sensagent's content
Lettris
Lettris is a curious tetris-clone game where all the bricks have the same square shape but different content. Each square carries a letter. To make squares disappear and save space for other squares you have to assemble English words (left, right, up, down) from the falling squares.
boggle
Boggle gives you 3 minutes to find as many words (3 letters or more) as you can in a grid of 16 letters. You can also try the grid of 16 letters. Letters must be adjacent and longer words score better. See if you can get into the grid Hall of Fame !
English dictionary
Main references
Most English definitions are provided by WordNet .
English thesaurus is mainly derived from The Integral Dictionary (TID).
English Encyclopedia is licensed by Wikipedia (GNU).
Translation
Change the target language to find translations.
Tips: browse the semantic fields (see From ideas to words) in two languages to learn more.
last searches on the dictionary :
computed in 0.062s
положить что-нибудь при, рядом с другой — plaatsen; aanleggen; zetten; smijten; smakken; wurmen in[ClasseHyper.]
вводить вещь в другую[Classe]
положить X на что-нибудь — plaatsen; aanbrengen; installeren; neerleggen[ClasseHyper.]
помещать что-то в место, которое ему приписано — plaatsen[ClasseHyper.]
mettre dans une position donnée (sans changer de place) (fr)[Classe]
mettre qqch dans une disposition causant une modification d'état (fr)[ClasseHyper.]
переставлять — bewegen, verhangen, verleggen, verplaatsen, verroeren, verschuiven, verzetten - переключать, переключить — omgooien[Hyper.]
plaats, plek[GenV+comp]
поза, положение — ligging, oriëntatie, oriëntering, plaatsing, placement, tafelschikking - set (en) - позиционер - placement, tafelschikking - незаполненное место, пробел — lege plek, tussenruimte - местонахождение, очередь, расположение — ligging, plek, stek, stekkie - setting (en) - место — gelegenheid, pl., plek, stek, stekkie, tent[Dérivé]
вставлять, помещать — doorsteken, inbrengen, indoen, inlassen, inleggen, insereren, insteken, interpoleren, invoegen, inweven, inzetten, tussenvoegen, vatten - docket (en) - de haan spannen - postpose (en) - prepose (en) - mast, step (en) - класть на место, ставить/класть на место — herplaatsen, terugdoen, terugduwen, terugleggen, terugplaatsen, terugzetten - stratify (en) - plant (en) - intersperse (en) - nestle, snuggle (en) - сваливать, складывать — opstapelen - расставлять, сортировать — ordenen, rangschikken, schikken, structureren, vormgeven - накладывать, накладывать одно на другое — plaatsen bovenop, superproneren - superpose (en) - ставить на стоянку — parkeren, stationeren - укрывать, укрываться, устраиваться удобно, устраиваться уютно, устраивать удобно, устраивать уютно — verdekt opstellen, verschansen - emplace (en) - emplace (en) - перевозить, транспортировать — per schip transporteren - underlay (en) - trench (en) - pigeonhole (en) - делать полки — van planken voorzien - раздражать — knarsen - repose (en) - sign (en) - подать мяч на середину поля, поместить в середину — dubbelvouwen - parallelize (en) - butt (en) - recess (en) - verzetten - throw, thrust (en) - tee, tee up (en) - rack up (en) - класть в гроб, упрятать подальше — kisten, opbaren - naar bed brengen - appose (en) - neerpoten, neerzetten, planten, poten, zetten - сеять — bezaaien, inzaaien, uitzaaien, zaaien - довериться недостойному человеку — misplaatsen - накладывать друг на друга, помещать бок о бок, помещать рядом, сопоставлять — naast elkaar leggen, naast elkaar plaatsen - set down (en) - разливать по бутылкам — bottelen, inmaken - bucket (en) - kuipen - afhangen - давать отдых, опереться, отдыхать, положить, прислонить, спать — laten rusten als op een kussen, liggen, liggend, rusten - затерять, положить не на место — kwijtmaken, kwijtraken, misleggen, verliezen, zoekmaken - upend (en) - сажать, усаживать — aanschikken, laten zitten - класть, поставить, ставить — aanleggen, leggen, neerzetten - ставить, ставить/поставить — neerzetten, overeind zetten, zetten - recline (en) - засаживать, засевать, посадить, сажать — aanplanten, aanpoten, afleggen, beplanten, inplanten, planten, poten - вводить в должность, подготавливать, устанавливать, устраиваться — bevestiging, installeren, monteren, opstellen - afzetten, neerzetten - разливать половником, черпать — scheppen - poise (en) - опираться — aanleunen, leunen - упрятать — plaatsen - rest (en) - plaatsen, zitten - грузить — laden - набивать битком — opvullen, volproppen, volstoppen, volstouwen - вправлять — zetten - откачивать — hevelen - position (en) - glycerolise, glycerolize (en) - оставлять промежутки — spatiëren, spatiëring, uiteenplaatsen - приводить в порядок — ordenen - оседать — neerstrijken, neervlijen, nestelen - throw (en) - imbricate (en) - dispose (en) - seat (en) - seat (en)[Spéc.]
placement (fr)[Nominalisation]
replacer (fr)[A Nouveau]
поза, положение — ligging, oriëntatie, oriëntering, plaatsing, placement, tafelschikking - set (en) - позиционер - placement, tafelschikking - незаполненное место, пробел — lege plek, tussenruimte - местонахождение, очередь, расположение — ligging, plek, stek, stekkie - setting (en) - место — gelegenheid, pl., plek, stek, stekkie, tent[Dérivé]
plaçable (fr)[QuiPeut~]
доводить до, объяснять — overbrengen - прикладывать, применять — aanbrengen, opbrengen, opleggen, van kracht zijn - монтировать, собирать, соединять — assemblage, assembleren, bijeenbrengen, componeren, construeren, in elkaar passen, in elkaar zetten, installatie, montage, monteren, opbouwen, samenkomen, samenstellen, zich verzamelen - возвысить, воздвигать, вознести, выпрямлять, поднять — oprichten, opslaan, optrekken - заключать в тюрьму, заключить в турьму — achter slot en grendel zetten, gevangenzetten, gevangen zetten, kerkeren, opsluiten, vastzetten - как-нибудь в другой раз, окладывать, откладывать, отложить, отсрочивать, переносить — aanhouden, een andere keer uitstellen tot, opschorten, opschuiven, uitnodiging voor een ander moment, uitstellen, verdagen, verplaatsen, verschuiven, vertraagd, vertragen, verzetten[Analogie]
deponeren (v. trans.) • doen (v. trans.) • leggen (v. trans.) • neerleggen (v. trans.) • neerzetten (v.) • opstellen (v. trans.) • poseren (v.) • steken (v.) • stoppen (v.) • zetten (v.) • позировать (v.) • помещать (v.) • ставить (v.)
-