sensagent's content
Lettris
Lettris is a curious tetris-clone game where all the bricks have the same square shape but different content. Each square carries a letter. To make squares disappear and save space for other squares you have to assemble English words (left, right, up, down) from the falling squares.
boggle
Boggle gives you 3 minutes to find as many words (3 letters or more) as you can in a grid of 16 letters. You can also try the grid of 16 letters. Letters must be adjacent and longer words score better. See if you can get into the grid Hall of Fame !
English dictionary
Main references
Most English definitions are provided by WordNet .
English thesaurus is mainly derived from The Integral Dictionary (TID).
English Encyclopedia is licensed by Wikipedia (GNU).
Translation
Change the target language to find translations.
Tips: browse the semantic fields (see From ideas to words) in two languages to learn more.
last searches on the dictionary :
computed in 0.141s
helpen — modificar; alterar; cambiarse[ClasseHyper.]
aanpassing, alteratie, verandering, wijziging — cambio, modificación - accommodatie, adaptatie, alteratie, assimilatie, bijstelling, modificatie, modifikatie, mutatie, wijziging — modificación, reciclaje - verandering - afwisseling, alteratie, alternantie, alternatie, alternering, keer, variatie, variëteit, verandering, wending, wijziging — alteración, cambio, modificación - changer, modifier (en) - verandering - verandering — cambio - alterable (en) - wijzigbaar[Dérivé]
oproepen, wekken — despertar, despertar a, despertarse - in slaap brengen, in slaap doen vallen, in slaap sussen — adormecer, anestesiar, arrullar, dormir - aantasten, stemmen - aanhalen, verversen — refrescar - bemesten, bevruchten, insemineren — fecundar, fertilizar - indisponer - huilen — llorar - etiolate (en) - animalise, animalize, brutalise, brutalize (en) - converteren, omvormen, omzetten, transformeren — convertir - opalise, opalize (en) - arterialise, arterialize (en) - krijgen, stemmen — volver - counterchange, interchange, transpose (en) - vascularise, vascularize (en) - decrepitate (en) - suburbanise, suburbanize (en) - radicaal veranderen — revolucionar - etioleren - barbarise, barbarize (en) - alkalinise, alkalinize (en) - mythiseren, mythizeren, mythologiseren, mythologizeren, mytiseren, mytologiseren, tot een myte maken, tot een mythe maken — mitificar - allegorise, allegorize (en) - ontmythologiseren - brengen — llevar - coarsen (en) - van invloed zijn op — afectar, conmover, impactar - alchemise, alchemize (en) - alcoholise, alcoholize (en) - vormen, vormgeven — dar forma, formar, moldear - afronden — redondear - ophangen - versoberen — aquietar, calmar, desintoxicar, desintoxicarse, serenar - reconstruct (en) - naar boven jagen, verhogen — acrecentar, alzar, aumentar, elevar, extender, incrementar, subir - aligerarse, dejar de trabajar tanto - assimileren - dissimilate (en) - omzetten, wisselen — conmutar - vitalise, vitalize (en) - deblokkeren, opschonen, schonen, vrijmaken — aclarar, descongestionar, desobstruir, despejar, limpiar, quitar, recoger, retirar - aanwakkeren, activeren, opwekken, opwinden, prikkelen, prikkelend — activar - activate (en) - verticuteren - activate (en) - deactivate, inactivate (en) - afstompen, stillen, versuffen — alelar, amortiguar, embotar, embrutecer, entontecer - herbouwen, ombouwen, overmaken, verbouwen, verspijkeren, vertimmeren - bezorgen, editen, monteren, redigeren, uitgeven — preparar - cut, edit, edit out (en) - chasten, subdue, tame (en) - chasten, moderate, temper (en) - beteren, beter maken, bijspijkeren, bijstellen, bijwerken, perfectioneren, vervolmaken — mejorar, perfeccionar - erger maken, escaleren, slechter maken, verergeren, verscherpen, verslechteren, verzwaren — agravar, agravarse, agudizar, agudizarse, avivar, deteriorar, empeorar, hacer peor - begieten, gieten, natmaken, nat maken, plassen in — mojar, mojarse - afdrogen, dehydreren, doen opdrogen, drogen, droogleggen, droogmaken, droogstoken, droogzetten, opdrogen — enjugar, secar, secarse - lubricate (en) - harden, pantseren, versterken, wapenen — fortalecer, fortificar, reforzar - fortify, lace, spike (en) - afzwakken, bagatelliseren, ondermijning, verslappen, verzwakken — ablandar, flaquear, reblandecerse - blunt (en) - oxyderen — oxidar, oxidarse - aaneensluiten, binden, een fusie aangaan, fuseren, fusioneren, groeperen, overgaan in, samenkomen, samenvloeien, scharen, uniëren, unificeren, uniformeren, verenigen, vervlakken — asociar, asociarse, combinar, fundirse, fusionar, fusionarse, juntar, juntarse, unificar, unificarse, unirse - doen verouderen, oud doen worden, verouwelijken — aviejar, aviejarse, envejecer, envejecerse - rijpen, volwassen worden — madurar, sazonar - antiquate, antique (en) - antiquate (en) - gevormd, ontplooien, ontwikkelen, vormen — desarrollarse - ablandar, dulcificar, enternecer, reblandecer, suavizar, temperar - aantasten, benadelen, beschadigen, blutsen, breken, butsen, deuken, doorbreken, duperen, havenen, indeuken, nadeel toebrengen, schade berokkenen aan, schaden, schade toebrengen, schenden, slecht zijn voor — afectar, averiar, causar daño, causar daño a, causar daño en, causar perjuicio a, dañar, estropear, hacer daño a, ocasionar daño en, perjudicar a, romper, ser nocivo para - ossify (en) - acerbate (en) - stabiliseren, stabilizeren — estabilizar, estabilizarse - destabiliseren — desestabilizar - sensibilise, sensibilize, sensify, sensitise, sensitize (en) - desensitise, desensitize (en) - een gewoonte maken van, ergens bekend mee raken, geweest zijn, gewend zijn te, gewennen, gewoon zijn te, op dreef komen, vroeger gedaan hebben, wennen, zich aanwennen — acostumbrar, acostumbrar a, acostumbrarse, acostumbrarse a, coger el ritmo/tranquillo, contraer el hábito de, estar acostumbrado a, habituar, habituarse a, soler, tener costumbre de, tener el hábito/la costumbre de, tener la costumbre de - in de war brengen, in de war maken, ontregelen, rommelen in, verknoeien — alborotar, arruinar, desarreglar, desordenar, ensuciar, estropear, trastornar, turbar - decolorar, descolorar, descolorarse - inkleuren, kleuren, tinten — colorar, colorear, pintar - vlekken — colorar, colorear, teñir - hue (en) - lelijk maken, verlelijken — afear - ontstemmen - afstellen, bijstellen, gelijkzetten, instellen, stellen, verstellen — ajustar, poner, poner bien, reajustar, regular - set (en) - ongeschikt maken — inhabilitar - africhten, dresseren, drillen, tam maken, temmen — adiestrar, amaestrar, amansar, contener, desbravar, domar, domeñar, domesticar, dominar, entrenar, someter - verbreden, verruimen, verwijden — ampliar, ampliarse, dilatar, dilatarse, ensanchar, ensancharse - dehydrogeniseren — deshidrogenizar - hydreren, hydrogeneren - oxygenise, oxygenize (en) - donkeren, duisteren, verdonkeren, verduisteren, zwart maken, zwart worden — ennegrecer, oscurecer, volverse negro - helder maken, helder worden, oplichten — abrillantar, avivar, clarear, dar luz, enlustrecer, iluminar, proporcionar claridad - vervagen, wegdoezelen — desdibujar, desdibujarse, difuminar, empañar, hacer borroso, velarse - gedeeltelijk verborgen — oscurecer - aan het gezicht onttrekken, uitwissen, verschansen, verschuilen, wegkruipen — borrar, hacer borroso, obliterar, tapar - koken - afslanken, lijnen - rajarse, resquebrajarse - dismiss, dissolve (en) - afbreken, afsluiten, beëindigen, besluiten, een einde maken aan, eindigen, ophouden, sluiten, stoppen, termineren, verijdelen — acabar, acabar con algo, acabarse, concluir, dar fin a, dar término a, finalizar, finir, poner fin a, poner fin a algo, poner punto final, terminar, terminarse - defog, demist (en) - concentrate, condense, contract (en) - afkoelen, bekoelen, koelen, verkoelen — congelar, congelarse, enfriar, enfriarse, refrescar - opwarmen, verhitten, verwarmen, warmen — caldear - opwarmen, stoken, verhitten, verwarmen, warmen — caldear, caldearse, calentar, calentarse, recalentar, recalentarse - aan de kook brengen, koken, opkoken — cocer, hacer hervir, hervir - bevriezen, invriezen, vriezen — congelar, congelarse, fraguar, helar, helarse - blaren veroorzaken, krijgen — formar ampollas, formar ampollas/burbujas - omschakelen, switchen - altereren, omzetten, transponeren - herleiden, overgaan, overschakelen, overspringen, overstappen - transform (en) - transform (en) - transform (en) - transmuteren - aanpassen, metamorfoseren, omtoveren, transmuteren, veranderen — cambiar, demudar, transformar, transformarse, transmutar, trasmutar - ash (en) - metamorfoseren, omvormen, transformeren - beteren — regenerar - bekeren, converteren — convertir - Islamise, Islamize (en) - omkeren, overhoophalen — invertir - invert (en) - op bestelling maken — hacer a medida - persoonlijk opvatten — hacer alusiones personales, personalizar - verzakelijken — despersonalizar, hacer impersonal - sharpen (en) - dalen — bajar, engravecer, hacer grave - disintegrate (en) - magnetiseren — magnetizar - demagnetiseren, ontmagnetiseren — desimantar - eenvoudig voorstellen, simplificeren, vereenvoudigen, vergemakkelijken, versimpelen — esquematizar, simplificar - compliceren, doorborduren, voortborduren — complicar - refine (en) - compliceren - pressurise, pressurize, supercharge (en) - centraliseren, centralizeren, samentrekken — centralizar, concentrar, reunir en un centro - decentraliseren, decentralizeren — descentralizar, descentralizarse - socialise, socialize (en) - aangorden, gereedmaken, installeren, instrueren, klaarmaken, opmaken, prepareren, voorbereiden, warmdraaien, zorgen voor — arreglar, asegurar el porvenir, organizar - internationaliseren - bolshevise, bolshevize, communise, communize (en) - europeaniseren, vereuropesen - europeaniseren, vereuropesen - verdierlijken - amerikaniseren, veramerikaansen — americanizar - verfransen - beschaven, civiliseren, civilizeren — civilizar - nationaliseren, nationalizeren, socialiseren — nacionalizar - denationaliseren, denationalizeren, privatiseren — desnacionalizar - naturaliseren, naturalizeren — nacionalizar, naturalizar - denaturaliseren - naturaliseren - denaturalise, denaturalize (en) - igualar, nivelar - egaliseren, egalizeren, gelijk maken — compensarse, igualar - opstijven, verstevigen — atiesar - losdoen, losdraaien, losgaan, loskrijgen, loslaten, losmaken, losnemen, losser maken, lostrekken, verslappen, vrijlaten — aflojar, desapretar, desatar, despegar, desprender, liberar, quitar, relajar, separar, soltar - aandraaien, dichtknopen, spannen, strakker doen worden, verstevigen — ajustar, apretar, cerrar herméticamente, estirar, tensar - transitivise, transitivize (en) - detransitivise, detransitivize, intransitivise, intransitivize (en) - aandikken, binden, verdikken — coagular, cuajar, cuajarse, densificar, densificarse, engruesar, espesar - full (en) - diversifia aren, diversifiëren — diversificar - verschalen, verslaan - check, delay, retard (en) - beknibbelen, beknibbelen op, besnoeien, gereduceerd, korten, minderen, reduceren, snoeien, terugbrengen, verkleinen, verminderen, verminderen met — amenguar, aminorar, apocar, bajar, bajar con, cercenar, disminuir, podar, recortar, reducir - uitpersen, vloeibaar maken — licuar, liquidar - solvate (en) - dissolve (en) - valideren — validar - nietig verklaren, ongeldig maken, ongeldig verklaren — declarar nulo, invalidar - ledigen, leeghalen, leegmaken, legen, opdrinken, opzuipen, uithalen, uitpompen — desaguar, desalojar, descargar, evacuar, vaciar, vaciarse, verter, verterse - aanvullen, bijladen, bijvullen, dempen, dichtgooien, navullen, opstoppen, opvullen, plempen, toegooien, volgieten, vol maken, volpompen, volschenken, vullen — acabar de llenar, colmar, henchir, llenar - verzadigen - clot, coagulate (en) - louden (en) - normaliseren - morph (en) - neutralise, neutralize (en) - commercialiseren, commercializeren, te koop aanbieden, vercommercialiseren, vercommercializeren — comercializar, ofrecer en venta, poner al mercado, poner en venta - flocculeren, purificeren, purifiëren, reinigen, zuiveren — purificar, santificar - mechanise, mechanize (en) - automatiseren, automatizeren — automatizar - automatise, automatize (en) - mechanise, mechanize (en) - accorderen, afstemmen, harmoniëren, harmoniseren, in harmonie brengen, samenklinken — armonizar, concordar, congeniar - polarise, polarize (en) - transfigureren, verheerlijken — ensalzar, glorificar, idealizar - opwerken — adulterar, contaminar - devalueren - insulate (en) - calcificar, calcificarse - geürbaniseerd, industrialiseren, urbaniseren, verstedelijken - urbanise, urbanize (en) - emulsionar - demulsify (en) - decarboxylate (en) - nazify (en) - bemesten, mesten - klaren - aangeven, aanwijzen, bevlekken, bevlekt worden, kenmerken, markeren, merken — marcar, poner una señal, señalar - barb (en) - nick (en) - buiten werking stellen, diskwalificeren, onbruikbaar maken — desenchufar, inutilizar, poner fuera de servicio - in staat stellen — permitir - de-emphasise, de-emphasize, destress (en) - mals maken — ablandar - charge (en) - veraangenamen, verzachten, verzoeten, zoeten — amenizar, azucarar, confitar, confitarse, dulcificar, dulcificarse, edulcorar, endulzar, endulzarse, paliar - iodinate (en) - ionate (en) - archaïseren — arcaizar - inform (en) - officialise, officialize (en) - verwesteren, verwestersen — occidentalizarse - orientalise, orientalize (en) - acetylate, acetylise, acetylize (en) - achromatise, achromatize (en) - collimate, parallel (en) - camp (en) - klassiek maken — destacar clasicismo - conventionalise, conventionalize (en) - decimalise, decimalize (en) - duizelig maken — dar vértigo, marear - vergiftigen — emponzoñar, envenenar - veruiterlijken - aantrekkelijk maken — embellecer, volver atractivo - introvert (en) - laïciseren, seculariseren — laicizar - politiseren, politizeren, verpolitieken — politizar - proof (en) - romanticise, romanticize (en) - rusticate (en) - sauce (en) - shallow, shoal (en) - spannen — atesar, estirar, estirarse, tesar - steiler worden — volverse más empinado - scrambelen, vervormen — bloquear, cifrar, codificar - ontcijferen, verstaan — descifrar, descodificar - unsex (en) - verglazen — vitrificarse - pall (en) - saponify (en) - expand, extend (en) - set aside, suspend (en) - bemodderen, vertroebelen — enlodar, enlodazar, ensuciar de barro, enturbiar, llenar de barro - transform (en) - opheffen, verheffen, verhogen — ascender, levantar - ruw maken, ruw worden, verruwen — curtir, embrutecer, embrutecerse, enrudecerse, volverse grosero - dinge (en) - demonizar - devilise, devilize, diabolise, diabolize (en) - vergeestelijken - immaterialise, immaterialize, unsubstantialise, unsubstantialize (en) - animate, animise, animize (en) - opschonen, schonen — aclarar, clarificar, desatacar, desbrozar, descombrar, descongestionar, desobstruir, despejar - dynamise, dynamize (en) - dynamise, dynamize (en) - rarefy, sublimate, subtilize (en) - evaporeren, verdampen, vervliegen, vervluchtigen — vaporizar, vaporizarse, volatilizarse - uniformise, uniformize (en) - symmetrisch maken — simetrizar - vereeuwigen — inmortalizar - denatureren - denatureren - denature (en) - sanitise, sanitize (en) - usar verbos - mudar - sputter (en) - draw (en) - make (en) - dope (en) - prostrate (en) - excite (en) - energise, energize, excite (en) - shake (en) - outmode (en) - spice, spice up (en) - shorten (en) - think (en) - make (en) - deflate (en) - inflate (en) - reflate (en) - digitaliseren — dar valores numéricos - gelatinise, gelatinize (en) - recombine (en) - effeminise, effeminize, feminise, feminize, womanize (en) - masculinise, masculinize, virilise, virilize (en) - masculinize (en) - disharmonize, dissonate (en) - sexualise, sexualize (en) - schematiseren, schematizeren — esquematizar - patent (en) - constitutionalise, constitutionalize (en) - rationalise, rationalize (en) - plastificeren — plastificar - rarefy (en) - heiden maken — paganizar - incandesce (en) - deaminate, deaminize (en) - angulate (en) - circularize (en) - sensitise, sensitize (en) - sensitise, sensitize (en) - depolariseren — despolarizar - intensify (en) - isomerise, isomerize (en) - legitimate (en) - evaporate, vaporise, vaporize (en) - industrialiseren, industrializeren — industrializar - opacify (en) - opsonize (en) - militarise, militarize (en) - nationalise, nationalize (en) - recommend (en) - sentimentalise, sentimentalize (en) - solemnise, solemnize (en) - territorialise, territorialize (en) - transaminate (en) - glorify, spiritualize, transfigure (en) - unsanctify (en) - vesiculate (en) - visualise, visualize (en) - mottle, variegate (en) - ventilate (en) - vivify (en) - vulgarise, vulgarize (en) - supple (en) - professionaliseren, professionalizeren — profesionalizar - smut (en) - still (en) - weaponize (en) - confundir - moderate, tame, tone down (en) - benevelen, overschaduwen, verbijsteren, verduisteren, verwarren — obcecar, ofuscar, oscurecer - synchronise, synchronize (en) - matigen — moderar - militariseren, militarizeren — militarizar - afketsen, afspringen, afstuiten — derribar, echar abajo, romper - aanzetten, mesten, vetmesten — cebar, cebarse, engordar, engordarse, sainar - knoeien — entrometerse, entrometerse, meterse, meterse, tocar - afstompen, dof maken — arromar, deslucir, deslustrar, empañar - bot maken — arromar, desafilar, despuntar, embotarse - scherpen, slijpen — afilar, agudizar, aguzar, amolar, sacar punta a - coarsen (en) - losmaken - losmaken - besnaren, bespannen, snaren aanbrengen — encordar - enderezar, erguir, levantar - bring (en) - alliëren, amalgameren, legeren, mêleren, mengen, mixen, samendoen, samengaan, samensmelten, samenvoegen, synthetiseren, unificeren, uniformeren, verenen, verenigen, vermengen, vervlakken, zich mengen — amalgamar, amalgamarse, fusionar, fusionarse, mezclar, mezclarse, mixturar, reunir, unificar, unificarse, unirse - belasten, drukken, laden, opladen - colocar, poner, situar - doen, kuisen, opdoen, opruimen, reinigen, reinigend, schoonmaken, wegruimen — limpiar, limpiar a fondo - bekladden, besmetten, bevuilen, vuilmaken — emporcar, emporcarse, enmugrecer, ensuciar, ensuciarse, macular, manchar, pringarse, tiznar - depress, lower (en) - deform (en) - break, break up (en) - veranderen - aankleden, bewerken, decoreren, opgesmukt, opluisteren, opsieren, opsmukken, optooien, optuigen, ornamenteren, tooien, verfraaien — decorar, embellecer, ornamentar, ornar - humaniseren, vermenselijken — humanizar - vernederen — apocar, humillar - vervreemden — enajenar - right (en) - bedwelmen, benevelen - deodoriseren, desodoriseren — desodorizar - ontwikkelen — revelar - desdibujar, desdibujarse, difuminar, difuminarse, empañar, empañarse - verblinden - cambiar la intensidad - cambiar de gusto - capture (en) - verlenen — aportar, contribuir, dar, donar, dotar de - rehabilitar, restablecer, restaurar - liberaliseren - bestraffen, compenseren, goedmaken, vergoeden, verzoenen — compensar, corregir - democratiseren — democratizar - neutralize (en) - corrumperen, perverteren, verliederlijken — corromper, pervertir - loosen, relax (en) - flocculate (en) - turn (en) - cohere (en) - overladen, overplaatsen, overplanten, transporteren — transbordar, transferir, transportar, trasladar - betrekken, donkeren, duisteren, schemeren, versomberen — amortiguar, entenebrecer, mitigar, oscurecer - abrillantar, enlustrecer, lustrar - soften (en) - shade (en) - ophouden, retarderen, vertragen — aminorar el paso, ir más despacio, reducir la velocidad - accelereren, optrekken, sjezen, sneller gaan, vaart krijgen — acelerarse, ir cobrando velocidad - embrittle (en) - bubble (en) - radicalize (en) - eroticize, sex up (en) - piggyback (en) - port (en) - lifehack (en) - cloud (en) - substitueren, terugleggen, vervangen — reemplazar, substituir, sustituir - unify, unite (en)[Spéc.]
action de faire devenir, action de rendre (fr)[Nominalisation]
aanpassing, alteratie, verandering, wijziging — cambio, modificación - accommodatie, adaptatie, alteratie, assimilatie, bijstelling, modificatie, modifikatie, mutatie, wijziging — modificación, reciclaje - verandering - afwisseling, alteratie, alternantie, alternatie, alternering, keer, variatie, variëteit, verandering, wending, wijziging — alteración, cambio, modificación - changer, modifier (en) - verandering - verandering — cambio - wijzigbaar - alterable (en)[Dérivé]
alterar (v.) • cambiar (v.) • cambiarse (v.) • helpen (v.) • modificar (v.) • veranderen (v.)
-