sensagent's content
- definitions
- synonyms
- antonyms
- encyclopedia
Lettris
Lettris is a curious tetris-clone game where all the bricks have the same square shape but different content. Each square carries a letter. To make squares disappear and save space for other squares you have to assemble English words (left, right, up, down) from the falling squares.
boggle
Boggle gives you 3 minutes to find as many words (3 letters or more) as you can in a grid of 16 letters. You can also try the grid of 16 letters. Letters must be adjacent and longer words score better. See if you can get into the grid Hall of Fame !
English dictionary
Main references
Most English definitions are provided by WordNet .
English thesaurus is mainly derived from The Integral Dictionary (TID).
English Encyclopedia is licensed by Wikipedia (GNU).
Translation
Change the target language to find translations.
Tips: browse the semantic fields (see From ideas to words) in two languages to learn more.
last searches on the dictionary :
computed in 0.016s
analogical dictionary
faire avoir qqch de soi à qqn (fr)[Classe...]
rembourser, clore une transaction, un compte (fr)[Classe]
rémunérer (fr)[Classe]
prêter de l'argent (fr)[Classe]
payer un effet par avance moyennant réduction (fr)[Classe]
bijpassen[Classe]
payer un supplément, une somme supplémentaire (fr)[Classe]
relinquish (en) - allocate (en) - discount (en) - pay off a debt (en) - bear the expenses of (en) - honour a debt (en) - participate in (en) - pay in installments (en) - pension off (en) - pay out of one's own pocket (en) - set a price on (en) - pay promptly (en) - redeem (en) - balance an account (en) - bankieren - untie one's purse strings (en) - afbetalen, afdoen, afrekenen, regelen, uitpraten, vereffenen, verrekenen, voldoen — isplaćivati, isplatiti, međusobno se namiriti, namiriti, namirivati, obračunati, plaćati, platiti, podmiriti, podmirivati, riješiti, rješavati - geld op tafel leggen, inlossen, opdokken, ophoesten, uitbetalen — iskašljati, isplaćivati, isplatiti, namiriti, namirivati, plaćati, platiti, podmiriti, podmirivati, “pljunuti” lovu - toebedelen, toekennen, toeschrijven, toeschrijven aan, toewijzen — dodijeliti, dodjeljivati, doznačiti, doznačivati, namijeniti, namjenjivati, odrediti, određivati, raspodijeliti, raspodjeljivati, razdati, razdavati, razdijeliti, razdjeljivati - besteden, spenderen, uitgeven, verteren - afbetalen, afdoen, afrekenen, bekostigen, betalen, bezoldigen, dokken, gesalarieerd, lappen, neerleggen, neertellen, offeren, salariëren, schokken, schuiven, uitbetalen, uitkeren, uittellen, vereffenen, verrekenen, voldoen — isplatiti, plaćati, platiti, vratiti - délier les cordons de sa bourse (fr) - honorer une facture (fr) - faire les frais (fr) - faire face (fr) - libérer (fr) - y être de sa poche (fr) - y mettre le prix (fr) - pensionner (fr) - teveel betalen, te veel betalen, zich laten afzetten — platiti pretjeranu cijenu, preplatiti - racheter, rédimer (fr) - éteindre une dette (fr) - mandater (fr) - ordonnancer (fr) - honorirati - cotiser (fr) - een postzegel plakken op, een stempel zetten op, frankeren, stempelen, zegelen — frankirati, poništavati poštarinu, utisnuti - aangeven, dokken, opleveren, over de brug komen, overgeven, overhandigen, overleveren, uitleveren, uitspreken — isporučiti, isporučivati, izdati, izreći, izruciti, izručiti, izručivati, održati govor, predati, predavati, prepuštati, prepustiti, uručiti, uručivati - align (en) - décaisser (fr) - afdragen, gireren, op een rekening storten, overboeken, overschrijven, storten, transfereren - souscrire (fr) - pay again, repay (en) - onderbetalen — premalo platiti - payer de sa poche (fr) - être de sa poche (fr) - honoreren - reverser (fr) - bijdragen aan, bijdragen in, bijdragen tot, deelnemen aan, deelnemen in, een bijdrage leveren aan, mededelen, meedelen, meedoen, meedoen aan, meewerken aan, participeren in, tegemoetkomen in de kosten, zich opgeven voor — biti od pomoci, biti sastavni dio, olakšati, pomagati, pripomoći, spadati u, sudjelovati - fendre (fr) - de beurs trekken - de kosten dragen, de rekening betalen, voor de kosten opkomen — platiti račun - to pay on the nail (en)[Spéc.]