, sıvışmak - afschudden, agiteren, drillen, in beweging brengen, rammelen, schuddensallamak - trillen, vibrerentitremek - jerk, twitch (en) - flip, twitch (en) - brekenkırmak - agiteren, roeren, verroerendavranmak, kımıldanmak - opwekkenuyandırmak - dans, dansen, dansjedansetmak - strompelen, struikelen, struikelen over, verstappenayağı takılmak, sendelemek, sendeleyerek yürümek, tökezlemek - wankelensendelemek - afgolven, krullen, wapperen, wuiven, zwaaiendalgalanmak - krioelendolanıp durmak - draaien, omgaan, zich omdraaiendönmek, köşeyi dönmek, yön değiştirmek - opschrikken, opspringen, schrikkenhoplatmak, yerinden sıçratmak - mope, mope around (en) - beklauteren, beklimmen, bestijgen, opstijgenbinmek, yükselmek - climb (en) - bespringen, omhoog springen, overslaan, springen, springen over, verspringen, zich werpenaşmak, atlamak, atılmak, sıçramak, üstünden atlamak, zıplamak - wegspringen - get down (en) - meenemen, nemenaşırmak, çalmak - schommelen, wippenaşağı yukarı inip çıkmak - ontsnappen, uitgaan, uitvoegençıkmak, kaçmak, terk etmek - afscheid nemen, afsplitsen, uiteengaan, uit elkaar gaan, zich delen, zich scheidenayrılmak, ayrı yönlere gitmek, ilişkisini kesmek, yolları ayrılmak - uiteenlopenayrılmak - lean, list (en) - doedelen - bir araya gelmek, birikmek, kavuşmak - druk in de weer zijn, roezemoezen, roezenkoşuşmak, koşuşturmak - niet stil kunnen zitten, spelen, stoeienkaynaşıp durmak, kıpırdanmak, kıpır kıpır kıpırdamak - beiden, de tijd nemen, dralen, dreutelen, lijmen, lijntrekken, neutelen, talmen, teuten, treuzelen, tuttenacele etmemek, ağırdan almak, oyalanmak, sallanmak - bang worden, huiveren, ineenduiken, ineenkrimpen, ineenschrompelen, krullen, schrikken, terugdeinzen voor, terugschrikkençekinmek, korkmak, korkup geri çekilmek, korkuya kapılmak, korkuyla büzülmek, sinmek - denderen, inkwakken, uitvallenhızla fırlamak/gitmek, saldırmak - stotenüstüne çullanmak - lopen, stromen, vloeienakmak - lekken, lopen, stromen, uitlopen, uitmonden, uitstromen, uitvloeien, vallen, vervloeien, vlieten, vloeienakmak, dökülmek - flurry (en) - streak (en) - heave (en) - crash (en) - thunder (en) - snap (en) - klapperençırpmak - fling (en) - hinkelen, hinken, hinkepinken, hippelen, hippen, huppen, pikkelen, wippen - draaiendönmek - ontwijken, opzijgaan, uit de weg gaan, uitwijken, wegspringen, wijkenyana çekilmek - ontwijken, snel uittrekken, wegglippen, zich uit de voeten makenatlatmak, çabucak çıkarmak, çalım atmak, sıvışmak, tüymek, yan çizmek - throw (en) - aan de kant gaan, laten passeren, opzij gaan, opzij stappen, plaats maken, plaats maken voorkenara çekilmek, yol açmak - laten rijdenhoplatmak, zıplatmak - grab (en) - cut (en) - close (en) - doorkoken - deponeren, doen, leggen, neerleggen, neerzetten, opstellen, poseren, steken, stoppen, zettenpoz vermek - aandrijven, bewegen, stuwen, voortbewegenhareket ettirmek, ileri götürmek, itmek - migreren, verhuizen, verkassenev taşımak, taşınmak - bevensallanmak, sarsılmak - overbrengen, transporteren, vervoeren, voerennakletmek, taşımak - samenbrengen, samenkomentoplanmak - strike out (en) - jump, jump off, leap (en) - slip (en)[Spéc.]

beweging, mechaniekhareket, hareketli parçalar, işaret, mekanizma[Dérivé]

rondsturen, rondzenden, verspreidenyayılmak - bewegen, verhangen, verleggen, verplaatsen, verroeren, verschuiven, verzettenbaşka yere koymak, yerini değiştirmek - move out, remove, take out (en)[Cause]

sparren, trainenalıştırma yapmak, egzersiz yapmak, idman/antreman yapmak - dragentaşımak - enten, inenten, overenten, overplanten, transplanterenaşılamak, çıkarıp başka yere dikmek, doku aşılamak, organ nakletmek, yamamak - aanduwen, douwen, drukken, duwen, opschuiven, persenitmek[Domaine]

hangen, hechten, staan, stilstaan, stilzitten, stoppen, vastliggen, vastzittenhareketsiz durmak, kıpırdamadan durmak, kıpırdamamak[Ant.]

omgooien (v.) • yerini değiştirmek (v.)

-