sensagent's content
Lettris
Lettris is a curious tetris-clone game where all the bricks have the same square shape but different content. Each square carries a letter. To make squares disappear and save space for other squares you have to assemble English words (left, right, up, down) from the falling squares.
boggle
Boggle gives you 3 minutes to find as many words (3 letters or more) as you can in a grid of 16 letters. You can also try the grid of 16 letters. Letters must be adjacent and longer words score better. See if you can get into the grid Hall of Fame !
English dictionary
Main references
Most English definitions are provided by WordNet .
English thesaurus is mainly derived from The Integral Dictionary (TID).
English Encyclopedia is licensed by Wikipedia (GNU).
Translation
Change the target language to find translations.
Tips: browse the semantic fields (see From ideas to words) in two languages to learn more.
last searches on the dictionary :
computed in 0.063s
modificar — helpen[ClasseHyper.]
modificação, mudança — aanpassing, alteratie, verandering, wijziging - alteração, mudança — accommodatie, adaptatie, alteratie, assimilatie, bijstelling, modificatie, modifikatie, mutatie, wijziging - mudança — verandering - alteração, modificação, mudança, variação — afwisseling, alteratie, alternantie, alternatie, alternering, keer, variatie, variëteit, verandering, wending, wijziging - changer, modifier (en) - mudança — verandering - mudança — verandering - alterable (en) - alterável, modificável, mutável — wijzigbaar[Dérivé]
despertar — oproepen, wekken - adormecer, dormir — in slaap brengen, in slaap doen vallen, in slaap sussen - afetar — aantasten, stemmen - refrescar — aanhalen, verversen - fecundar, fertilizar, inseminar — bemesten, bevruchten, insemineren - indispor - chorar — huilen - etiolate (en) - animalise, animalize, brutalise, brutalize (en) - converter, modificar, mudar — converteren, omvormen, omzetten, transformeren - opalise, opalize (en) - arterialise, arterialize (en) - deixar, fazer — krijgen, stemmen - trocar - vascularise, vascularize (en) - decrepitate (en) - suburbanise, suburbanize (en) - revolucionar — radicaal veranderen - etioleren - barbarise, barbarize (en) - alkalinise, alkalinize (en) - mythiseren, mythizeren, mythologiseren, mythologizeren, mytiseren, mytologiseren, tot een myte maken, tot een mythe maken - allegorise, allegorize (en) - ontmythologiseren - brengen - coarsen (en) - afectar — van invloed zijn op - alchemise, alchemize (en) - alcoholise, alcoholize (en) - dar forma a, formar — vormen, vormgeven - acabar, arredondar, arrendondar — afronden - suspender — ophangen - versoberen - reconstruct (en) - ampliar, aumentar, estender, subir — naar boven jagen, verhogen - ease off, ease up, let up (en) - assimilar — assimileren - dissimilate (en) - comutar, trocar — omzetten, wisselen - vitalise, vitalize (en) - desimpedir, desobstruir, limpar — deblokkeren, opschonen, schonen, vrijmaken - ativar, causar, disparar, produzir, ser causa de — aanwakkeren, activeren, opwekken, opwinden, prikkelen, prikkelend - activate (en) - verticuteren - activate (en) - desactivar, desativar - amortecer, embotar, enfraquecer — afstompen, stillen, versuffen - reconstruir, refazer — herbouwen, ombouwen, overmaken, verbouwen, verspijkeren, vertimmeren - preparar a edição de, redigir — bezorgen, editen, monteren, redigeren, uitgeven - cut, edit, edit out (en) - chasten, subdue, tame (en) - chasten, moderate, temper (en) - melhorar — beteren, beter maken, bijspijkeren, bijstellen, bijwerken, perfectioneren, vervolmaken - agravar, empiorar, exacerbar, piorar — erger maken, escaleren, slechter maken, verergeren, verscherpen, verslechteren, verzwaren - begieten, gieten, natmaken, nat maken, plassen in - afdrogen, dehydreren, doen opdrogen, drogen, droogleggen, droogmaken, droogstoken, droogzetten, opdrogen - lubricate (en) - fortificar, reforçar — harden, pantseren, versterken, wapenen - fortify, lace, spike (en) - amortecer, enfraquecer — afzwakken, bagatelliseren, ondermijning, verslappen, verzwakken - blunt (en) - oxidar, oxigenar — oxyderen - fundirse, fusionar, juntar, mudar, unificar, unir — aaneensluiten, binden, een fusie aangaan, fuseren, fusioneren, groeperen, overgaan in, samenkomen, samenvloeien, scharen, uniëren, unificeren, uniformeren, verenigen, vervlakken - avelhentar — doen verouderen, oud doen worden, verouwelijken - amadurecer, madurar — rijpen, volwassen worden - antiquate, antique (en) - antiquate (en) - gevormd, ontplooien, ontwikkelen, vormen - abrandar, amortecer, debilitar, temperar - avariar, danificar, deteriorar, estragar, prejudicar — aantasten, benadelen, beschadigen, blutsen, breken, butsen, deuken, doorbreken, duperen, havenen, indeuken, nadeel toebrengen, schade berokkenen aan, schaden, schade toebrengen, schenden, slecht zijn voor - ossify (en) - acerbate (en) - estabilizar — stabiliseren, stabilizeren - desestabilizar — destabiliseren - sensibilise, sensibilize, sensify, sensitise, sensitize (en) - dessensibilizar - acostumar-se, costumar, entrar na rotina, habituar-se, ter o hábito de — een gewoonte maken van, ergens bekend mee raken, geweest zijn, gewend zijn te, gewennen, gewoon zijn te, op dreef komen, vroeger gedaan hebben, wennen, zich aanwennen - arruinar, baguncar, contrariar, desarranjar, desarrumar, disordenar, estragar, mexer com — in de war brengen, in de war maken, ontregelen, rommelen in, verknoeien - desbotar - colorir — inkleuren, kleuren, tinten - manchar — vlekken - hue (en) - enfear, estragar a beleza de, tornar feio — lelijk maken, verlelijken - ontstemmen - acertar, pôr — afstellen, bijstellen, gelijkzetten, instellen, stellen, verstellen - set (en) - desqualificar, dyskwalifikować, inabilitar, incapacitar, tornar impróprio, tornar inapto — ongeschikt maken - adestrar, domar, domesticar — africhten, dresseren, drillen, tam maken, temmen - alargar, estender — verbreden, verruimen, verwijden - desidrogenar — dehydrogeniseren - hydreren, hydrogeneren - oxygenise, oxygenize (en) - enegrecer — donkeren, duisteren, verdonkeren, verduisteren, zwart maken, zwart worden - alegrar, lapidar — helder maken, helder worden, oplichten - cegar, empanar, enevoar, ofuscar, toldar, turvar — vervagen, wegdoezelen - apagar, esconder — gedeeltelijk verborgen - apagar, esconder — aan het gezicht onttrekken, uitwissen, verschansen, verschuilen, wegkruipen - cozinhar — koken - afslanken, lijnen - rachar - dismiss, dissolve (en) - acabar, acabar com, concluir, desfazer, encerrar, fechar, finalizar, pôr termo a, terminar — afbreken, afsluiten, beëindigen, besluiten, een einde maken aan, eindigen, ophouden, sluiten, stoppen, termineren, verijdelen - defog, demist (en) - concentrate, condense, contract (en) - arrefecer, esfriar, refrescar, refrigerar, resfriar — afkoelen, bekoelen, koelen, verkoelen - aquecer, esquentar — opwarmen, verhitten, verwarmen, warmen - acalentar, aquecer — opwarmen, stoken, verhitten, verwarmen, warmen - ferver — aan de kook brengen, koken, opkoken - congelar, gelar — bevriezen, invriezen, vriezen - fazer bolhas — blaren veroorzaken, krijgen - desviar, mudar — omschakelen, switchen - transportar — altereren, omzetten, transponeren - herleiden, overgaan, overschakelen, overspringen, overstappen - transform (en) - transform (en) - transform (en) - transmuteren - alterar, modificar, transformar — aanpassen, metamorfoseren, omtoveren, transmuteren, veranderen - ash (en) - modificar, transformar — metamorfoseren, omvormen, transformeren - beteren - converter — bekeren, converteren - Islamise, Islamize (en) - inverter, investir — omkeren, overhoophalen - invert (en) - fazer sob medida, personalizar — op bestelling maken - personalizar, tomar um assunto como pessoal, tornar pessoal — persoonlijk opvatten - verzakelijken - sharpen (en) - baixar, cair — dalen - disintegrate (en) - tornar magnético — magnetiseren - desmagnetizar — demagnetiseren, ontmagnetiseren - simplificar — eenvoudig voorstellen, simplificeren, vereenvoudigen, vergemakkelijken, versimpelen - complicar, refinar — compliceren, doorborduren, voortborduren - refine (en) - complicar — compliceren - pressurise, pressurize, supercharge (en) - centralizar — centraliseren, centralizeren, samentrekken - descentralizar, desconcentrar — decentraliseren, decentralizeren - socialise, socialize (en) - aprontar, economizar — aangorden, gereedmaken, installeren, instrueren, klaarmaken, opmaken, prepareren, voorbereiden, warmdraaien, zorgen voor - internationaliseren - bolshevise, bolshevize, communise, communize (en) - europeaniseren, vereuropesen - europeaniseren, vereuropesen - verdierlijken - americanizar — amerikaniseren, veramerikaansen - verfransen - civilizar — beschaven, civiliseren, civilizeren - estatizar, nacionalizar — nationaliseren, nationalizeren, socialiseren - desnacionalizar, privatizar — denationaliseren, denationalizeren, privatiseren - naturalizar — naturaliseren, naturalizeren - denaturaliseren - naturaliseren - denaturalise, denaturalize (en) - ser igual a - equiparar, nivelar — egaliseren, egalizeren, gelijk maken - endurecer, enrijecer — opstijven, verstevigen - afrouxar, desapertar, desatar, descerrar, destacar, soltar — losdoen, losdraaien, losgaan, loskrijgen, loslaten, losmaken, losnemen, losser maken, lostrekken, verslappen, vrijlaten - apertar, estreitar — aandraaien, dichtknopen, spannen, strakker doen worden, verstevigen - transitivise, transitivize (en) - detransitivise, detransitivize, intransitivise, intransitivize (en) - avolumar, espessar-se — aandikken, binden, verdikken - full (en) - diversificar — diversifia aren, diversifiëren - verschalen, verslaan - atrasar - baixar, cortar, diminuir, reduzir — beknibbelen, beknibbelen op, besnoeien, gereduceerd, korten, minderen, reduceren, snoeien, terugbrengen, verkleinen, verminderen, verminderen met - liquidificar, liquidificar-se — uitpersen, vloeibaar maken - solvate (en) - dissolve (en) - valideren - invalidar — nietig verklaren, ongeldig maken, ongeldig verklaren - esvaziar, evaziar — ledigen, leeghalen, leegmaken, legen, opdrinken, opzuipen, uithalen, uitpompen - encher, preencher — aanvullen, bijladen, bijvullen, dempen, dichtgooien, navullen, opstoppen, opvullen, plempen, toegooien, volgieten, vol maken, volpompen, volschenken, vullen - saturar — verzadigen - clot, coagulate (en) - louden (en) - normaliseren - morph (en) - neutralizar - comercializar — commercialiseren, commercializeren, te koop aanbieden, vercommercialiseren, vercommercializeren - purificar — flocculeren, purificeren, purifiëren, reinigen, zuiveren - mechanise, mechanize (en) - automatizar, tornar automático — automatiseren, automatizeren - automatise, automatize (en) - mechanise, mechanize (en) - compatibilizar, harmonizar — accorderen, afstemmen, harmoniëren, harmoniseren, in harmonie brengen, samenklinken - polarise, polarize (en) - glorificar — transfigureren, verheerlijken - contaminar — opwerken - desvalorizar — devalueren - insulate (en) - calcify (en) - industrializar, urbanizar — geürbaniseerd, industrialiseren, urbaniseren, verstedelijken - urbanise, urbanize (en) - emulsionar - demulsify (en) - decarboxylate (en) - nazify (en) - fecundar — bemesten, mesten - clarificar, explicar — klaren - marcar — aangeven, aanwijzen, bevlekken, bevlekt worden, kenmerken, markeren, merken - barb (en) - nick (en) - desabilitar, incapacitar, indispor, inutilizar — buiten werking stellen, diskwalificeren, onbruikbaar maken - habilitar, permitir — in staat stellen - de-emphasise, de-emphasize, destress (en) - amaciar — mals maken - charge (en) - amaciar, calmar — veraangenamen, verzachten, verzoeten, zoeten - iodinate (en) - ionate (en) - arcaizar, empregar arcaísmos — archaïseren - conformar - officialise, officialize (en) - ocidentalizar — verwesteren, verwestersen - orientalise, orientalize (en) - acetilar - achromatise, achromatize (en) - collimate, parallel (en) - camp (en) - imitar o estilo clássico, tornar clássico — klassiek maken - conventionalise, conventionalize (en) - decimalise, decimalize (en) - atordoar, confundir, desorientar, entontecer — duizelig maken - envenenar — vergiftigen - externalizar — veruiterlijken - embelezar — aantrekkelijk maken - introvert (en) - laicizar — laïciseren, seculariseren - politizar — politiseren, politizeren, verpolitieken - proof (en) - romanticise, romanticize (en) - rusticate (en) - sauce (en) - shallow, shoal (en) - retesar — spannen - tornar-se mais íngreme — steiler worden - deturpar — scrambelen, vervormen - descodificar — ontcijferen, verstaan - unsex (en) - verglazen - pall (en) - saponify (en) - aumentar - suspender - enlamear — bemodderen, vertroebelen - dar outra forma, transformar - elevar, erguer, levantar, promover — opheffen, verheffen, verhogen - tornar áspero — ruw maken, ruw worden, verruwen - dinge (en) - endemoninhar, endiabrar - devilise, devilize, diabolise, diabolize (en) - vergeestelijken - immaterialise, immaterialize, unsubstantialise, unsubstantialize (en) - animate, animise, animize (en) - clarear — opschonen, schonen - dynamise, dynamize (en) - dynamise, dynamize (en) - rarefy, sublimate, subtilize (en) - volatilizar, volatilizar-se — evaporeren, verdampen, vervliegen, vervluchtigen - uniformise, uniformize (en) - dispor em simetria, simetrizar, tornar simétrico — symmetrisch maken - eternizar, imortalizar, tornar eterno — vereeuwigen - denatureren - denatureren - denature (en) - sanitise, sanitize (en) - verbalizar - modificar, mudar - sputter (en) - conduzir - transformar - dope (en) - prostrate (en) - excite (en) - energise, energize, excite (en) - shake (en) - outmode (en) - temperar - shorten (en) - think (en) - make (en) - desinflar - inflate (en) - reflate (en) - digitalizar — digitaliseren - gelatinise, gelatinize (en) - recombine (en) - effeminise, effeminize, feminise, feminize, womanize (en) - masculinise, masculinize, virilise, virilize (en) - masculinize (en) - disharmonize, dissonate (en) - sexualise, sexualize (en) - esquematizar — schematiseren, schematizeren - patent (en) - constitutionalise, constitutionalize (en) - rationalise, rationalize (en) - plastificar — plastificeren - rarefy (en) - paganizar, viver como um pagão — heiden maken - incandesce (en) - deaminate, deaminize (en) - angulate (en) - circularize (en) - sensitise, sensitize (en) - sensitise, sensitize (en) - despolarizar — depolariseren - aumentar - isomerise, isomerize (en) - legitimate (en) - vaporizar - industrializar — industrialiseren, industrializeren - opacify (en) - opsonize (en) - militarise, militarize (en) - nationalise, nationalize (en) - recommend (en) - sentimentalise, sentimentalize (en) - solemnise, solemnize (en) - territorialise, territorialize (en) - transaminate (en) - glorify, spiritualize, transfigure (en) - unsanctify (en) - vesiculate (en) - visualizar - mottle, variegate (en) - ventilate (en) - vivify (en) - vulgarise, vulgarize (en) - supple (en) - professionaliseren, professionalizeren - smut (en) - still (en) - weaponize (en) - confundir, obnubilar - moderate, tame, tone down (en) - aturdir, confundir, estupefazer, obscurecer, ofuscar, toldar — benevelen, overschaduwen, verbijsteren, verduisteren, verwarren - sincronizar - abrandar — matigen - militarizar — militariseren, militarizeren - afketsen, afspringen, afstuiten - cevar, engordar — aanzetten, mesten, vetmesten - mexer em — knoeien - deslustrar — afstompen, dof maken - embotar — bot maken - afiar, aguçar — scherpen, slijpen - coarsen (en) - losmaken - desfazer — losmaken - encordoar — besnaren, bespannen, snaren aanbrengen - endereçar - causar, fazer, produzir, provocar - associar, coligar, coligar-se, fundir, fundir-se, misturar-se, unir — alliëren, amalgameren, legeren, mêleren, mengen, mixen, samendoen, samengaan, samensmelten, samenvoegen, synthetiseren, unificeren, uniformeren, verenen, verenigen, vermengen, vervlakken, zich mengen - carregar — belasten, drukken, laden, opladen - put (en) - arrumar, assear, limpar, purgar — doen, kuisen, opdoen, opruimen, reinigen, reinigend, schoonmaken, wegruimen - contaminar, macular, manchar, sujar — bekladden, besmetten, bevuilen, vuilmaken - depress, lower (en) - deformar - break, break up (en) - modificar-se — veranderen - adornar, decorar, embelezado, embelezar, fazer decoração, ladear, ornamentar, ornar — aankleden, bewerken, decoreren, opgesmukt, opluisteren, opsieren, opsmukken, optooien, optuigen, ornamenteren, tooien, verfraaien - humanizar, humanizar-se — humaniseren, vermenselijken - humilhar — vernederen - alienação, hostilizar — vervreemden - right (en) - bedwelmen, benevelen - desodorizar — deodoriseren, desodoriseren - revelar — ontwikkelen - embaçar - verblinden - change intensity (en) - change taste (en) - capture (en) - contribuir, dar — verlenen - restabelecer, restaurar - liberaliseren - compensar, indemnizar — bestraffen, compenseren, goedmaken, vergoeden, verzoenen - democratiseren - neutralize (en) - perverter — corrumperen, perverteren, verliederlijken - loosen, relax (en) - flocculate (en) - turn (en) - cohere (en) - mudar-se — overladen, overplaatsen, overplanten, transporteren - ensombrar — betrekken, donkeren, duisteren, schemeren, versomberen - brighten (en) - soften (en) - shade (en) - abrandar — ophouden, retarderen, vertragen - acelerar, adiantar, apressar, apressar-se, ganhar — accelereren, optrekken, sjezen, sneller gaan, vaart krijgen - embrittle (en) - bubble (en) - radicalize (en) - eroticize, sex up (en) - piggyback (en) - port (en) - lifehack (en) - cloud (en) - pôr no lugar de, substituir, trocar — substitueren, terugleggen, vervangen - unify, unite (en)[Spéc.]
action de faire devenir, action de rendre (fr)[Nominalisation]
modificação, mudança — aanpassing, alteratie, verandering, wijziging - alteração, mudança — accommodatie, adaptatie, alteratie, assimilatie, bijstelling, modificatie, modifikatie, mutatie, wijziging - mudança — verandering - alteração, modificação, mudança, variação — afwisseling, alteratie, alternantie, alternatie, alternering, keer, variatie, variëteit, verandering, wending, wijziging - changer, modifier (en) - mudança — verandering - mudança — verandering - alterável, modificável, mutável — wijzigbaar - alterable (en)[Dérivé]
alterar (v.) • helpen (v.) • mudar (v.) • veranderen (v.)
-