sensagent's content
Lettris
Lettris is a curious tetris-clone game where all the bricks have the same square shape but different content. Each square carries a letter. To make squares disappear and save space for other squares you have to assemble English words (left, right, up, down) from the falling squares.
boggle
Boggle gives you 3 minutes to find as many words (3 letters or more) as you can in a grid of 16 letters. You can also try the grid of 16 letters. Letters must be adjacent and longer words score better. See if you can get into the grid Hall of Fame !
English dictionary
Main references
Most English definitions are provided by WordNet .
English thesaurus is mainly derived from The Integral Dictionary (TID).
English Encyclopedia is licensed by Wikipedia (GNU).
Translation
Change the target language to find translations.
Tips: browse the semantic fields (see From ideas to words) in two languages to learn more.
last searches on the dictionary :
computed in 0.016s
ne pas convenir - convenir[ClasseOppos.]
convenir[Thème]
satisfaire[Classe]
être adaptable à, utilisable avec[Classe]
être en harmonie avec qqch[Classe]
aller comme un gant — als gegoten zitten, geknipt zijn voor - prêter — blootstaan, openstaan, vaceren, vrijstaan, zich lenen tot - appliquer, être applicable, valoir — blootstaan, gelden, gelden voor, van toepassing zijn, van toepassing zijn op - être en symétrie - faire l'affaire — werken - être ce qu'il faut - cadrer avec - remplir les conditions - aller, arranger, tomber bien — gelegen komen, passen, staan, treffen, van pas komen, verhouden - tomber à pic - être commode - être convenable, seoir - accorder, aller bien avec, aller ensemble, concorder, harmoniser — afstemmen, harmoniëren, harmoniëren met, in harmonie brengen, inpassen, kleuren bij, klikken, overeenstemmen, samengaan, samenklinken met - honorer, remplir, répondre, satisfaire, vivre en accord avec — beantwoorden, beantwoorden aan, bevredigen, eer aandoen, in ere houden, tevreden stellen, voldoen aan, waarmaken - conformer - être en rapport - faire pendant - aller - être en conformité - être conforme - être en harmonie - convenir, seoir — behoren, betamen, gepast zijn, horen, passen, voegen - adapter, ajuster, s'adapter — aanpassen, acclimatiseren, accommoderen, adapteren, assimileren, bewerken, bijsturen, geschikt maken, gewennen, passend maken, plooien, richten, schikken, toesnijden op, voegen, wennen, zich aanpassen, zich aanpassen aan, zich accommoderen, zich akkommoderen, zich conformeren aan, zich konformeren aan, zich richten naar, zich schikken naar, zich thuisvoelen, zich thuis voelen, zich voegen naar - aller, aller bien, convenir, seoir — bekomen, goed passen, goed staan, nauwkeurig sluiten, ogen, passen, passen bij, staan - accorder, assortir, mettre en harmonie - coller - aller, correspondre — sluiten - être bien proportionné, être proportionné, respecter les proportions — niet in verhouding staan/plaatsen - répondre — beantwoorden aan, verzadigen - ganter - chausser - avoir le physique de l'emploi - être fait — geschikt zijn voor - être taillé — geknipt zijn voor - acoutrer, habiller - épouser[Spéc.]
-