sensagent's content
Lettris
Lettris is a curious tetris-clone game where all the bricks have the same square shape but different content. Each square carries a letter. To make squares disappear and save space for other squares you have to assemble English words (left, right, up, down) from the falling squares.
boggle
Boggle gives you 3 minutes to find as many words (3 letters or more) as you can in a grid of 16 letters. You can also try the grid of 16 letters. Letters must be adjacent and longer words score better. See if you can get into the grid Hall of Fame !
English dictionary
Main references
Most English definitions are provided by WordNet .
English thesaurus is mainly derived from The Integral Dictionary (TID).
English Encyclopedia is licensed by Wikipedia (GNU).
Translation
Change the target language to find translations.
Tips: browse the semantic fields (see From ideas to words) in two languages to learn more.
last searches on the dictionary :
computed in 0.031s
raken; geraken tot; worden[Classe]
verandering - afwisseling, alteratie, alternantie, alternatie, alternering, keer, variatie, variëteit, verandering, wending, wijziging — izmena, promena - verandering[Dérivé]
osvežiti se - aankleden, kleden, kleren aandoen, kleren aantrekken, zich aankleden, zich kleden — obući se, obucxi se - aangroeien, ontwikkelen, regenereren - aangroeien, regenereren - gel (en) - verdierlijken - convert (en) - muteren, veranderen, zich aanpassen — menjati se, mutirati - denken, hebben, koesteren, krijgen, ontvangen, voelen — doživeti nešto, imati, primiti, имати - decrepitate (en) - suburbanise, suburbanize (en) - roll, roll up (en) - glazig worden — postati bezizražajan - grow, turn (en) - barbarise, barbarize (en) - alkalinise, alkalinize (en) - omdraaien, omkeren — obrnuti, preokrenuti - menxati fizicyka svojstva, menxati integritet - vervormen — deformisati, izoblicyiti - overgaan — transformisati se - aanpassen, acclimatiseren, accommoderen, adapteren, assimileren, bewerken, bijsturen, geschikt maken, gewennen, passend maken, plooien, richten, schikken, toesnijden op, voegen, wennen, zich aanpassen, zich aanpassen aan, zich accommoderen, zich akkommoderen, zich conformeren aan, zich konformeren aan, zich richten naar, zich schikken naar, zich thuisvoelen, zich thuis voelen, zich voegen naar — navići se, prilagoditi, prilagoditi se, stati na noge - omhoogkomen, omhoogwerken, opklimmen, opwerken, stijgen — uzdignuti se - assimilate (en) - dissimilate (en) - dissimilate (en) - promeniti velicyinu - modifikovati, promeniti - afstompen, vervlakken - break (en) - verkrotten, vervallen - beschimmelen, schimmelen, vermolmen, verschimmelen — ubuđati se - hydrate (en) - afdrogen, drogen, droogstoken, droog worden, droogzetten, opdrogen, te drogen hangen, uitdrogen, verdrogen — osusxiti se, prosusxiti se, susxiti se - stalen, sterken, versterken — osnazxiti - branden, destilleren, distilleren, gedistilleerd, gedistilleerd worden, stoken, via distillatie vervaardigen - desoxideren — deoksidizovati, redukovati - crack (en) - oxyderen - oxidate, oxidise, oxidize (en) - grow (en) - volwassen worden - soften (en) - ionise, ionize (en) - smiriti se, stabilizovati se - destabiliseren — destabilizirati se, destabilizovati se - oplichten — obasjati se, ozariti se - inkleuren, kleuren, tinten, verkleuren — promeniti boju - discolor (en) - verengen - donkerder worden, donker maken, dreigend worden, eclipseren, verdonkeren, verduisteren — potamneti, zamračiti, zamračiti se - dim (en) - afbreken, afknappen, barsten, bersten, in stukken vallen, kapotgaan, kapotvallen, kloven, overslaan, splijten, stukgaan, stukvallen - transpire (en) - resume, take up (en) - izmeniti povrsxinu - sublimate, sublime (en) - bekoelen — smanjiti se - warm up (en) - opwarmen, warmdraaien, warmlopen — ugrejati se, zagrejati se - veranderen — pretvoriti se, prometnuti se - bekeren - afstompen, dof worden, versuffen - complexify, ramify (en) - veramerikaansen - develop, modernise, modernize (en) - opstijven, stijf worden, verstijven, verstrammen — ukocyiti se, ukrutiti - verstevigen — ocyvrsnuti, stegnuti se - afslaan, bezwijken, blijven steken, defect raken, falen, het begeven, het laten afweten, het opgeven, kapotgaan, stranden, stukgaan, uitfloepen, vastlopen, weigeren - onderwerpen, toegeven - harden, hard worden, vereelten, verharden - harden, hard maken, stijf maken, verharden, verstarren - suffuse (en) - stilvallen, stilzwijgen, verstommen, zwijgen - normalise, normalize (en) - oriënteren - purify (en) - verteren - regress (en) - bevuilen, vervuilen - decalcify (en) - industrialise, industrialize (en) - decarboxylate (en) - spot (en) - beërven, bekomen, hebben, krijgen, verkrijgen — dobiti - acetylate, acetylise, acetylize (en) - aannemen, krijgen, opvatten — dobiti, praviti se, primiti - prim (en) - capacitate (en) - caseate (en) - caseate (en) - clinker (en) - cure (en) - aanbreken, dagen, lichten — razdaniti se, svanuti - salinate (en) - ontzilten, ontzouten — odstraniti so - shallow, shoal (en) - steiler worden - superannuate (en) - zweren - verglazen - vulcanise, vulcanize (en) - tegenstaan, tegensteken - become flat, die, pall (en) - saponify (en) - gaan - come (en) - uhvatiti - aanslaan — postati popularan - develop, grow (en) - fly (en) - zich aanwennen — izgraditi se, razviti, razviti se - assibilate (en) - smoothen (en) - turn on (en) - schieten — prebaciti se, precxi - break into (en) - change, deepen (en) - concretiseren, invullen - aftakelen, bederven, ontbinden, rotten, vergaan, verwelken — kvariti, trunuti - commute, transpose (en) - introject (en) - shift (en) - swing (en) - fall (en) - fall (en) - reflate (en) - hydrolyse, hydrolyze (en) - fold, fold up (en) - gelatinise, gelatinize (en) - felt, felt up, mat, matte, matte up, matt-up, mat up (en) - recombine (en) - feminise, feminize (en) - obsolesce (en) - plastificeren - terugwijken — povući se - defervesce (en) - incandesce (en) - calcify (en) - drift (en) - play out (en) - conjugate (en) - isomerise, isomerize (en) - verdampen - indurate (en) - gradate (en) - keratinise, keratinize (en) - opacify (en) - vervallen — dospeti - rejuvenate (en) - sequester (en) - transaminate (en) - vesiculate (en) - undulate (en) - vascularise, vascularize (en) - bankroet gaan, failliet gaan, op de fles gaan — propasti - professionalise, professionalize (en) - shift (en) - flip, flip out (en) - synthesize (en) - bijdraaien, bijkomen — doći k sebi, oporavljati se, složiti se - promote (en) - scheiden, zich verdelen — razdvojiti se, razmaknuti se - formatteren — formatirati - become infatuated with, fall for (en) - opklimmen, overgaan, promotie maken - promeniti polozxaj - settle (en) - bezwijken, het begeven, ineenstorten, instorten, invallen, meegeven, schranken, uitzakken, vergaan, verteren, verzakken — otkazati, pokvariti se, popustiti, srušiti se, urušiti se - solarise, solarize (en) - occult (en) - overgaan - achterlaten, verlaten, weggaan — napustiti, otići, oticxi - liberalise, liberalize (en) - stratify (en) - democratiseren — demokratizovati se - versoepelen — olabaviti - reticulate (en) - flocculate (en) - carboniseren - come in (en) - go out (en) - stagnate (en) - maken - bevriezen, dichtvriezen, ijzelen, invriezen, opvriezen, vorst heersen, vriezen — zalediti se - mythiseren, mythizeren, mythologiseren, mythologizeren, mytiseren, mytologiseren, tot een myte maken, tot een mythe maken - aantasten, benadelen, beschadigen, blutsen, breken, butsen, deuken, doorbreken, duperen, havenen, indeuken, nadeel toebrengen, schade berokkenen aan, schaden, schade toebrengen, schenden, slecht zijn voor — oštetiti, osxtetiti, pokvariti - omgooien — pomeriti se, promeniti polozxaj - nuanceren, overgaan, schakeren — prelivati se - creolize (en) - form (en) - koken — kuvati - lijmen - repress (en) - shear (en) - damage (en) - beleven, gevoelen, gewaarworden, lijden, ondergaan, ondervinden, ontmoeten — imati, osecxati, pretrpeti[Spéc.]
change again (en)[A Nouveau]
changeable (fr)[QuiPeutEtre]
kleurschakering-[Qui~]
verandering - afwisseling, alteratie, alternantie, alternatie, alternering, keer, variatie, variëteit, verandering, wending, wijziging — izmena, promena - verandering[Dérivé]
helpen, veranderen — izmeniti, promeniti[Cause]
blijven, uitblijven, wegblijven — ostati[Ant.]
gaan (v.) • kenteren (v. intr.) • keren (v. trans.) • lopen (v. intr.) • marcheren (v. intr.) • omslaan (v. intr.) • promeniti se (v.) • veranderen (v. intr.) • verlopen (v. intr.) • wisselen (v. intr.)
-