sensagent's content
Lettris
Lettris is a curious tetris-clone game where all the bricks have the same square shape but different content. Each square carries a letter. To make squares disappear and save space for other squares you have to assemble English words (left, right, up, down) from the falling squares.
boggle
Boggle gives you 3 minutes to find as many words (3 letters or more) as you can in a grid of 16 letters. You can also try the grid of 16 letters. Letters must be adjacent and longer words score better. See if you can get into the grid Hall of Fame !
English dictionary
Main references
Most English definitions are provided by WordNet .
English thesaurus is mainly derived from The Integral Dictionary (TID).
English Encyclopedia is licensed by Wikipedia (GNU).
Translation
Change the target language to find translations.
Tips: browse the semantic fields (see From ideas to words) in two languages to learn more.
last searches on the dictionary :
computed in 0.047s
pasikeisti; pakeisti; pa(si)keisti — helpen[ClasseHyper.]
aplinkos pakeitimas — aanpassing, alteratie, verandering, wijziging - modifikacija — accommodatie, adaptatie, alteratie, assimilatie, bijstelling, modificatie, modifikatie, mutatie, wijziging - kaita, keitimasis — verandering - aplinkos pakeitimas, kaita, keitimasis, modifikacija, pakeitimas — afwisseling, alteratie, alternantie, alternatie, alternering, keer, variatie, variëteit, verandering, wending, wijziging - changer, modifier (en) - kaita, keitimasis — verandering - kaita, keitimasis — verandering - alterable (en) - wijzigbaar[Dérivé]
gaan, kenteren, keren, lopen, marcheren, omslaan, veranderen, verlopen, wisselen[Cause]
sukelti, sužadinti — oproepen, wekken - užmigdyti — in slaap brengen, in slaap doen vallen, in slaap sussen - aantasten, stemmen - aanhalen, verversen - apvaisinti, tręšti — bemesten, bevruchten, insemineren - indispose (en) - raudoti, verkti — huilen - etiolate (en) - animalise, animalize, brutalise, brutalize (en) - converteren, omvormen, omzetten, transformeren - opalise, opalize (en) - arterialise, arterialize (en) - krijgen, stemmen - counterchange, interchange, transpose (en) - vascularise, vascularize (en) - decrepitate (en) - suburbanise, suburbanize (en) - padaryti perversmą — radicaal veranderen - etioleren - barbarise, barbarize (en) - alkalinise, alkalinize (en) - mythiseren, mythizeren, mythologiseren, mythologizeren, mytiseren, mytologiseren, tot een myte maken, tot een mythe maken - allegorise, allegorize (en) - ontmythologiseren - brengen - coarsen (en) - paveikti, veikti — van invloed zijn op - alchemise, alchemize (en) - alcoholise, alcoholize (en) - vormen, vormgeven - afronden - pakabinti — ophangen - versoberen - reconstruct (en) - pakelti — naar boven jagen, verhogen - ease off, ease up, let up (en) - assimileren - dissimilate (en) - omzetten, wisselen - vitalise, vitalize (en) - išsivalyti, išvalyti, nukraustyti — deblokkeren, opschonen, schonen, vrijmaken - aktyvinti, skatinti veikti — aanwakkeren, activeren, opwekken, opwinden, prikkelen, prikkelend - activate (en) - verticuteren - activate (en) - deactivate, inactivate (en) - mažinti, silpninti, slopinti — afstompen, stillen, versuffen - herbouwen, ombouwen, overmaken, verbouwen, verspijkeren, vertimmeren - redaguoti — bezorgen, editen, monteren, redigeren, uitgeven - cut, edit, edit out (en) - chasten, subdue, tame (en) - chasten, moderate, temper (en) - pagerinti, patobulinti — beteren, beter maken, bijspijkeren, bijstellen, bijwerken, perfectioneren, vervolmaken - pablogėti, pabloginti — erger maken, escaleren, slechter maken, verergeren, verscherpen, verslechteren, verzwaren - sudrëkinti, suðlapinti — begieten, gieten, natmaken, nat maken, plassen in - džiovinti, džiūti, išdžiovinti, nudžiūti — afdrogen, dehydreren, doen opdrogen, drogen, droogleggen, droogmaken, droogstoken, droogzetten, opdrogen - lubricate (en) - stiprėti, stiprinti, sustiprinti, tvirtinti — harden, pantseren, versterken, wapenen - fortify, lace, spike (en) - susilpnėti, susilpninti — afzwakken, bagatelliseren, ondermijning, verslappen, verzwakken - blunt (en) - oxyderen - pamažu virsti, sujungti, suvienyti — aaneensluiten, binden, een fusie aangaan, fuseren, fusioneren, groeperen, overgaan in, samenkomen, samenvloeien, scharen, uniëren, unificeren, uniformeren, verenigen, vervlakken - sendinti, senti — doen verouderen, oud doen worden, verouwelijken - subręsti — rijpen, volwassen worden - antiquate, antique (en) - antiquate (en) - gevormd, ontplooien, ontwikkelen, vormen - sušvelnėti, sušvelninti - sugadinti — aantasten, benadelen, beschadigen, blutsen, breken, butsen, deuken, doorbreken, duperen, havenen, indeuken, nadeel toebrengen, schade berokkenen aan, schaden, schade toebrengen, schenden, slecht zijn voor - ossify (en) - acerbate (en) - stabilizuoti, sutvirtinti — stabiliseren, stabilizeren - destabiliseren - sensibilise, sensibilize, sensify, sensitise, sensitize (en) - desensitise, desensitize (en) - būti įpratusiam, įpratinti, įsivažiuoti, pajusti skonį, priprasti, priprasti prie — een gewoonte maken van, ergens bekend mee raken, geweest zijn, gewend zijn te, gewennen, gewoon zijn te, op dreef komen, vroeger gedaan hebben, wennen, zich aanwennen - naršyti, padaryti netvarką, suardyti, subjauroti, sugadinti, sugriauti, suvelti — in de war brengen, in de war maken, ontregelen, rommelen in, verknoeien - išblukinti, išblukti, pakeisti spalvą - nuspalvinti — inkleuren, kleuren, tinten - ištepti, tepti — vlekken - hue (en) - lelijk maken, verlelijken - ontstemmen - nustatyti — afstellen, bijstellen, gelijkzetten, instellen, stellen, verstellen - set (en) - daryti netinkamą — ongeschikt maken - prijaukinti — africhten, dresseren, drillen, tam maken, temmen - verbreden, verruimen, verwijden - dehydrogeniseren - hydreren, hydrogeneren - oxygenise, oxygenize (en) - juodinti, pajuosti — donkeren, duisteren, verdonkeren, verduisteren, zwart maken, zwart worden - pagyvėti, pagyvinti — helder maken, helder worden, oplichten - padaryti neaiškų — vervagen, wegdoezelen - gožti, užgožti — gedeeltelijk verborgen - išdildyti, sunaikinti, užstoti — aan het gezicht onttrekken, uitwissen, verschansen, verschuilen, wegkruipen - gaminti — koken - afslanken, lijnen - įdaužti, įskelti, įskilti, skilti - dismiss, dissolve (en) - padaryti galą, sužlugdyti, užbaigti — afbreken, afsluiten, beëindigen, besluiten, een einde maken aan, eindigen, ophouden, sluiten, stoppen, termineren, verijdelen - defog, demist (en) - concentrate, condense, contract (en) - atšaldyti — afkoelen, bekoelen, koelen, verkoelen - įšilti, pašildyti — opwarmen, verhitten, verwarmen, warmen - šildyti, sušildyti, sušilti — opwarmen, stoken, verhitten, verwarmen, warmen - aan de kook brengen, koken, opkoken - užšaldyti — bevriezen, invriezen, vriezen - iškelti pūsles, iškilti pūslėmis — blaren veroorzaken, krijgen - nukreipti, pakeisti, pasukti, perjungti — omschakelen, switchen - altereren, omzetten, transponeren - herleiden, overgaan, overschakelen, overspringen, overstappen - transform (en) - transform (en) - transform (en) - transmuteren - keisti, pakeisti, pertvarkyti — aanpassen, metamorfoseren, omtoveren, transmuteren, veranderen - ash (en) - metamorfoseren, omvormen, transformeren - beteren - atversti — bekeren, converteren - Islamise, Islamize (en) - apversti — omkeren, overhoophalen - invert (en) - op bestelling maken - persoonlijk opvatten - verzakelijken - sharpen (en) - dalen - disintegrate (en) - įmagnetinti — magnetiseren - demagnetiseren, ontmagnetiseren - supaprastinti — eenvoudig voorstellen, simplificeren, vereenvoudigen, vergemakkelijken, versimpelen - apsunkinti, komplikuoti — compliceren, doorborduren, voortborduren - refine (en) - apsunkinti, komplikuoti — compliceren - pressurise, pressurize, supercharge (en) - centralizuoti — centraliseren, centralizeren, samentrekken - decentraliseren, decentralizeren - socialise, socialize (en) - apsirūpinti — aangorden, gereedmaken, installeren, instrueren, klaarmaken, opmaken, prepareren, voorbereiden, warmdraaien, zorgen voor - internationaliseren - bolshevise, bolshevize, communise, communize (en) - europeaniseren, vereuropesen - europeaniseren, vereuropesen - verdierlijken - amerikaniseren, veramerikaansen - verfransen - civilizuoti, kultūrinti — beschaven, civiliseren, civilizeren - nacionalizuoti — nationaliseren, nationalizeren, socialiseren - denationaliseren, denationalizeren, privatiseren - naturaliseren, naturalizeren - denaturaliseren - naturaliseren - denaturalise, denaturalize (en) - even, even out (en) - egaliseren, egalizeren, gelijk maken - opstijven, verstevigen - atkabinti, atsegti, atskirti, paleisti, sumažinti, susilpninti — losdoen, losdraaien, losgaan, loskrijgen, loslaten, losmaken, losnemen, losser maken, lostrekken, verslappen, vrijlaten - įsitempti, įtempti — aandraaien, dichtknopen, spannen, strakker doen worden, verstevigen - transitivise, transitivize (en) - detransitivise, detransitivize, intransitivise, intransitivize (en) - tirštėti, tirštinti — aandikken, binden, verdikken - full (en) - įvairėti, įvairinti — diversifia aren, diversifiëren - verschalen, verslaan - check, delay, retard (en) - beknibbelen, beknibbelen op, besnoeien, gereduceerd, korten, minderen, reduceren, snoeien, terugbrengen, verkleinen, verminderen, verminderen met - pertrinti, sutrinti mikseriu — uitpersen, vloeibaar maken - solvate (en) - dissolve (en) - valideren - nietig verklaren, ongeldig maken, ongeldig verklaren - ištuštėti, ištuštinti — ledigen, leeghalen, leegmaken, legen, opdrinken, opzuipen, uithalen, uitpompen - pripildyti — aanvullen, bijladen, bijvullen, dempen, dichtgooien, navullen, opstoppen, opvullen, plempen, toegooien, volgieten, vol maken, volpompen, volschenken, vullen - verzadigen - clot, coagulate (en) - louden (en) - normaliseren - morph (en) - neutralise, neutralize (en) - paversti pelno šaltiniu — commercialiseren, commercializeren, te koop aanbieden, vercommercialiseren, vercommercializeren - flocculeren, purificeren, purifiëren, reinigen, zuiveren - mechanise, mechanize (en) - automatiseren, automatizeren - automatise, automatize (en) - mechanise, mechanize (en) - harmonizuoti — accorderen, afstemmen, harmoniëren, harmoniseren, in harmonie brengen, samenklinken - polarise, polarize (en) - šlovinti — transfigureren, verheerlijken - opwerken - devalvuoti, nuvertinti — devalueren - insulate (en) - calcify (en) - geürbaniseerd, industrialiseren, urbaniseren, verstedelijken - urbanise, urbanize (en) - emulsify (en) - demulsify (en) - decarboxylate (en) - nazify (en) - apvaisinti, tręšti — bemesten, mesten - klaren - palikti dėmę, paženklinti, teptis, ženklinti — aangeven, aanwijzen, bevlekken, bevlekt worden, kenmerken, markeren, merken - barb (en) - nick (en) - buiten werking stellen, diskwalificeren, onbruikbaar maken - įgalinti, leisti — in staat stellen - de-emphasise, de-emphasize, destress (en) - mals maken - charge (en) - veraangenamen, verzachten, verzoeten, zoeten - iodinate (en) - ionate (en) - archaïseren - inform (en) - officialise, officialize (en) - verwesteren, verwestersen - orientalise, orientalize (en) - acetylate, acetylise, acetylize (en) - achromatise, achromatize (en) - collimate, parallel (en) - camp (en) - klassiek maken - conventionalise, conventionalize (en) - decimalise, decimalize (en) - duizelig maken - užnuodyti — vergiftigen - veruiterlijken - pagražinti — aantrekkelijk maken - introvert (en) - laïciseren, seculariseren - politiseren, politizeren, verpolitieken - proof (en) - romanticise, romanticize (en) - rusticate (en) - sauce (en) - shallow, shoal (en) - įsitempti, įtempti — spannen - steiler worden - trukdyti — scrambelen, vervormen - iššifruoti — ontcijferen, verstaan - unsex (en) - verglazen - pall (en) - saponify (en) - expand, extend (en) - set aside, suspend (en) - išpurvinti, purvinti — bemodderen, vertroebelen - transform (en) - paaukštinti — opheffen, verheffen, verhogen - padaryti šiurkštų/grubų, pasidaryti šiurkščiam/grubiam — ruw maken, ruw worden, verruwen - dinge (en) - demonise, demonize (en) - devilise, devilize, diabolise, diabolize (en) - vergeestelijken - immaterialise, immaterialize, unsubstantialise, unsubstantialize (en) - animate, animise, animize (en) - opschonen, schonen - dynamise, dynamize (en) - dynamise, dynamize (en) - rarefy, sublimate, subtilize (en) - evaporeren, verdampen, vervliegen, vervluchtigen - uniformise, uniformize (en) - symmetrisch maken - įamžinti, padaryti nemirtingą — vereeuwigen - denatureren - denatureren - denature (en) - sanitise, sanitize (en) - verbify (en) - shift (en) - sputter (en) - draw (en) - make (en) - dope (en) - prostrate (en) - excite (en) - energise, energize, excite (en) - shake (en) - outmode (en) - spice, spice up (en) - shorten (en) - think (en) - make (en) - deflate (en) - inflate (en) - reflate (en) - digitaliseren - gelatinise, gelatinize (en) - recombine (en) - effeminise, effeminize, feminise, feminize, womanize (en) - masculinise, masculinize, virilise, virilize (en) - masculinize (en) - disharmonize, dissonate (en) - sexualise, sexualize (en) - schematiseren, schematizeren - patent (en) - constitutionalise, constitutionalize (en) - rationalise, rationalize (en) - plastificeren - rarefy (en) - heiden maken - incandesce (en) - deaminate, deaminize (en) - angulate (en) - circularize (en) - sensitise, sensitize (en) - sensitise, sensitize (en) - depolariseren - intensify (en) - isomerise, isomerize (en) - legitimate (en) - išgarinti, išgaruoti - industrialiseren, industrializeren - opacify (en) - opsonize (en) - militarise, militarize (en) - nationalise, nationalize (en) - recommend (en) - sentimentalise, sentimentalize (en) - solemnise, solemnize (en) - territorialise, territorialize (en) - transaminate (en) - glorify, spiritualize, transfigure (en) - unsanctify (en) - vesiculate (en) - visualise, visualize (en) - mottle, variegate (en) - ventilate (en) - vivify (en) - vulgarise, vulgarize (en) - supple (en) - professionaliseren, professionalizeren - smut (en) - still (en) - weaponize (en) - blur, confuse, obnubilate, obscure (en) - moderate, tame, tone down (en) - benevelen, overschaduwen, verbijsteren, verduisteren, verwarren - synchronise, synchronize (en) - mažinti, sumažinti — matigen - militariseren, militarizeren - afketsen, afspringen, afstuiten - penėti — aanzetten, mesten, vetmesten - kišti nagus, liesti — knoeien - afstompen, dof maken - atšipinti, šipinti — bot maken - drožti — scherpen, slijpen - coarsen (en) - losmaken - atrišti, atsegti, išnarplioti — losmaken - ádëti stygas, átempti, sustyguoti — besnaren, bespannen, snaren aanbrengen - straighten, straighten out (en) - bring (en) - sumaišyti, susimaišyti — alliëren, amalgameren, legeren, mêleren, mengen, mixen, samendoen, samengaan, samensmelten, samenvoegen, synthetiseren, unificeren, uniformeren, verenen, verenigen, vermengen, vervlakken, zich mengen - belasten, drukken, laden, opladen - put (en) - iškuopti — doen, kuisen, opdoen, opruimen, reinigen, reinigend, schoonmaken, wegruimen - ištepti, supurvinti, susipurvinti — bekladden, besmetten, bevuilen, vuilmaken - depress, lower (en) - deform (en) - break, break up (en) - pakeisti — veranderen - dekoruoti, papuošti — aankleden, bewerken, decoreren, opgesmukt, opluisteren, opsieren, opsmukken, optooien, optuigen, ornamenteren, tooien, verfraaien - humaniseren, vermenselijken - pažeminti — vernederen - atstumti — vervreemden - right (en) - bedwelmen, benevelen - deodoriseren, desodoriseren - ryškinti — ontwikkelen - blur (en) - verblinden - change intensity (en) - change taste (en) - capture (en) - suteikti — verlenen - reestablish, reinstate, restore (en) - liberaliseren - atlyginti, kompensuoti — bestraffen, compenseren, goedmaken, vergoeden, verzoenen - democratiseren - neutralize (en) - ištvirkinti, tvirkinti — corrumperen, perverteren, verliederlijken - loosen, relax (en) - flocculate (en) - turn (en) - cohere (en) - overladen, overplaatsen, overplanten, transporteren - betrekken, donkeren, duisteren, schemeren, versomberen - brighten (en) - soften (en) - shade (en) - sumažinti greitį — ophouden, retarderen, vertragen - padidinti greitá, padidinti greitį — accelereren, optrekken, sjezen, sneller gaan, vaart krijgen - embrittle (en) - bubble (en) - radicalize (en) - eroticize, sex up (en) - piggyback (en) - port (en) - lifehack (en) - cloud (en) - pakeisti, užimti kieno nors vietą — substitueren, terugleggen, vervangen - unify, unite (en)[Spéc.]
action de faire devenir, action de rendre (fr)[Nominalisation]
aplinkos pakeitimas — aanpassing, alteratie, verandering, wijziging - modifikacija — accommodatie, adaptatie, alteratie, assimilatie, bijstelling, modificatie, modifikatie, mutatie, wijziging - kaita, keitimasis — verandering - aplinkos pakeitimas, kaita, keitimasis, modifikacija, pakeitimas — afwisseling, alteratie, alternantie, alternatie, alternering, keer, variatie, variëteit, verandering, wending, wijziging - changer, modifier (en) - kaita, keitimasis — verandering - kaita, keitimasis — verandering - wijzigbaar - alterable (en)[Dérivé]
helpen (v.) • pakeisti (v.) • veranderen (v.)
-