sensagent's content
Lettris
Lettris is a curious tetris-clone game where all the bricks have the same square shape but different content. Each square carries a letter. To make squares disappear and save space for other squares you have to assemble English words (left, right, up, down) from the falling squares.
boggle
Boggle gives you 3 minutes to find as many words (3 letters or more) as you can in a grid of 16 letters. You can also try the grid of 16 letters. Letters must be adjacent and longer words score better. See if you can get into the grid Hall of Fame !
English dictionary
Main references
Most English definitions are provided by WordNet .
English thesaurus is mainly derived from The Integral Dictionary (TID).
English Encyclopedia is licensed by Wikipedia (GNU).
Translation
Change the target language to find translations.
Tips: browse the semantic fields (see From ideas to words) in two languages to learn more.
last searches on the dictionary :
computed in 0.125s
helpen — modificar[ClasseHyper.]
aanpassing, alteratie, verandering, wijziging — modificação, mudança - accommodatie, adaptatie, alteratie, assimilatie, bijstelling, modificatie, modifikatie, mutatie, wijziging — alteração, mudança - verandering — mudança - afwisseling, alteratie, alternantie, alternatie, alternering, keer, variatie, variëteit, verandering, wending, wijziging — alteração, modificação, mudança, variação - changer, modifier (en) - verandering — mudança - verandering — mudança - alterable (en) - wijzigbaar — alterável, modificável, mutável[Dérivé]
oproepen, wekken — despertar - in slaap brengen, in slaap doen vallen, in slaap sussen — adormecer, dormir - aantasten, stemmen — afetar - aanhalen, verversen — refrescar - bemesten, bevruchten, insemineren — fecundar, fertilizar, inseminar - indispor - huilen — chorar - etiolate (en) - animalise, animalize, brutalise, brutalize (en) - converteren, omvormen, omzetten, transformeren — converter, modificar, mudar - opalise, opalize (en) - arterialise, arterialize (en) - krijgen, stemmen — deixar, fazer - trocar - vascularise, vascularize (en) - decrepitate (en) - suburbanise, suburbanize (en) - radicaal veranderen — revolucionar - etioleren - barbarise, barbarize (en) - alkalinise, alkalinize (en) - mythiseren, mythizeren, mythologiseren, mythologizeren, mytiseren, mytologiseren, tot een myte maken, tot een mythe maken - allegorise, allegorize (en) - ontmythologiseren - brengen - coarsen (en) - van invloed zijn op — afectar - alchemise, alchemize (en) - alcoholise, alcoholize (en) - vormen, vormgeven — dar forma a, formar - afronden — acabar, arredondar, arrendondar - ophangen — suspender - versoberen - reconstruct (en) - naar boven jagen, verhogen — ampliar, aumentar, estender, subir - ease off, ease up, let up (en) - assimileren — assimilar - dissimilate (en) - omzetten, wisselen — comutar, trocar - vitalise, vitalize (en) - deblokkeren, opschonen, schonen, vrijmaken — desimpedir, desobstruir, limpar - aanwakkeren, activeren, opwekken, opwinden, prikkelen, prikkelend — ativar, causar, disparar, produzir, ser causa de - activate (en) - verticuteren - activate (en) - desactivar, desativar - afstompen, stillen, versuffen — amortecer, embotar, enfraquecer - herbouwen, ombouwen, overmaken, verbouwen, verspijkeren, vertimmeren — reconstruir, refazer - bezorgen, editen, monteren, redigeren, uitgeven — preparar a edição de, redigir - cut, edit, edit out (en) - chasten, subdue, tame (en) - chasten, moderate, temper (en) - beteren, beter maken, bijspijkeren, bijstellen, bijwerken, perfectioneren, vervolmaken — melhorar - erger maken, escaleren, slechter maken, verergeren, verscherpen, verslechteren, verzwaren — agravar, empiorar, exacerbar, piorar - begieten, gieten, natmaken, nat maken, plassen in - afdrogen, dehydreren, doen opdrogen, drogen, droogleggen, droogmaken, droogstoken, droogzetten, opdrogen - lubricate (en) - harden, pantseren, versterken, wapenen — fortificar, reforçar - fortify, lace, spike (en) - afzwakken, bagatelliseren, ondermijning, verslappen, verzwakken — amortecer, enfraquecer - blunt (en) - oxyderen — oxidar, oxigenar - aaneensluiten, binden, een fusie aangaan, fuseren, fusioneren, groeperen, overgaan in, samenkomen, samenvloeien, scharen, uniëren, unificeren, uniformeren, verenigen, vervlakken — fundirse, fusionar, juntar, mudar, unificar, unir - doen verouderen, oud doen worden, verouwelijken — avelhentar - rijpen, volwassen worden — amadurecer, madurar - antiquate, antique (en) - antiquate (en) - gevormd, ontplooien, ontwikkelen, vormen - abrandar, amortecer, debilitar, temperar - aantasten, benadelen, beschadigen, blutsen, breken, butsen, deuken, doorbreken, duperen, havenen, indeuken, nadeel toebrengen, schade berokkenen aan, schaden, schade toebrengen, schenden, slecht zijn voor — avariar, danificar, deteriorar, estragar, prejudicar - ossify (en) - acerbate (en) - stabiliseren, stabilizeren — estabilizar - destabiliseren — desestabilizar - sensibilise, sensibilize, sensify, sensitise, sensitize (en) - dessensibilizar - een gewoonte maken van, ergens bekend mee raken, geweest zijn, gewend zijn te, gewennen, gewoon zijn te, op dreef komen, vroeger gedaan hebben, wennen, zich aanwennen — acostumar-se, costumar, entrar na rotina, habituar-se, ter o hábito de - in de war brengen, in de war maken, ontregelen, rommelen in, verknoeien — arruinar, baguncar, contrariar, desarranjar, desarrumar, disordenar, estragar, mexer com - desbotar - inkleuren, kleuren, tinten — colorir - vlekken — manchar - hue (en) - lelijk maken, verlelijken — enfear, estragar a beleza de, tornar feio - ontstemmen - afstellen, bijstellen, gelijkzetten, instellen, stellen, verstellen — acertar, pôr - set (en) - ongeschikt maken — desqualificar, dyskwalifikować, inabilitar, incapacitar, tornar impróprio, tornar inapto - africhten, dresseren, drillen, tam maken, temmen — adestrar, domar, domesticar - verbreden, verruimen, verwijden — alargar, estender - dehydrogeniseren — desidrogenar - hydreren, hydrogeneren - oxygenise, oxygenize (en) - donkeren, duisteren, verdonkeren, verduisteren, zwart maken, zwart worden — enegrecer - helder maken, helder worden, oplichten — alegrar, lapidar - vervagen, wegdoezelen — cegar, empanar, enevoar, ofuscar, toldar, turvar - gedeeltelijk verborgen — apagar, esconder - aan het gezicht onttrekken, uitwissen, verschansen, verschuilen, wegkruipen — apagar, esconder - koken — cozinhar - afslanken, lijnen - rachar - dismiss, dissolve (en) - afbreken, afsluiten, beëindigen, besluiten, een einde maken aan, eindigen, ophouden, sluiten, stoppen, termineren, verijdelen — acabar, acabar com, concluir, desfazer, encerrar, fechar, finalizar, pôr termo a, terminar - defog, demist (en) - concentrate, condense, contract (en) - afkoelen, bekoelen, koelen, verkoelen — arrefecer, esfriar, refrescar, refrigerar, resfriar - opwarmen, verhitten, verwarmen, warmen — aquecer, esquentar - opwarmen, stoken, verhitten, verwarmen, warmen — acalentar, aquecer - aan de kook brengen, koken, opkoken — ferver - bevriezen, invriezen, vriezen — congelar, gelar - blaren veroorzaken, krijgen — fazer bolhas - omschakelen, switchen — desviar, mudar - altereren, omzetten, transponeren — transportar - herleiden, overgaan, overschakelen, overspringen, overstappen - transform (en) - transform (en) - transform (en) - transmuteren - aanpassen, metamorfoseren, omtoveren, transmuteren, veranderen — alterar, modificar, transformar - ash (en) - metamorfoseren, omvormen, transformeren — modificar, transformar - beteren - bekeren, converteren — converter - Islamise, Islamize (en) - omkeren, overhoophalen — inverter, investir - invert (en) - op bestelling maken — fazer sob medida, personalizar - persoonlijk opvatten — personalizar, tomar um assunto como pessoal, tornar pessoal - verzakelijken - sharpen (en) - dalen — baixar, cair - disintegrate (en) - magnetiseren — tornar magnético - demagnetiseren, ontmagnetiseren — desmagnetizar - eenvoudig voorstellen, simplificeren, vereenvoudigen, vergemakkelijken, versimpelen — simplificar - compliceren, doorborduren, voortborduren — complicar, refinar - refine (en) - compliceren — complicar - pressurise, pressurize, supercharge (en) - centraliseren, centralizeren, samentrekken — centralizar - decentraliseren, decentralizeren — descentralizar, desconcentrar - socialise, socialize (en) - aangorden, gereedmaken, installeren, instrueren, klaarmaken, opmaken, prepareren, voorbereiden, warmdraaien, zorgen voor — aprontar, economizar - internationaliseren - bolshevise, bolshevize, communise, communize (en) - europeaniseren, vereuropesen - europeaniseren, vereuropesen - verdierlijken - amerikaniseren, veramerikaansen — americanizar - verfransen - beschaven, civiliseren, civilizeren — civilizar - nationaliseren, nationalizeren, socialiseren — estatizar, nacionalizar - denationaliseren, denationalizeren, privatiseren — desnacionalizar, privatizar - naturaliseren, naturalizeren — naturalizar - denaturaliseren - naturaliseren - denaturalise, denaturalize (en) - ser igual a - egaliseren, egalizeren, gelijk maken — equiparar, nivelar - opstijven, verstevigen — endurecer, enrijecer - losdoen, losdraaien, losgaan, loskrijgen, loslaten, losmaken, losnemen, losser maken, lostrekken, verslappen, vrijlaten — afrouxar, desapertar, desatar, descerrar, destacar, soltar - aandraaien, dichtknopen, spannen, strakker doen worden, verstevigen — apertar, estreitar - transitivise, transitivize (en) - detransitivise, detransitivize, intransitivise, intransitivize (en) - aandikken, binden, verdikken — avolumar, espessar-se - full (en) - diversifia aren, diversifiëren — diversificar - verschalen, verslaan - atrasar - beknibbelen, beknibbelen op, besnoeien, gereduceerd, korten, minderen, reduceren, snoeien, terugbrengen, verkleinen, verminderen, verminderen met — baixar, cortar, diminuir, reduzir - uitpersen, vloeibaar maken — liquidificar, liquidificar-se - solvate (en) - dissolve (en) - valideren - nietig verklaren, ongeldig maken, ongeldig verklaren — invalidar - ledigen, leeghalen, leegmaken, legen, opdrinken, opzuipen, uithalen, uitpompen — esvaziar, evaziar - aanvullen, bijladen, bijvullen, dempen, dichtgooien, navullen, opstoppen, opvullen, plempen, toegooien, volgieten, vol maken, volpompen, volschenken, vullen — encher, preencher - verzadigen — saturar - clot, coagulate (en) - louden (en) - normaliseren - morph (en) - neutralizar - commercialiseren, commercializeren, te koop aanbieden, vercommercialiseren, vercommercializeren — comercializar - flocculeren, purificeren, purifiëren, reinigen, zuiveren — purificar - mechanise, mechanize (en) - automatiseren, automatizeren — automatizar, tornar automático - automatise, automatize (en) - mechanise, mechanize (en) - accorderen, afstemmen, harmoniëren, harmoniseren, in harmonie brengen, samenklinken — compatibilizar, harmonizar - polarise, polarize (en) - transfigureren, verheerlijken — glorificar - opwerken — contaminar - devalueren — desvalorizar - insulate (en) - calcify (en) - geürbaniseerd, industrialiseren, urbaniseren, verstedelijken — industrializar, urbanizar - urbanise, urbanize (en) - emulsionar - demulsify (en) - decarboxylate (en) - nazify (en) - bemesten, mesten — fecundar - klaren — clarificar, explicar - aangeven, aanwijzen, bevlekken, bevlekt worden, kenmerken, markeren, merken — marcar - barb (en) - nick (en) - buiten werking stellen, diskwalificeren, onbruikbaar maken — desabilitar, incapacitar, indispor, inutilizar - in staat stellen — habilitar, permitir - de-emphasise, de-emphasize, destress (en) - mals maken — amaciar - charge (en) - veraangenamen, verzachten, verzoeten, zoeten — amaciar, calmar - iodinate (en) - ionate (en) - archaïseren — arcaizar, empregar arcaísmos - conformar - officialise, officialize (en) - verwesteren, verwestersen — ocidentalizar - orientalise, orientalize (en) - acetilar - achromatise, achromatize (en) - collimate, parallel (en) - camp (en) - klassiek maken — imitar o estilo clássico, tornar clássico - conventionalise, conventionalize (en) - decimalise, decimalize (en) - duizelig maken — atordoar, confundir, desorientar, entontecer - vergiftigen — envenenar - veruiterlijken — externalizar - aantrekkelijk maken — embelezar - introvert (en) - laïciseren, seculariseren — laicizar - politiseren, politizeren, verpolitieken — politizar - proof (en) - romanticise, romanticize (en) - rusticate (en) - sauce (en) - shallow, shoal (en) - spannen — retesar - steiler worden — tornar-se mais íngreme - scrambelen, vervormen — deturpar - ontcijferen, verstaan — descodificar - unsex (en) - verglazen - pall (en) - saponify (en) - aumentar - suspender - bemodderen, vertroebelen — enlamear - dar outra forma, transformar - opheffen, verheffen, verhogen — elevar, erguer, levantar, promover - ruw maken, ruw worden, verruwen — tornar áspero - dinge (en) - endemoninhar, endiabrar - devilise, devilize, diabolise, diabolize (en) - vergeestelijken - immaterialise, immaterialize, unsubstantialise, unsubstantialize (en) - animate, animise, animize (en) - opschonen, schonen — clarear - dynamise, dynamize (en) - dynamise, dynamize (en) - rarefy, sublimate, subtilize (en) - evaporeren, verdampen, vervliegen, vervluchtigen — volatilizar, volatilizar-se - uniformise, uniformize (en) - symmetrisch maken — dispor em simetria, simetrizar, tornar simétrico - vereeuwigen — eternizar, imortalizar, tornar eterno - denatureren - denatureren - denature (en) - sanitise, sanitize (en) - verbalizar - modificar, mudar - sputter (en) - conduzir - transformar - dope (en) - prostrate (en) - excite (en) - energise, energize, excite (en) - shake (en) - outmode (en) - temperar - shorten (en) - think (en) - make (en) - desinflar - inflate (en) - reflate (en) - digitaliseren — digitalizar - gelatinise, gelatinize (en) - recombine (en) - effeminise, effeminize, feminise, feminize, womanize (en) - masculinise, masculinize, virilise, virilize (en) - masculinize (en) - disharmonize, dissonate (en) - sexualise, sexualize (en) - schematiseren, schematizeren — esquematizar - patent (en) - constitutionalise, constitutionalize (en) - rationalise, rationalize (en) - plastificeren — plastificar - rarefy (en) - heiden maken — paganizar, viver como um pagão - incandesce (en) - deaminate, deaminize (en) - angulate (en) - circularize (en) - sensitise, sensitize (en) - sensitise, sensitize (en) - depolariseren — despolarizar - aumentar - isomerise, isomerize (en) - legitimate (en) - vaporizar - industrialiseren, industrializeren — industrializar - opacify (en) - opsonize (en) - militarise, militarize (en) - nationalise, nationalize (en) - recommend (en) - sentimentalise, sentimentalize (en) - solemnise, solemnize (en) - territorialise, territorialize (en) - transaminate (en) - glorify, spiritualize, transfigure (en) - unsanctify (en) - vesiculate (en) - visualizar - mottle, variegate (en) - ventilate (en) - vivify (en) - vulgarise, vulgarize (en) - supple (en) - professionaliseren, professionalizeren - smut (en) - still (en) - weaponize (en) - confundir, obnubilar - moderate, tame, tone down (en) - benevelen, overschaduwen, verbijsteren, verduisteren, verwarren — aturdir, confundir, estupefazer, obscurecer, ofuscar, toldar - sincronizar - matigen — abrandar - militariseren, militarizeren — militarizar - afketsen, afspringen, afstuiten - aanzetten, mesten, vetmesten — cevar, engordar - knoeien — mexer em - afstompen, dof maken — deslustrar - bot maken — embotar - scherpen, slijpen — afiar, aguçar - coarsen (en) - losmaken - losmaken — desfazer - besnaren, bespannen, snaren aanbrengen — encordoar - endereçar - causar, fazer, produzir, provocar - alliëren, amalgameren, legeren, mêleren, mengen, mixen, samendoen, samengaan, samensmelten, samenvoegen, synthetiseren, unificeren, uniformeren, verenen, verenigen, vermengen, vervlakken, zich mengen — associar, coligar, coligar-se, fundir, fundir-se, misturar-se, unir - belasten, drukken, laden, opladen — carregar - put (en) - doen, kuisen, opdoen, opruimen, reinigen, reinigend, schoonmaken, wegruimen — arrumar, assear, limpar, purgar - bekladden, besmetten, bevuilen, vuilmaken — contaminar, macular, manchar, sujar - depress, lower (en) - deformar - break, break up (en) - veranderen — modificar-se - aankleden, bewerken, decoreren, opgesmukt, opluisteren, opsieren, opsmukken, optooien, optuigen, ornamenteren, tooien, verfraaien — adornar, decorar, embelezado, embelezar, fazer decoração, ladear, ornamentar, ornar - humaniseren, vermenselijken — humanizar, humanizar-se - vernederen — humilhar - vervreemden — alienação, hostilizar - right (en) - bedwelmen, benevelen - deodoriseren, desodoriseren — desodorizar - ontwikkelen — revelar - embaçar - verblinden - change intensity (en) - change taste (en) - capture (en) - verlenen — contribuir, dar - restabelecer, restaurar - liberaliseren - bestraffen, compenseren, goedmaken, vergoeden, verzoenen — compensar, indemnizar - democratiseren - neutralize (en) - corrumperen, perverteren, verliederlijken — perverter - loosen, relax (en) - flocculate (en) - turn (en) - cohere (en) - overladen, overplaatsen, overplanten, transporteren — mudar-se - betrekken, donkeren, duisteren, schemeren, versomberen — ensombrar - brighten (en) - soften (en) - shade (en) - ophouden, retarderen, vertragen — abrandar - accelereren, optrekken, sjezen, sneller gaan, vaart krijgen — acelerar, adiantar, apressar, apressar-se, ganhar - embrittle (en) - bubble (en) - radicalize (en) - eroticize, sex up (en) - piggyback (en) - port (en) - lifehack (en) - cloud (en) - substitueren, terugleggen, vervangen — pôr no lugar de, substituir, trocar - unify, unite (en)[Spéc.]
action de faire devenir, action de rendre (fr)[Nominalisation]
aanpassing, alteratie, verandering, wijziging — modificação, mudança - accommodatie, adaptatie, alteratie, assimilatie, bijstelling, modificatie, modifikatie, mutatie, wijziging — alteração, mudança - verandering — mudança - afwisseling, alteratie, alternantie, alternatie, alternering, keer, variatie, variëteit, verandering, wending, wijziging — alteração, modificação, mudança, variação - changer, modifier (en) - verandering — mudança - verandering — mudança - wijzigbaar — alterável, modificável, mutável - alterable (en)[Dérivé]
alterar (v.) • helpen (v.) • mudar (v.) • veranderen (v.)
-